4.3 en 4.4

4.3
opbouw van steden
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.3
opbouw van steden

Slide 1 - Tekstslide

Vorige hoofdstuk..
hadden we het over de 3 sectoren waarin mensen kunnen werken.

Slide 2 - Tekstslide

In welk rijtje staan de 3 sectoren (groepen) waarin je kan werken
A
Diensten, Landbouw, Akkerbouw
B
Landbouw, Industrie, Diensten
C
Akkerbouw, Veeteelt, Ambacht
D
Industrie, Productie, Constructie

Slide 3 - Quizvraag

Urbanisatie
= De groei van steden.
toen vanaf 1850 steden belangrijker werden door fabrieken ging steeds meer mensen er wonen.

Slide 4 - Tekstslide

Soorten stad?
Megastad = een stad met meer dan 10 miljoen inwoners.
Wereldstad = veel internationale bedrijven (belangrijk voor de hele wereld)
Hoofdstad = Hier zit MEESTAL de regering van dit land.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Dit heeft iedere stad
een stad met veel diensten waar mensen gebruik van kunnen maken = Voorzieningen
Infrastructuur = Alles wat nodig is voor vervoer en communicatie. (hoe dan?)

Slide 7 - Tekstslide

Delen van een stad?
Zakencentrum = het centrum met veel kantoren en dure winkels
het centrum is vaak duur.
Daarom wonen mensen aan de rand van een stad = Voorstad
Krottenwijken = hier is Infrastructuur vaak slect.

Slide 8 - Tekstslide

Riool vervoerd de ontlating van een. dit hoort bij de infrastructuur.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

internet is geen onderdeel van de infrastructuur van een stad.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

In Den Haag staat het Internationaal Strafhof (rechtbank). Den Haag is daarom een ?
A
Wereldstad
B
Kleine stad
C
Dorp
D
Megastad

Slide 11 - Quizvraag

Urbanisatie is?
A
Steden verdwijnen
B
Steden worden een hoofdstad.
C
Groei van steden
D
Steden worden internationaal belangrijk.

Slide 12 - Quizvraag

op deze plek zijn veel kantoren en dure winkels
A
Historische centrum
B
Voorstad
C
Krottenwijk
D
Zakkencentrum

Slide 13 - Quizvraag

MAKEN
KGT 4.3 opdr. 2, 3, 4, 7, 9, 10.
BK opdr. 2, 4, 5, 7, 9.

Slide 14 - Tekstslide

4.4
Steden in Nederland

Slide 15 - Tekstslide

In Den Haag zit onze regering. daarom is Den haag onze Hoofdstad?
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 16 - Quizvraag

HAHAHA gefopt?
het is Amsterdam.

Slide 17 - Tekstslide

Opbouw Nederlandse steden.

  • Randstad
  • A'dam = hoofdstad
  • R'dam = Wereldstad
  • Den Haag = Regering
  • Utrecht = Knooppunt
  • Groene hart

Slide 18 - Tekstslide

Waar woon je?
  • Binnenstad
  • 19e eeuw
  • Hoogbouwwijken
  • Laagbouwwijken
  • Vinex-wijken

Slide 19 - Tekstslide

Hoe goed/slecht is de wijk?
Leefbaarheid = 
als een wijk verouderd is word de leefbaarheid vaak minder. Renovatie = het verbeteren van de wijk. opknappen van huizen en b.v. speeltuinen.

Slide 20 - Tekstslide

MAKEN 4.4
KGT 2, 3, 4, 6, 8
BK 2, 3, 4, 6.

Slide 21 - Tekstslide