If-sentences (first conditional)

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Zero Conditional
Vorm: bij de zero conditional gebruik je in beide zinsdelen dezelfde tijd: de Present Simple.

Gebruik: voor zaken die absoluut gebeuren, zoals wetenschappelijke feiten en algemene waarheden.

Slide 2 - Tekstslide

Zero conditional

Slide 3 - Tekstslide

If - sentences (first conditional)
If you study well,
you will pass the test. 
Wanneer gebruik je de first conditional?
* Als er aan deze voorwaarde wordt voldaan, is de kans heel groot dat dit zal gebeuren.

Dus, als iets waarschijnlijk is om te gebeuren - nu of in de toekomst.

Slide 4 - Tekstslide

If - sentences (first conditional)
If you study well,
you will pass the test. 
voorwaarde
waarschijnlijk gevolg
* "If-clause", het zinsdeel waar if in staat.
* In dit zinsdeel gebruik je altijd de present simple
  study

Slide 5 - Tekstslide

If - sentences (first conditional)
If you study well,
you will pass the test. 
voorwaarde
waarschijnlijk gevolg
* In dit zinsdeel gebruik je altijd will + hele werkwoord
  will pass

Slide 6 - Tekstslide

If - sentences (first conditional)
If you study well,
you will pass the test. 
voorwaarde
waarschijnlijk gevolg
* In dit zinsdeel gebruik je altijd will + hele werkwoord
  will pass

* "If-clause", het zinsdeel waar if in staat.
* In dit zinsdeel gebruik je altijd de present simple
  study

Slide 7 - Tekstslide

If - sentences (first conditional)
Waar moet je op letten? 
* De First Conditional bestaat uit twee zinsdelen: eentje bevat een voorwaarde, de ander een waarschijnlijk resultaat / gevolg.
* Deze zinsdelen hebben beide een andere tense: in de if-clause (het zinsgedeelte met if) gebruik je altijd de Present Simple, in het andere zinsgedeelte (main clause) will + hele werkwoord.


if + Present Simple 
     Future
Future
If + Present Simple

Slide 8 - Tekstslide

If + present simple - present simple 
If + present simple - toekomende tijd met will (of soms going to) 

Zero conditional
First conditional

Slide 9 - Sleepvraag

Zero conditional
First conditional
Feiten, algemene waarheden
Mogelijke of waarschijnlijke situaties in de toekomst

Slide 10 - Sleepvraag

If a dog sees an orangutang, it usually runs away!
If you like animals, you'll love this story.
Zero conditional
First conditional

Slide 11 - Sleepvraag

If I ... (to have) enough money, I ... (to buy) new shoes.
A
have - will buy
B
will have - buy
C
have - buy
D
will have - will have

Slide 12 - Quizvraag

If I ... (to win) the lottery, I ... (to treat) myself with a new car.
A
will win - will treat
B
win - will treat
C
win - treat
D
will win - treat

Slide 13 - Quizvraag

I ... (to stay) home, if it ... (to rain)
A
stay - will rain
B
stay - rains
C
will stay - rains
D
will stay - will rain

Slide 14 - Quizvraag

Typ de zin over en vul de antwoorden in.

If I ... (to see) Mary, I ... (to tell) her.

Slide 15 - Open vraag

Typ de zin over en vul de antwoorden in.

If you ... (to work) hard, you ... (to get) rich.

Slide 16 - Open vraag

Typ de zin over en vul de antwoorden in.

Their teacher ... (to be) sad if they don't ... (to pass) their exam.

Slide 17 - Open vraag

Typ de zin over en vul de antwoorden in.

We ... (to invite) John, if he ... (to be) free tomorrow.

Slide 18 - Open vraag

Overview 
Type
If-clause
(Voorwaarde) 
Result 
(Resultaat)
Gebruikt voor: 
0 conditional
if + present simple
present simple 
algemene waarheden, feiten. 
1 conditional
if + present simple
will / going to + hele werkwoord
waarschijnlijke situaties nu of in de toekomst. 

Slide 19 - Tekstslide

HOMEWORK
Make the following exercises in your online book

5.4 7 t/m 12
5.5 1-2-3-10

Slide 20 - Tekstslide