Poëzieles

Wat rijmt er op: gapen?
1 / 45
volgende
Slide 1: Woordweb
NT2Middelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat rijmt er op: gapen?

Slide 1 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat rijmt er op: drop

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat rijmt er op: maan?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat rijmt op 'lees'

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Maak dit verjaardagsgedichtje af:
Ik wens jou een leuk leven,
je bent mijn beste vriend(in) die ik al mijn liefde wil ......

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Rapteksten
Rapteksten rijmen vaak ook, net als gedichten.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rijm is vet


Cabaretier Andries Tunru zegt over rapteksten:
"Als het rijmt, klinkt het vet."

Slide 7 - Tekstslide

Een voorbeeld van een tekstsoort waarin vaak rijm gebruikt wordt: songteksten. Vooral in rapteksten komt vaak rijm voor. 
Cabaretier Andries Tunru zegt over rap: "als het rijmt, klinkt het vet." "vet' betekent "cool". Dus een rijmende raptekst is cool. Het maakt dan niet uit waarover je rijmt. Om dit te bewijzen doet Tunru aan improvisatierap. Kijk maar...
Video
- Kijk en luister naar de video (2 keer afgespeeld).
- Welke woorden rijmen op elkaar?
-Schrijf ze op (2 minuten).
- Het tweetal (wheel of names) met de meeste antwoorden goed, krijgt elk een chocolaatje :-)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Markeer/ Omcirkel/ onderstreep de rijmwoorden in de tekst van de rapper van de video (5 minuten).
Werk in tweetallen (wheel of names)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

We gaan een kort filmpje kijken van Ridder William. Hij kan soms niet de juiste woorden vinden en krijgt hulp van een dichter.
Kenmerken (characteristics) van poezie
- Vorm en inhoud: -wit regels
- Klank: * Eindrijm: Ben je boos
                                        Pluk een roos
                                        Zet hem op je hoed
                                         Dan ben je morgen weer goed!
                   * Beginrijm: Mickey Mouse
                                              zachte, zoete, zomeravond
- Ritme
- Spelen met de betekenis van woorden

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende vormen
We gaan twee dichtvormen bespreken
- het elfje
- de haiku
Met deze vormen gaan jullie zelf ook oefenen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kunstenaar Vincent van Gogh
Titel Zelfportret als schilder
Datering 1887 - 1888
Locatie Parijs, Frankrijk
Collectie Van Gogh Museum, Amsterdam
Luchtballon
Grote bol
Passeert de zon
Ik hoor hete lucht
Vuur

Slide 14 - Tekstslide

Dit is een luchtballon. Bij deze luchtballon hoort dit gedichtje. [lees het gedichtje voor, bespreek wat de leerlingen opvalt. Wat zien ze aan de vorm? Vinden ze dit een gedicht? Waarom wel/niet? Het is een gedicht. Welke vorm denken ze: elfje of haiku?]
Dit is een elfje
Een elfje bestaat uit elf woorden:
1
2
3
4
1
Een elfje hoeft niet te rijmen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak nu zelf een elfje
timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

Kies één plaatje dat je als inspiratiebron gebruikt. Beschrijf in het elfje iets van wat je ziet, of iets wat je voelt. Hou het simpel en kort. Denk aan het schema van de woorden: 1, 2, 3, 4, 1.
Bij welk plaatje hoort het?

Slide 17 - Tekstslide

Wie wil zijn elfje voorlezen? En kunnen we dan raden bij welk plaatje het gedichtje hoort?
Kunstenaar Vincent van Gogh
Titel Zelfportret als schilder
Datering 1887 - 1888
Locatie Parijs, Frankrijk
Collectie Van Gogh Museum, Amsterdam

Slide 18 - Tekstslide

Dit is een schilderij van Vincent van Gogh. Als ik zou moeten vertellen over wat ik zie op dit schilderij, of over wat er op dit schilderij gebeurt, dan kan ik daar een heleboel woorden bij gebruiken. Maar het kan ook heel kort, luister maar... Ga vervolgens door naar de volgende slide. 
Een man met rood haar
zet streepjes in zijn gezicht
op een doek vol kleur.

Slide 19 - Tekstslide

Lees het gedicht voor. Vraag: - Wie weet welke dichtvorm dit is? Ook een elfje? Nee, waarom niet? Het is een haiku, een dichtvorm die bedacht is in Japan. - Wie kan het lettergrepenschema benoemen? - Is het een goed gedicht over dit schilderij? Waarom wel, of niet? Of gaat het misschien meer over de maker? Of over allebei?

een - man - met - rood - haar

zet - streep - jes - in - zijn - ge - zicht

op - een - doek - vol - kleur

Slide 20 - Tekstslide

Bespreek vervolgens de opbouw van het gedicht: drie regels, met lettergrepenschema 5 - 7 - 5. Vertel dat het bij haiku's gaat het om het aantal lettergrepen, niet om het aantal woorden. 
Een haiku bestaat uit
drie regels, met lettergrepenschema
5
7
5

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kunstenaar Vincent van Gogh
Titel De oogst
Datering juni 1888
Locatie Arles, Zuid-Frankrijk
Collectie Van Gogh Museum, Amsterdam
Wat zie ik? Wat hoor ik? Wat ruik ik? Welk gevoel krijg ik erbij?

Slide 22 - Tekstslide

Vertel: Dit schilderij (De oogst, 1888) maakte Van Gogh in het zuiden van Frankrijk. Het is een landschap met boeren die op een warme dag aan het oogsten zijn. Vincent schreef later in een brief dat zijn teken- en schilderwerk net zo zwaar was als het werk van de boeren op het land. Vraag: Hoe zou het zijn als jij, net als Vincent, in dat landschap zou staan? Wat zou je zien, horen, voelen, ruiken..?

De geur van het land

op een hete zomerdag

kriebelt in mijn neus.

Slide 23 - Tekstslide

Lees de haiku met de klas. Vraag: Is het een goed gedicht over dit schilderij? Waarom wel, of niet? Licht toe dat haiku's ook over een gevoel kunnen gaan dat je bij een schilderij hebt. Vaak wordt beschreven wat de zintuigen waarnemen. Bespreek het lettergrepenschema bij dit gedicht.
Haiku-houvast
  • Een haiku gaat vaak over iets in de natuur
  • Gebruik bij een haiku je zintuigen
  • Kijk goed en vraag: Wat zie ik? Wat hoor ik? Wat ruik ik? Welk gevoel krijg ik erbij?
  • Drie regels, lettergrepenschema 5 - 7 - 5

Slide 24 - Tekstslide

Bespreek nog even kort de belangrijke punten bij het maken van een haiku. Benoem dat het niet noodzakelijk is dat alle vragen 'beantwoord' worden. De vragen zijn een hulpmiddel bij het zoeken naar woorden en zinnen. 
Kunstenaar Vincent van Gogh
Titel De aardappeleters
Datering april - mei 1885
Locatie Nuenen, Noord-Brabant
Collectie Van Gogh Museum, Amsterdam

Slide 25 - Tekstslide

Hier zie je zes kunstwerken. Vijf ervan zijn door schilders gemaakt waar we gisteren een presentatie over hebben gehoord. Jullie gaan straks bij één van deze schilderijen een haiku schrijven. Weten jullie bij welke schilder welk schilderij hoort? Kijk even mee...
Kunstenaar Vincent van Gogh
Titel De aardappeleters
Datering april - mei 1885
Locatie Nuenen, Noord-Brabant
Collectie Van Gogh Museum, Amsterdam

Slide 26 - Tekstslide

Van wie is dit schilderij? > Jan Steen.

Wat zien jullie? Wat kun je horen? Ruiken? Even kort brainstormen bij dit schilderij
Kunstenaar Vincent van Gogh
Titel Het Gele Huis ('De straat')
Datering september 1888
Locatie Arles, Zuid-Frankrijk
Collectie Van Gogh Museum, Amsterdam

Slide 27 - Tekstslide

Dit schilderij is in de 20e eeuw gemaakt door Albertus Temming, geen bekende schilder. Wat zie je? Wat hoor je? Voel je? etc.
Kunstenaar Vincent van Gogh
Titel De slaapkamer
Datering oktober 1888
Locatie Arles, Zuid-Frankrijk
Collectie Van Gogh Museum, Amsterdam

Slide 28 - Tekstslide

Deze kennen jullie wel....
Het meisje met de parel van Vermeer inderdaad. Wat zie je?
Kunstenaar Vincent van Gogh
Titel Veld met irissen bij Arles
Datering mei 1888
Locatie Arles, Zuid-Frankrijk
Collectie Van Gogh Museum, Amsterdam

Slide 29 - Tekstslide

En van wie is dit schilderij? Van Van Gogh. Het heet de sterrennacht. Wat zie je op dit schilderij? Hoor je ook iets? Wat voel je? Koude nachtlucht...?
Kunstenaar Vincent van Gogh
Titel Courtisane (naar Eisen)
Datering oktober - november 1887
Locatie Parijs, Frankrijk
Collectie Van Gogh Museum, Amsterdam

Slide 30 - Tekstslide

Dit is een schilderij van... Rembrandt van Rijn. Wie kan hier iets over zeggen?
Kunstenaar Vincent van Gogh
Titel Kop van een skelet met brandende sigaret
Datering januari - februari 1886
Locatie Antwerpen, België
Collectie Van Gogh Museum, Amsterdam

Slide 31 - Tekstslide

En van wie is dit schilderij denk je? Van Piet Mondriaan. Wat zie je hier? En wat kun je misschien horen? Of ruiken?
Een haiku bestaat uit
drie regels, met lettergrepenschema
5
7
5

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kunstenaar Vincent van Gogh
Titel De aardappeleters
Datering april - mei 1885
Locatie Nuenen, Noord-Brabant
Collectie Van Gogh Museum, Amsterdam
timer
5:00
- Wat zie ik? Wat hoor, ruik, proef ik? Welk gevoel krijg ik erbij?
- Drie regels, lettergrepenschema 5 - 7 - 5

Slide 33 - Tekstslide

Jullie gaan nu in vijf minuten een haiku schrijven bij één van deze schilderijen. Probeer niet te lang na te denken. Schrijf eerst gewoon wat woorden, associaties op papier en kijk daarna hoe ze in een schema passen. - je kunt als docent ook meedoen :)
Wie wil er voorlezen?

Slide 34 - Tekstslide

Vraag ter afronding van dit onderdeel een aantal leerlingen hun haiku's voor te lezen. Toon tijdens het voorlezen het bijbehorende schilderij op het digibord, of laat de andere leerlingen raden over welk schilderij de haiku gaat.
Nu gaan we echt beginnen!

Jullie gaan zelf een gedicht schrijven.
Van het gedicht maak je een gedichtenposter.
De poster komt in je portfolio.
Alle posters bundelen we tot één NT2-gedichtenbundel. 


Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beoordeling
Voor de gedichtenposter krijg je een cijfer (50%).
- Je gedichtenposter ziet er verzorgd uit
- Je tekst is een mooi geheel in een bepaalde vorm
- Je illustratie past bij de tekst
- Je doet actief mee tijdens de les
- Je probeert verschillende dingen uit en verbetert je werk
- Je werkt serieus aan je gedicht




Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar gaat je gedicht over?

Slide 37 - Tekstslide

Jullie mogen het onderwerp helemaal zelf kiezen, maar er is wel een parapluthema en dat is Nederland
Brainstorm
Maak een mind map over Nederlandse dingen: de taal, het eten, het weer, de mensen, het landschap, .... het kan van alles zijn!

Schrijf minimaal tien dingen op, maar veel meer mag ook!
Denk aan kleine dingen die bij jou horen.
timer
5:00

Slide 38 - Tekstslide

Ik zou de leerlingen eerst zelfstandig laten brainstormen. Daarna kunnen ze natuurlijk delen wat ze hebben bedacht. Dan brengen ze elkaar misschien nog op ideeën.
Onderwerp kiezen
Kies één onderwerp waar jij een gedicht over gaat schrijven.

Hou het onderwerp dicht bij jezelf. 
Kies iets waar je een bepaald gevoel bij hebt.


Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedicht schrijven
Stap 1:
Begin met het verzamelen van woorden of korte zinnetjes die bij jouw onderwerp passen.
Denk aan de zintuigen: wat hoor je? zie je? voel je? ruik je?
Denk aan je gevoel: wat voel je? wat vind je?
Bedenk rijmwoorden
Bedenk mooie bijvoeglijk naamwoorden

Slide 40 - Tekstslide

Als leerlingen dit moeilijk vinden kunnen ze ook de tijdschriften gebruiken om in te bladeren en eventueel woorden uit te knippen. Ze mogen ook een collage maken van woorden en plaatjes.
Gedicht schrijven
Stap 2:
Begin met het samenstellen van jouw gedicht.
Kies een vaste vorm, als je dat fijn vindt (elfje, haiku?)

Denk niet te lang na over de eerste versie.
Herschrijven kan altijd nog :)

Slide 41 - Tekstslide

Ook hier mogen ze woorden knippen uit de tijdschriften
Gedicht schrijven
Stap 3:
De basis is er. Deel je gedicht in een klein groepje. 
Bedenk samen wat je kunt veranderen. 
Wil je een andere vorm? Wil je meer of minder?
Kijk welke woorden je weg kunt halen.
Blader door de boeken met gedichtenposters als inspiratie.
Herschrijf je gedicht als je wilt.

Slide 42 - Tekstslide

Ook hier mogen ze woorden knippen uit de tijdschriften.
Ze kunnen ook in deze fase alvast wat bladeren in de boeken met gedichtenposters om inspiratie op te doen.
Gedicht vormgeven
Stap 4:
Je gaat nu de poster maken.
Bekijk de voorbeelden als inspiratie.

Bedenk wat je wilt gaan doen:
- tekenen, plakken, een collage, ...
- Verzamel materialen en maak er iets moois van!

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedicht inleveren
Stap 4:
Als je poster helemaal af is, zal de docent er een foto van maken. Deze kun je uploaden in je portfolio.
De foto komt ook in de gedichtenbundel!

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies