Th 4 Voeding en vertering, B6: Voeding en vertering bij zoogdieren

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Thema 5

Voeding en vertering

Opdrachten

42, 46, 47 Maken 

B6: Voeding en vertering bij zoogdieren

Th5: Voeding en vertering

Doelstelling

• Je moet bij zoogdieren het verband kunnen aangeven tussen de voedselkeuze, de lengte van het dramkanaal en de kenmerken van het gebit

Wat zijn de verschillen qua gebit tussen een tijger en een olifant?

Wat zijn de verschillen qua darmen tussen een koe en een hazewindhond?

Planteneter

• Darmkanaal is in verhouding tot de lichaamslengte lang
• Kiezen zijn plooikiezen -> fijnmalen plantaardig voedsel
• Hoektanden ontbreken
  

Vleeseters

• Darmkanaal  in verhouding tot de lichaamslengte kort
• Kiezen zijn knipkiezen -> vlees in kleine stukjes 'knippen'
• Hoektanden spits en scherp
  

Alleseters

• Darmkanaal in  in verhouding tot de lichaamslengte middellang
• Kiezen zijn knobbelkiezen -> 'knippen' en malen
• Hoektanden altijd aanwezig
  

Welke 3 dingen heb jij deze les geleerd?

Welke vraag heb jij nog n.a.v. deze les?