Les 5: Gedrag

Planning
Terugkoppeling
Nieuwe doelen
Les
Aan de slag
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Planning
Terugkoppeling
Nieuwe doelen
Les
Aan de slag

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TIK ME
Leerlingen WIT moeten weten dat zenuwen RICHTINGSVERKEER hebben.

Gevoelzenuwen sturen impuls altijd richting wervelkolom en Hersenen  toe.
Bewegingszenuwen sturen impuls altijd richting spieren toe.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hersenen
Zenuwen
Ruggenmerg

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Draadjes die zintuigen en spieren verbinden met het ruggenmerg of de hersenen.
A
Hersenenen
B
Zenuwen
C
Zintuigen
D
Impulse

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een vaste, snelle onbewuste reactie op een bepaalde prikkel noem je een..
A
impuls
B
respons
C
reflex
D
bewuste reactie

Slide 6 - Quizvraag

ONBEWUST BETEKENT OOK DAT HET NIET (Meteen)NAAR JE HERSENEN GAAT?

Zet in de juiste volgorde. Dit
geld voor een "normale" waarneming.
prikkel ( van buiten)
zintuig
impuls
zenuw
hersenen
waarneming

Slide 7 - Sleepvraag

Zenuwen kan ook opgesplits worden in zintuigen en ruggenmerg.
Doelen
  • Je benoemt wat gedrag is
  • Je onderscheidt inwendige prikkels en uitwendige prikkels
  • Je benoemt het verschil tussen observatie en interpretatie bij gedrag.

Doelen 2

  • Je benoemt wat een sleutelprikkel is

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat denk je is gedrag?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Gedrag
  • Prikkel  verandering waarop je kunt reageren.
  • Inwendige prikkel:  prikkel veroorzaakt door je eigen lichaam
  • Uitwendige prikkel: prikkel uit je omgeving.

Prikkels komen binnen bij zintuigen.
Zintuigen geven een impuls aan het zenuwstelsel
Je hersenen reageren en zorgen dat je lichaam reageert.
Respons: = een reactie op een prikkel.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is dit gedrag?
DE WEKKER GAAT.
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je denkt: Wat Jammer
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je zegt: Wat jammer
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je pakt je fiets
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De bel gaat
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je wast je
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kan je nu al antwoord geven op het vraag wat is gedrag? (mag fout zijn)

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

... is alles wat een mens of dier doet.
A
Imiteren
B
Leren
C
Gedrag
D
Oefenen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gedrag is........
A
Een reactie op een prikkel
B
Een reactie op een impuls

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Prikkels
Inwendige prikkel  =  motivatie  =  prikkel uit je eigen lichaam
  • honger
  • dorst
  • hormonen  (je zegt dus nooit: zin in seks)
Uitwendige prikkel = prikkel uit je omgeving
  • geur
  • kleur
  • licht
  • temperatuur

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prikkels
Gedrag vindt plaats door zowel inwendige prikkels (motivatie) als uitwendige prikkels 
=> allebei nodig!
Vb: je ruikt patat. Maar je eet het alleen op als je ook honger hebt.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitwendige prikkels, dus van buiten het lichaam
Er is altijden ook een inwendige prikkel nodig om bepaald gedrag te veroorzaken.
Dus in dit geval moet je ook honger of trek hebben.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat denk je is het verschil tussen observatie en interpretatie?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Observatie
Interpretatie
Met de voeten
heen en weer na voren bewegen richting vlees.
Lopen naar zijn eten toe
Hond zweept staart heen en weer!
Hond is blij

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is gedrag???

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleutelprikkel
Bijvoorbeeld: 
een zwaluw komt op het nest.
De jonge zwaluw doet zijn bek open
De binnenkant is felgekleurd
De ouders voeren het jong.
Sleutelprikkel = de felgekleurde binnenkant

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als een prikkel
steeds dezelfde
reactie (respons) geeft noem je dit:

A
een sleutelprikkel
B
een uitwendige prikkel
C
een inwendige prikkel
D
een respons

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb je alles af?
Je werkt door op portal!!
Daar vind je genoeg opdrachten!!!!!

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je nog een vraag? feedback? Iets nog onduidelijk? VRAAG HET HIER

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies