hoofdwerkwoord en hulpwerkwoord

Welkom!






Hoofdwerkwoord en hulpwerkwoord
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!






Hoofdwerkwoord en hulpwerkwoord

Slide 1 - Tekstslide

Escalatieladder
1. Oogcontact
2. Verbale waarschuwing (met woorden)
3. Keuze: bijv. "Je kiest: meedoen of even apart werken"
4. Laatste waarschuwing
5. Laatste stap: op de gang zitten of melden

Slide 2 - Tekstslide

Planning:
-Huiswerk bespreken
-Leerdoelen
-Uitleg
-Aan de slag in tweetallen!
-Bespreken
-Afsluiting 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
-Ik weet wat de kenmerken en functie van hoofdwerkwoorden en hulpwerkwoorden zijn in een zin.
-Ik kan bepalen wat voor soort werkwoord er in een zin staat.
-Ik kan uitleggen of een werkwoord een hoofdwerkwoord of hulpwerkwoord is. 

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg
Hoofdwerkwoord en Hulpwerkwoord
🔹 Wat is een hoofdwerkwoord?
Het hoofdwerkwoord is het belangrijkste werkwoord in een zin.
De zin draait om dit werkwoord.
🟩 Voorbeeld:
De hond ligt op de bank.
ligt is het hoofdwerkwoord.

Slide 5 - Tekstslide

Uitleg
🔹 Wat zijn hulpwerkwoorden?
Een hulpwerkwoord helpt het hoofdwerkwoord en voegt extra betekenis toe, zoals:
• Tijd → hebben, zijn
• Mogelijkheid → kunnen
• Wenselijkheid → willen, zullen, mogen
🟨 Voorbeeld:
De hond heeft op de bank gelegen.
heeft is een hulpwerkwoord, gelegen is het hoofdwerkwoord.
✅ Een zin kan meerdere hulpwerkwoorden bevatten.

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg

🧠 Let op: 3 soorten hoofdwerkwoorden

1. Zelfstandig werkwoord
→ Geeft aan wat er gebeurt of wat iemand doet. Het hoofdwerkwoord van een werkwoordelijke gezegde.

Voorbeeld: De wind waait door de bomen.


 
2. Koppelwerkwoord
→ Verbindt het onderwerp met een eigenschap of toestand. Het hoofdwerkwoord van een werkwoordelijke gezegde.

Voorbeelden: zijn, worden, blijven
Je bent bijzonder.

3. Hulpwerkwoord
→ Komt erbij om extra betekenis te geven.
Ik wil haar niet meer zien.

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag!
1. Open bladzijde 158 in je boek en maak opdracht 1 t/m 6 in je schrift. 

2. Klaar? Open bladzijde 158 in je boek en maak opdracht 7 t/m 10 in je schrift. 
timer
15:00

Slide 8 - Tekstslide

Bespreken
 Bespreek je antwoorden met jouw buurman of buurvrouw.
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Beantwoord deze vragen over de les van vandaag
Vraag 1: Heb je het idee dat je de leerdoelen hebt behaald? Waarom wel of niet?
Vraag 2: Wat vond je van de les?
-Schrijf je naam op het blaadje!


Leerdoelen:
-Ik weet wat de kenmerken en functie van hoofdwerkwoorden en hulpwerkwoorden zijn in een zin.
-Ik kan bepalen wat voor soort werkwoord er in een zin staat.
-Ik kan uitleggen of een werkwoord een hoofdwerkwoord of hulpwerkwoord is. 

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk!


Het huiswerk voor de volgende keer is opdracht 1 en 8 op bladzijde 158. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Escalatieladder
1. Oogcontact
2. Verbale waarschuwing
3. Keuze: meedoen of apart werken
4. Laatste waarschuwing
5. Op de gang / melden

Slide 13 - Tekstslide

Klassenregels
1. We praten één voor één
2. We luisteren en doen mee tijdens de uitleg
3. We werken rustig aan onze taak

Slide 14 - Tekstslide