V2 Wiederholung HABEN, SEIN + WERDEN (Präsens)

     Grammatik: haben sein & werden
werden
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

     Grammatik: haben sein & werden
werden

Slide 1 - Tekstslide

maak de juiste combinaties
sleep de werkwoorden naar het juiste persoonlijk voornaamwoord op de volgende dia's

Slide 2 - Tekstslide

het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 3 - Sleepvraag

het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 4 - Sleepvraag

het werkwoord werden
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
werde
wirst
wird
werden
werdet
werden

Slide 5 - Sleepvraag

... (Haben) du Zeit für mich?

Slide 6 - Open vraag

Sie ... (worden) im Januar schon 15 Jahre alt?

Slide 7 - Open vraag

Ich weiß nicht, was ich falsch gemacht ... (haben) .

Slide 8 - Open vraag

... (Sein) du müde?

Slide 9 - Open vraag

Ich ... (zullen) dich mit den Aufgaben helfen.

Slide 10 - Open vraag

... (Sein) Sie schon wieder krank?

Slide 11 - Open vraag

Wir ... (haben) unseren Eltern eine Karte geschrieben.

Slide 12 - Open vraag

... (Zullen) ihr das Geschenk nicht vergessen?

Slide 13 - Open vraag

Ich ... jetzt vierzehn Jahre alt.

Slide 14 - Open vraag

Johann, wo ... du?

Slide 15 - Open vraag

... ihr froh, dass der Urlaub beginnt?

Slide 16 - Open vraag

Er ... seine Oma schon lange nicht mehr gesehen.

Slide 17 - Open vraag

Es hat geregnet. Die Straße ... nass.

Slide 18 - Open vraag

Heute ... (worden) es schlechtes Wetter.

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide