Future Tenses: simple vs be going to - 1


Future Tense
Future Simple (will) vs be going to
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


Future Tense
Future Simple (will) vs be going to

Slide 1 - Tekstslide

Will + hele werkwoord
1. Om een voorspelling te maken zonder bewijs
I think it will rain tomorrow.
2. Om een beslissing op het moment van spreken te maken
Don't get up, I will open the door.
3. Om iets te beloven of verzoeken
Will you help me? 
Yes, I promise I will help you tomorrow.


Slide 2 - Tekstslide

Shall
Je gebruikt het woord shall om een voorstel te doen vanuit de IK of WIJ persoon

Shall we go to the cinema today?
Shall I help you with your homework later?

Slide 3 - Tekstslide

Be going to + hele werkwoord
1. Om een voorspelling te maken met bewijs
Look at those clouds, it's going to rain
Trump isn't going to win the election, he's not popular enough.

2. Om te praten over eerder gemaakte plannen
I am going to play Xbox with my friends later.
He is going to get a new job.

Slide 4 - Tekstslide

Will vs be going to
1. Voorspelling op gevoel --> will
2. Voorspelling met 'bewijs' --> am/is/are going to
3. eerder gemaakt plan --> am/is/are going to
4. nu een beslissing maken --> will
5. iets aanbieden of verzoeken --> will
6. I/We + vraagzin + aanbod --> Shall

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

I will help you tomorrow.
A
voorspelling zonder bewijs
B
belofte
C
verzoek
D
beslissing op moment van spreken

Slide 7 - Quizvraag

He will probably win the elections
A
voorspelling zonder bewijs
B
belofte
C
verzoek
D
beslissing op moment van spreken

Slide 8 - Quizvraag

Don't get up, I'll get the door for you
A
voorspelling zonder bewijs
B
belofte
C
verzoek
D
beslissing op moment van spreken

Slide 9 - Quizvraag

Will you let me know if I have higher than a 6.0 for my test?
A
voorspelling zonder bewijs
B
belofte
C
verzoek
D
beslissing op moment van spreken

Slide 10 - Quizvraag

I think it will rain tomorrow.
A
voorspelling zonder bewijs
B
belofte
C
verzoek
D
beslissing op moment van spreken

Slide 11 - Quizvraag

The weatherman says it's going to rain tomorrow.
A
voorspelling met bewijs
B
toekomstig plan

Slide 12 - Quizvraag

What are you going to do for your birthday?
A
voorspelling met bewijs
B
toekomstig plan

Slide 13 - Quizvraag

He's going to pass his exams, he studied for months!
A
voorspelling met bewijs
B
toekomstig plan

Slide 14 - Quizvraag

I am going to meet my friends tomorrow.
A
voorspelling met bewijs
B
toekomstig plan

Slide 15 - Quizvraag

Exercise 1
Complete the sentences
Type only the sentences between ‘  ’

Slide 16 - Tekstslide

I am tired. ‘..........(to cook) dinner today?’

Slide 17 - Open vraag

Are you free tomorrow?
- Sorry. ‘I.......... (to study) for the exam.’

Slide 18 - Open vraag

She can't play with you.
‘She ......... (to have) a shower.’

Slide 19 - Open vraag

What ............(you / to do) if you win the lottery?

Slide 20 - Open vraag

I think I ......... (always / to love) that woman.

Slide 21 - Open vraag

‘I...........(to buy) some food.’
Do you want to come with me?

Slide 22 - Open vraag

Did you speak to Sara?
- Oh,no!
‘I (to phone) her right now.’

Slide 23 - Open vraag

Can I have a glass, please?

‘I (to drink) some water.’

Slide 24 - Open vraag

Look at those clouds! ‘it (to rain) soon.’

Slide 25 - Open vraag

Manchester (probably / to win) the match.

Slide 26 - Open vraag

Exercise 2
Extra Practice
Practice more with will and be going to on the following website

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Link