CKV H4 Hoofdstuk 10 Herkenning en Vervreemding

We hebben 2 hoofdstukken behandeld. 'Ambachtelijk en Industrieel' en 'Amusement en Engagement'. 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Culturele en kunstzinnige vormingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

We hebben 2 hoofdstukken behandeld. 'Ambachtelijk en Industrieel' en 'Amusement en Engagement'. 

Slide 1 - Tekstslide

Welke stelling(en) over 'Ambachtelijk' is/zijn juist?
A
Een ambachtelijk exemplaar is uniek.
B
Ambachtelijk is oud.
C
Iets ambachtelijks is altijd kunst.
D
Iets ambachtelijks wordt met de hand gemaakt.

Slide 2 - Quizvraag

Welke stelling(en) over 'Industrieel' is/zijn juist?
A
Een industrieel kunstwerk wordt altijd in een fabriek gemaakt.
B
Een industrieel kunstwerk is makkelijk te reproduceren.
C
Industriële kunst is vaak goedkoper dan ambachtelijke kunst.
D
Ambachtelijke en industriële kunst gaan niet samen.

Slide 3 - Quizvraag

Welke stelling(en) over 'Amusement' is/zijn juist?
A
Amusement is gericht op vermaak.
B
Cabaret is amusement.
C
Iemand die amusement maakt, is geen kunstenaar.
D
Amusement is altijd leuk.

Slide 4 - Quizvraag

Welke stelling(en) over 'Engagement' is/zijn juist?
A
Amusement en engagement gaan niet samen.
B
Engagement heeft geen boodschap.
C
Engagement zet je aan het denken.
D
Cabaret is engagement.

Slide 5 - Quizvraag

Het volgende hoofdstuk gaat over 'Herkenning en Vervreemding'. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

We keken een scene uit de film 'De laatste dagen van Emma Blank' van regisseur Alex van Warmerdam. 



Welk woord komt erin je op na het zien van deze scene? 

Slide 8 - Tekstslide

Deze scène vond ik:

Slide 9 - Woordweb

Er zijn dingen in de scene die heel normaal zijn, en er zijn dingen die best gek zijn. Wat was er normaal?

Slide 10 - Tekstslide

Normaal

Slide 11 - Woordweb

Wat was er vreemd aan deze scene?

Slide 12 - Tekstslide

Vreemd

Slide 13 - Woordweb

Herkenning
Kunstenaars gebruiken vaak herkenbare beelden of situaties in hun werk. Dat roept soms krachtige gevoelens op. Zo kan een bepaalde melodie je meteen terugbrengen naar je kindertijd, of doet een mooi landschapsschilderij je denken aan die leuke vakantie in Frankrijk. Bij een scene uit een toneelstuk over liefde herken je wellicht situaties uit je eigen liefdesleven. 

Slide 14 - Tekstslide

Vervreemding
Andere kunstwerken roepen juist vervreemding op; het gevoel dat je een situatie niet begrijpt en deze niet kunt vatten. Als iets vervreemdend is vinden mensen het gek of absurd en weten ze niet wat ze ermee moeten. Vervreemding gaat soms samen met gevoelens van eenzaamheid en machteloosheid. Maar iets waar je geen grip op hebt kan ook juist grappig en bevrijdend zijn. Je wordt even helemaal op het verkeerde been gezet en kijkt daarna weer met een frisse blik naar de werkelijkheid. 

Slide 15 - Tekstslide

De schreeuw
De Schreeuw is een bekend schilderij van de Noorse kunstenaar Edvard Munch. Hierin spelen herkenning en vervreemding beiden een rol. 

Slide 16 - Tekstslide

Meteen valt de hoofdfiguur op; hij houdt zijn hoofd vast en zijn ogen en mond wijd open. We horen niet, maar herkennen toch een schreeuw die door merg en been gaat. Hoewel de figuur eens duidelijk herkenbaar is, kunnen we ons toch verbinden met zijn gevoel van wanhoop en eenzaamheid. 

Slide 17 - Tekstslide

De Schreeuw gaat over een herinnering aan een wandeling met twee vrienden. Plotseling wordt Munch overvallen door de felrode en oranje kleuren van de ondergaande zon; alsof de natuur het uitschreeuwt.  Het schilderij toot de vervreemdende ervaring van dat specifieke moment. 

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag! Zoek op internet een foto van een kunstwerk welke op jou een vervreemdend effect heeft.

Slide 19 - Open vraag

Wat vind jij leuker/interessanter om naar te kijken? Herkenbare of vervreemdende kunst?
Herkenbare kunst
Vervreemdende kunst
Beiden

Slide 20 - Poll

Verwerkingsopdracht
We hebben nu 3 hoofdstukken uit het boek behandeld. Bij elk hoofdstuk hoort een verwerkingsopdracht. Uit deze drie kies je één opdracht. Dit wordt je eerste cijfer: T1. 
Weging: 1
Deadline: 24 november

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide