Unité 3 - Grammaire I

B1G le 29 novembre 2019
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

B1G le 29 novembre 2019

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel: aan het einde van de les...
- herken ik de Franse werkwoorden op -er
- kan ik Franse werkwoorden op -er vervoegen

Slide 2 - Tekstslide

Le programme:
1. Corriger les devoirs
2. Overhoren apprendre 1
3. Aantekening grammaire I: werkwoorden op -er
4. Au travail!

Slide 3 - Tekstslide

Welke Franse werkwoorden
op -er ken ik al?

Slide 4 - Woordweb

Grammaire I: t.t. van regelmatige ww op -er
Onregelmatige werkwoorden         Regelmatige werkwoorden
Veranderen van vorm                              Er is een regel

- être    = zijn                                                - (bijna) alle ww op -er
- avoir  = hebben                                       (regarder, chercher, aimer,
                                                                          etc.)                                


Slide 5 - Tekstslide

Grammaire I: t.t. van regelmatige ww op -er
Hoe vervoeg ik werkwoorden op -er?
1.  Pak het hele werkwoord                            BV: regarder

2. Haal -er van het werkwoord af,
de stam blijft over                                             BV: regard

3. Plak de goede uitgang erachter

Slide 6 - Tekstslide

Grammaire I: t.t. van regelmatige ww op -er
De uitgangen:

je                   regarde            = ik kijk 
tu                  regardes          = jij kijkt
il/elle/on    regarde            = hij/zij/men kijkt
nous            regardons       = wij kijken
vous             regardez         = jullie kijken/ u kijkt
ils/elles       regardent       = zij kijken

Slide 7 - Tekstslide

Welke vorm is goed?
Nous (travailler)
A
travaille
B
travailles
C
travaillent
D
travaillons

Slide 8 - Quizvraag

Welke vorm is goed?
Marie (danser)
A
dansez
B
danses
C
danse
D
dansons

Slide 9 - Quizvraag

Vervoeg het werkwoord, schrijf de hele zin op.
Tu (écouter) de la musique?

Slide 10 - Open vraag

Vervoeg het werkwoord, schrijf de hele zin op.
Pierre et Sophie (chercher) les livres

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Video

Les devoirs: le 2 décembre
Faire: ex. 8A t/m 8D
Apprendre: apprendre 1 + 2 
+ uitgangen regelmatige werkwoorden

Slide 13 - Tekstslide