PRV 2.6

Professionele Vaardigheden


Les 6
Periode 1
Leerjaar 2
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Professionele Vaardigheden


Les 6
Periode 1
Leerjaar 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les
- Wat verstaan we onder de GGZ?
- Naar wie moet je altijd als eerste wanneer er sprake is van psychische problemen?
- Met welke klachten/aandoeningen kun je terecht bij de POH-GGZ?
- Met welke klachten/aandoeningen kun je terecht bij de Basis GGZ?
- Met welke klachten/aandoeningen kun je terecht bij de Specialistische GGZ?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het eind van de les kun je:
  • Uitleggen wat de GGZ inhoudt
  • Enkele voorbeelden geven van problemen/aandoeningen binnen de GGZ
  • Wanneer je bij de POH-GGZ/Basis-GGZ/Specialistische GGZ komt
  • De drie categorieën in de gehandicaptenzorg benoemen
  • Vertellen waar je op let bij het omgaan met mensen met een lichamelijke, auditieve, visuele of verstandelijke beperking

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesindeling
  1. Welkom
  2. Vorige les
  3. Opdracht Dwang in de zorg
  4. Samenvatting GGZ in Nederland
  5. Pauze
  6. Doktersassistente Eveline + MGZ
  7. Lesdoelen
  8. Afsluiting en huiswerk

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dwang in de zorg
Zorgmachtiging:
  1. Wanneer:
  2. Wie regelt het:
  3. Hoe lang:

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dwang in de zorg
Crisismaatregel:
  1. Wanneer:
  2. Wie regelt het:
  3. Hoe lang:

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting GGZ (1)
GGZ: Voor de psychische gezondheid (geestelijke gezondheidszorg

Stap 1:
Naar de huisarts (medicijnen, zelfzorg, psycho-educatie)
Stap 2: Vervolg
  1. POH-GGZ: Lichte problemen (vb. somberheid)
  2. Basis GGZ: Milde, niet-complexe problemen (vb. depressie, angst, ADHD)
  3. Specialistische GGZ: Ernstige, complexe problemen (vb. anorexia)
    - Eventueel met opname, dagbehandeling of ambulante zorg

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting GGZ (2)
Zorgmachtiging:
  • Bij ernstig gevaar voor zelf of omgeving
  • Via officier van Justitie en de rechter
  • Duur: Maximaal 6 maanden
Crisismaatregel:
  • Bij acuut en ernstig dreigend gevaar door psychiatrische stoornis
  • Via burgemeester
  • Duur: Maximaal 3 dagen (daarna via rechter maximaal 3 weken)



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de praktijk

Slide 9 - Tekstslide

Zie Word document les 6
Indeling naar doelgroep
Zorg in Nederland

AGZ                                                                   GGZ
                                                                                (Geestelijke gezondheidszorg)
       Algemene Gezondheidszorg (AGZ)                                                                                
Maatschappelijke Gezondheidszorg (MGZ)                                                                          Verstandelijk Gehandicaptenzorg (VGZ)                                                                          Jeugdgezondheidszorg (JGZ)                                                                                

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gehandicaptenzorg
Zorg voor mensen met een:
  1. Lichamelijke beperking
    - Matig of ernstig
  2. Zintuiglijke beperking
    - Auditief, visueel
  3. Verstandelijke beperking
    - Licht, matig, ernstig, meervoudig
 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


PAUZE

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichamelijke beperking
Fysieke afwijking: Ledemaat is er niet (normaal)
  • Ontbreken van (delen van) ledematen
  • Afwijkende ledematen

Functionele afwijking: Ledemaat functioneert niet (normaal)
  • Dwarslaesie of hersenbeschadiging
  • Spieraandoeningen (MS, Duchenne)

Slide 13 - Tekstslide

1,4 miljoen mensen in Nederland met matige of ernstige lichamelijke afwijking

Fysieke afwijking: door amputatie of ontbreken/afwijking in aanleg, na botbreuk

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zou je omgaan met...

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Omgaan met...
  1. Neem nooit beslissingen voor iemand met een beperking
  2. Probeer op ooghoogte te communiceren 
  3. Spreek de patiënt altijd zelf aan, i.p.v. de begeleid(st)er
  4. Help niet meer dan nodig of gewenst is
  5. Gebruik geen kinderachtige taal
  6. Bij een hulphond: deze niet aaien!
  7. Niet staren

Slide 16 - Tekstslide

Deze tips zijn vooral voor rolstoelgebruikers, maar kunnen ook omgezet worden op andere lichamelijk beperkingen

Gewoon waar gewoon kan
Zintuiglijke beperking
Auditief: Ernstig doof of slechthorend (12 000 in Nederland)
  • Aangeboren of verworven
  • Hoortoestel, gebarentaal, CI
  • Invloed op sociale leven (vermoeidheid, laag zelfvertrouwen)

Visueel: Ernstig slechtziend of blind (325 000 in Nederland)
  • Aangeboren of verworven
  • Vergrotingen, braille, hulphond, stok
  • Onzekerheid, angst, verdriet, boosheid

Slide 17 - Tekstslide

Verworven auditieve beperking: erfelijkheid, ongeluk/trauma, virusinfectie, geluidsoverlast

Slecht of niet kunnen horen kan grote invloed hebben op je sociale leven. Ook is school of werk vaak extra vermoeiend, omdat luisteren meer inspanning en concentratie kost. Als je gesprekken niet kunt volgen, kan dit je zelfvertrouwen negatief beïnvloeden. Sommige mensen zijn bang dat er over hen gepraat wordt. Ook ondernemen mensen die slecht horen vaak minder sociale activiteiten, omdat ze dingen niet kunnen verstaan. Dit kan leiden tot een sociaal isolement en vereenzaming.

Verworven visuele beperking: oogziekte, trauma, hersenaandoening
Hoe zou je omgaan met...

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Auditieve beperking

  1. Spreek rustig, duidelijk en in korte zinnen
  2. Articuleer goed en maak oogcontact
  3. Gebruik je mimiek en lichaamstaal
  4. Houd niks voor je mond
  5. Praat niet door elkaar
  6. Vermijdt achtergrondgeluid
  7. Schreeuw niet (dat helpt niet...)
  8. Benader de patiënt niet van achteren
  9. Als je hem/haar wil roepen, tik dan even op de schouder
  10. Schrijf moeilijke woorden op
  11. Ga goed in het licht staan
Visuele beperking

  1. Zeg bij de begroeting altijd even je naam
  2. Ondersteun je gebaren (een glimlach en knikken) met woorden
  3. Raak iemand niet zomaar aan
  4. Spreek mensen in gezelschap bij hun naam aan, zodat het duidelijk tegen wie er gepraat wordt
  5. Kijk uit met obstakels, zoals een tas, speelgoed en niet aangeschoven stoelen
  6. Zorg voor een goed verlichte ruimte (bij slechtziendheid)
  7. Wees nauwkeurig in je uitleg over waar iets staat/is

Slide 19 - Tekstslide

Check of de patiënt je goed verstaan heeft
Vraag om herhaling als jij iets niet begrijpt
Wordt niet boos/verlegen

Verstandelijke beperking
Verstandelijke beperking: IQ lager dan 70
  • 160 000 in Nederland (1-2%)
  • Erfelijk bepaald (in de genen)
  • Syndroom of stoornis
  • Problemen tijdens de zwangerschap
  • Zuurstoftekort bij bevalling
  • Hersenvliesontsteking, ongeluk, ziekte

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderverdeling
  1. Zwakbegaafd: IQ 70-85
  2. Licht verstandelijke beperking: IQ 50-75 (kind tussen 6 en 12)
    - Beperkt informatie opnemen en onthouden
    - Sociale vaardigheden zijn beperkt (onderscheid goed/kwaad)
    - Schoolse vaardigheden zijn beperkt (klokkijken, lezen, schrijven)
    - Gedragsproblemen
  3. Matige verstandelijke beperking: IQ 35-50
  4. Ernstige tot diepe verstandelijke beperking: IQ 0-35

Slide 21 - Tekstslide

Beperkingen in het intellectueel functioneren
Beperkingen in het adaptief gedrag (sociaal emotioneel functioneren)
De beperking is aanwezig vóór het achttiende levensjaar
Omgaan met...
  1. Gebruik korte zinnen en hou het eenvoudig (niet kinderachtig)
  2. Gebruik geen beeldspraak ('hij zag groen van jaloezie')
  3. Neem de tijd om te luisteren en vragen te beantwoorden
  4. Bespreek in een zin maar 1 onderwerp of stel maar 1 vraag
  5. Ga met de ander om zoals je zelf behandeld wil worden 
  6. Herhaal afspraken en leg deze vast op papier
  7. Help bij het nemen van beslissingen, maar laat hen zelf beslissen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het eind van de les kun je:
  • Uitleggen wat de GGZ inhoudt
  • Enkele voorbeelden geven van problemen/aandoeningen binnen de GGZ
  • Wanneer je bij de POH-GGZ/Basis-GGZ/Specialistische GGZ komt
  • De drie categorieën in de gehandicaptenzorg benoemen
  • Vertellen waar je op let bij het omgaan met mensen met een lichamelijke, auditieve, visuele of verstandelijke beperking

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk


Maken opdracht Braille en gebarentaal

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies