Week 6 Groentesoep


Groentesoep

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
HorecaPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les


Groentesoep

Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je vorige week gemaakt?

Slide 2 - Tekstslide

lesdoelen
  • Je kan minimaal 3 soorten groenten opnoemen
  • Je weet op welke manieren je groenten in de winkel kan kopen
  • Je kan onder begeleiding julienne snijden

Slide 3 - Tekstslide

Theorie groenten
Groenten= eetbare delen van planten
90% uit water, veel vitaminen en mineralen

Seizoensgroenten=groenten die alleen in een seizoen goed groeien

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn seizoensgroenten?

Slide 5 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een zomergroente

Slide 6 - Open vraag

Soorten groenten
Wortel- of knolgewassen= knol of wortel eten
Stengelgroenten= stengels worden gegeten
Bladgroenten= eten van de bladeren
Vruchtgroenten= kleurrijke soorten
Peulvruchten= groenten die in een peul groeien
Koolsoorten= broccoli en bloemkool
Uigewassen= sterke geur verspreiden

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 2

Slide 8 - Tekstslide

Theorie groenten
Kopen: vers, panklaar & diepgevroren
Bewaren: koelkast & soms buiten de koelkast

Vers = snijden, wassen dan koken of bakken
Panklaar = meteen bereiden
Diepgevroren = lang houdbaar

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Theorie

Slide 11 - Tekstslide

Thema
Doelgroep = een groep mensen met een aantal dezelfde kenmerken

Leeftijd, interesse, sport, gezinnen.

Waarom is bij een spelletje een doelgroep belangrijk?

Slide 12 - Tekstslide

Memoryspel maken
  • Je gaat in tweetallen een memoryspel maken
  • Het moet te maken hebben met de lessen horeca

Welke doelgroep?
  • Foto's van ingredienten of materialen
  • Moeilijker? Gebruik woorden in combinatie met foto's

Slide 13 - Tekstslide

vaktaal
Seizoensgroenten
Panklaar
Gelijke porties
Vermicelli
Julienne


Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

voorbereiding
We gaan met de volgende 3 slides, onze spullen verzamelen en de keuken hygiënisch schoon maken. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

emmer sop
1. pak het blauwe schoonmaakmiddel.

2. doe 1/2 dopje in je emmer. 

3. vul tot het 2e streepje. 

Slide 18 - Tekstslide

Materialen
  • afruimbak
  • bekken
  • steelpan
  • maatbeker
  • schuimspaan

Materialen
  • soepkom
  • eetlepel
  • soeplepel
  • spatel
  • vork

Slide 19 - Tekstslide

Ingrediënten:
  • 1  Bouillonblokje
  • 100 gram soepgroente
  • 20 gram Vermicelli



Ingrediënten:
  • 50 gram rundergehakt
  • 500 ml water
  • Snufje nootmuskaat
  • Peper & zout

Slide 20 - Tekstslide

uitvoeren
je gaat nu de groentensoep maken. 

Volg de stappen voor een goed resultaat

Slide 21 - Tekstslide

Stap 1
  • Zet je pan op het fornuis
  • Zet het vuur laag
  • Doe je olie in de pan

Slide 22 - Tekstslide

Stap 2
  • Doe de soepgroente in de pan.
  • Verwarm de groente op laag vuur
  • Roer af en toe

Slide 23 - Tekstslide

Stap 3
Doe het water en het bouillonblokje in de pan.

Breng aan de kook

Slide 24 - Tekstslide

Stap 4
  • Voeg de vermicelli toe
  • Roer door met de spatel
  • Breng aan de kook

Slide 25 - Tekstslide

Stap 5
  • Doe het gehakt in de bekken.
  • Nootmuskaat, peper & zout erbij 

Slide 26 - Tekstslide

Stap 6
Prak het vlees met de kruiden

Slide 27 - Tekstslide

Stap 7
  • Verdeel het gehakt in 10 porties
  • Maak 10 gehakt balletjes

Slide 28 - Tekstslide

Stap 8
  • Doe de balletjes in de soep
  • Was je handen
  • Kook zachtjes 10 minuten

Slide 29 - Tekstslide

Stap 9
Proef de soep en breng op smaak

Slide 30 - Tekstslide

Stap 10
  • Schenk de soep in het bord.
  • Maak de randen schoon
  • Eetsmakelijk

Slide 31 - Tekstslide

afronden
na het koken ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

je zorgt dat ze ruimte weer netjes wordt.

Slide 32 - Tekstslide

stap 1
Afwassen en afdrogen van het gebruikte materiaal

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

stap 2
maak je werkblad schoon

Slide 35 - Tekstslide

stap 3
Maak het fornuis schoon

Slide 36 - Tekstslide

stap 4
veeg en/of dweil de vloer. 

Slide 37 - Tekstslide

schoonmaaktaken: 
  • wasbakken 1+2
  • wasbakken 3+4
  • Temperatuur meten
  • werkbank controleren
  • was vouwen
schoonmaaktaken:
  • vloer vegen
  • vloer schrobben
  • vloer trekken
  • kruidenkar
  • tafels schoonmaken

Slide 38 - Tekstslide

Nabespreken
kijk terug op de les. Hoe is het gegaan, wat ging super? 
zijn er ook dingen die je anders zou doen?
antwoord dit op de volgende slides

Slide 39 - Tekstslide

Reflectie
Vul je reflectie in. 

We gaan het daarna bespreken

Slide 40 - Tekstslide

Wat is een cupcake?



leerling kan uitleggen wat een cupcake is 

Slide 41 - Tekstslide

Welke 4 ingredienten zitten er in de cupcake?


leerling kan 4 ingredienten benoemen die in het recept zijn gebruikt.

Slide 42 - Tekstslide

Waar let je op bij au bain marie verwarmen?


lleerling kan glazuur au bain marie verwarmen, zonder dat er water in komt. 

Slide 43 - Tekstslide

Hoe smaakte het gerecht?
A
lekker
B
niet lekker
C
een beetje lekker
D
ik heb het niet geproefd

Slide 44 - Quizvraag

Wat ga je de volgende keer anders doen?

Slide 45 - Open vraag

wat heb je geleerd deze les. Noem minimaal 1 ding

Slide 46 - Open vraag

Slide 47 - Tekstslide