Opzoek naar de historische Jezus: wie was hij?

Het christendom
Opzoek naar de historische Jezus
H2, par. 2
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Het christendom
Opzoek naar de historische Jezus
H2, par. 2

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
3. De leerling kan verschillende feitelijkheden, globaal geaccepteerd door wetenschappers, over Jezus opsommen en toelichten. 
4. De leerling kan aan de hand van tekstfragmenten uitleggen en/of aanwijzen wat wordt bedoeld met de bewering dat Jezus een apocalyptische profeet was.
5. De leerling kan in korte bewoording samenvatten wat het ideaal was wat Jezus voor ogen stond. 
6. De leerling kan de metafoor ‘Koninkrijk van God’ uitleggen aan de hand van de christelijke kernwaarde barmhartigheid.
7. De leerling kan aan de hand van de metafoor ‘Het Koninkrijk van God’ het verschil van visie tussen Jezus en de Farizeeërs uitleggen.

Slide 2 - Tekstslide

In welk land, regio of plaats heeft Jezus geleefd?

Slide 3 - Woordweb

Wie was Pontius Pilatus?

Slide 4 - Open vraag

Waar Jezus leefde
Jezus leefde in de tijd van de tweede Tempel. Dit is de periode dat de Romeinen over Palestina heerste. Jezus is geboren in Bethlehem maar komt uit Nazareth. Hij leefde gedurende het grootste gedeelte van zijn leven in de provincie Galilea (daar ligt Nazareth). De laatste jaren van zijn leven leefde hij in de provincie Judea. 

Slide 5 - Tekstslide

De Romeinen en de Farizeërs
De Romeinen heerste over Palestina, waar de bevolking voornamelijk Joods was. De Romeinse gouverneur Pontius Pilatus was de baas over Judea (waar Jezus zijn laatste levensjaren leefde). Maar de dagelijkse leiding ligt bij de Farizeeërs, zij vormde een religieuze stroming/politieke partij.  Zij hadden een afspraak met elkaar: de Romeinen wilde geen onrust in Palestina, zolang de Farizeeërs eventuele onrust meldde bij de Romeinen mochten zij er de macht blijven uitoefenen. 


Slide 6 - Tekstslide

Kruisingen als straf in die tijd

Slide 7 - Tekstslide

1. Vertel in eigen woorden wie de Farizeeërs waren? Zoek in je lesboek of op internet naar andere joods-religieuze groepen die ook in die tijd leefde.

Slide 8 - Open vraag

Wat geloofde mensen in die tijd?
Na de dood, aan het einde der tijden, zou worden bepaald of men naar de hemel (of hel) ging. 
Wanneer Joden zich niet aan de geloofswetten hielden, had dit gevolgen voor na dit leven: of je wel of niet in het Koninkrijk van God kwam/Gods wereld (de hemel dus). Dus de Joden hielden zich zo goed mogelijk aan de Joodse wetten van God. Het ritueel wat belangrijk werd in die tijd was het dopen. Ook Jezus liet zich dopen: door Johannes de Doper. Door je te laten dopen werden je zonden vergeven/afgewassen (alles wat je verkeerd had gedaan in het leven) en kreeg je eerder een plekje in de hemel. In het Koninkrijk van God zouden arm en rijk gelijk worden getrokken, iedereen was gelijk. 


Slide 9 - Tekstslide

De eindtijd
Men geloofde in de eindtijd. Een moment in de tijd dat alles tot een einde zou komen, de wereld zou vergaan, en besloten zou worden of je naar de hemel of hel zou gaan. Eschatologie is de term die voor dit idee werd gebruikt, het betekent letterlijk:  leer van de laatste dingen. 

Slide 10 - Tekstslide

2. Bij welke andere cultuur of in welk verhaal of film vergaat nog meer de wereld en hoe (of waarom) gebeurt dat dan?

Slide 11 - Open vraag

Jezus en de Farizeeërs
Jezus verdiepte zich in de joodse leer en wordt een joodse leraar: een Rabbijn. De farizeeërs zagen hem als een rebel omdat hij kritiek maakte op de joodse wetten gemaakt door de farizeeërs. De joodse wetten vertellen over hoe je in dit leven moet leven, wat goed en fout is.

Volgens Jezus is het Koninkrijk God = op aarde, hier en nu. Je moet NU al leven zoals het Koninkrijk God is: met liefde, elkaar helpen, voor je naaste klaar staan, iedereen is gelijk (ongeacht geloof of achtergrond). Dus niet alleen voor de Joden. Wat de Farizeeërs zeggen is volgens Jezus veel te streng, zo heeft God het niet bedoeld. Hier op aarde moet het fijn zijn.




Slide 12 - Tekstslide

3. Hoe zijn de Joodse wetten ook al weer tot stand gekomen?

Slide 13 - Open vraag

Jezus: Koninkrijk van God en de eindtijd
-  Ideeën van de Farizeeërs : Leef volgens Mozes’s wetten, dan volgt het laatste oordeel en daarna komt het Koninkrijk Gods.

-  Jezus’ idee: Het Koninkrijk Gods op aarde heeft invloed op het laatste oordeel, het gaat dus om het HIER en NU, een hemel op aarde.  En de eindtijd kwam er snel aan volgens Jezus, dus haast je om nu goed te leven. Jezus was een apocalyptische profeet: hij gaf de voorspelling dat het einde der tijden spoedig zou komen. Apocalyps betekent voorspelling van het einde der tijden. 

Slide 14 - Tekstslide

4. Waaraan kun je in de tekst 'Het einde van de tijden' opmerken dat Jezus een apocalyptische profeet was? Leg goed uit.

Slide 15 - Open vraag

5. Waaruit kun je in de tekst 'De preek op de berg' opmerken dat Jezus de ideeën te streng vond? Licht ook toe waarom.

Slide 16 - Open vraag

Barmhartigheid
Barmhartigheid is het tonen van erbarmen, van mededogen met mensen die het moeilijk hebben. Jezus was er voor iedereen, hij hielp alle mensen. 

Slide 17 - Tekstslide

6. Op wat voor manier zie je de boodschap van Jezus over barmhartigheid terug in the Passion 2021 (zie vorige slide).

Slide 18 - Open vraag

7. Op wat voor manier zie je de boodschap van Jezus over barmhartigheid terug in de tekst De barmhartige Samaritaan? (Zie studiewijzer)

Slide 19 - Open vraag

8 Welke gebeurtenissen of moeilijke woorden uit deze LessonUp of uit H2, par. 2 merk jij nog op?

Slide 20 - Open vraag

9. Maak een tijdlijn met de gebeurtenissen (noem ook de belangrijkste personages) van het Lijdensverhaal van Jezus en vul die aan met gebeurtenissen (incl. personages) eromheen en benoem of deze historisch of levensbeschouwelijk van aard zijn.

Slide 21 - Open vraag

Terugkoppeling leerdoelen 
3. De leerling kan verschillende feitelijkheden, globaal geaccepteerd door wetenschappers, over Jezus opsommen en toelichten. 
4. De leerling kan aan de hand van tekstfragmenten uitleggen en/of aanwijzen wat wordt bedoeld met de bewering dat Jezus een apocalyptische profeet was.
5. De leerling kan in korte bewoording samenvatten wat het ideaal was wat Jezus voor ogen stond. 
6. De leerling kan de metafoor ‘Koninkrijk van God’ uitleggen aan de hand van de christelijke kernwaarde barmhartigheid.
7. De leerling kan aan de hand van de metafoor ‘Het Koninkrijk van God’ het verschil van visie tussen Jezus en de Farizeeërs uitleggen.

Slide 22 - Tekstslide