In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Verbranding en ademhaling
1.1 1.2 1.3
Slide 1 - Tekstslide
Basisstof 1
Fotosynthese
Stofwisseling
Slide 2 - Tekstslide
Stofwisseling
Stoffen omzetten in andere stoffen
Fotosynthese
Afbraak van glucose (verbranding)
Slide 3 - Tekstslide
Mitochondriën
-Glucose afbraak -> Energie vrij
-Mitochondriën (plant en dier)
-Cellen die meer energie nodig hebben hebben meer mitochondriën
Slide 4 - Tekstslide
Welke cellen in je lichaam bevatten veel mitochondriën?
Slide 5 - Open vraag
Noteer de reactievergelijking van fotosynthese
Slide 6 - Open vraag
Basisstof 2
Verbranding in de cel
Energie
Slide 7 - Tekstslide
Verbranding
Wat is er nodig om een vuur te laten branden?
Wat ontstaat er als een vuur brandt?
Slide 8 - Tekstslide
Noteer de reactievergelijking van verbranding
Slide 9 - Open vraag
Verbranding in cel
Mitochondriën
Brandstof
Verbrandingsproducten
Energie
Waar hebben we energie voor nodig?
Slide 10 - Tekstslide
Voorbeeld warmbloedig dier
Slide 11 - Woordweb
Aanpassing van warmbloedig dier tegen de kou
Slide 12 - Woordweb
Hoe heet stofwisseling proces A?
A
Fotosynthese
B
Verbranding
Slide 13 - Quizvraag
In welk celorganel vindt stofwisseling proces B plaats?
A
Bladgroenkorrel
B
Mitochondrium
Slide 14 - Quizvraag
Wanneer vindt de meeste verbranding in je spiercellen plaats?
A
Als je sport
B
Als je in de klas zit
Slide 15 - Quizvraag
Wanneer vindt in plantaardige cellen verbranding plaats?
A
alleen overdag
B
alleen 's nachts
C
overdag en 's nachts
D
nooit
Slide 16 - Quizvraag
Kalkwater in een .... voor koolstofdioxide
A
Aantoner
B
Indicator
C
Middel
D
PH
Slide 17 - Quizvraag
Basisstof 3
Ademhalingsstelsel
Slide 18 - Tekstslide
Bronchiën
Luchtpijp vertakt zich in twee bronchiën, elk gaat naar een long
Luchtpijptakje
Kleine vertakking van de bronchiën
Neusholte
Bedekt met neusslijmvlies. Maakt lucht vochtig en verwarmt het. Stofdeeltjes en ziekteverwekkers blijven plakken. Trilharen verplaatsen het slijm naar de keelholte, waar het wordt ingeslikt. Reukzintuig waarschuwt voor stinkende gassen.
Luchtpijp
Kraakbeenringen zorgen dat luchtpijp altijd open staat. Bedekt met slijmvlies.
Slide 19 - Tekstslide
Verslikken
Strotklepje zorgt dat voedsel niet in luchtpijp terecht komt
Huig sluit neusholte af
Als een van de twee dit niet doet, kun je je verslikken
Slide 20 - Tekstslide
neusholte
luchtpijp
long
middenrif
huig
slokdarm
longblaasje
Onderdelen ademhalingsstelsel
Slide 21 - Sleepvraag
Luchtpijp
Longblaasje
Slide 22 - Tekstslide
In welke richting gaat de koolstofdioxide?
A
Van longblaasje naar longhaarvat
B
Van longhaarvat naar longblaasje
Slide 23 - Quizvraag
In welke richting gaat de zuurstof?
A
Van longblaasje naar longhaarvat
B
Van longhaarvat naar longblaasje
Slide 24 - Quizvraag
Welke delen van de luchtwegen verwijderen vuil uit de ingeademde lucht
A
Trilharen
B
Neusharen
C
Longblaasje
D
Slijmvlies
Slide 25 - Quizvraag
Bloed dat naar het longblaasje stroomt bevat weinig zuurstof