urinestelsel

Hulp bieden bij uitscheiding
- Terugblik vorige les
- Opdracht observatiepunten urine en ontlasting
- Korte theoretische uitleg
- Verwerkingsopdrachten
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
ZorgMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hulp bieden bij uitscheiding
- Terugblik vorige les
- Opdracht observatiepunten urine en ontlasting
- Korte theoretische uitleg
- Verwerkingsopdrachten

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik vorige les
- Urineweginfectie/blaasontsteking:
Vrouwen meer kans dan mannen
Verschijnselen
Behandeling
- Stenen in de urinewegen:
Verschijnselen/behandeling
- Gezwellen
- Prostaatklachten

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht observatie urine en ontlasting
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Bijzonderheden bij ontlasting
Obstipatie:
- Ontlasting hard en droog 
- Gaat erg moeilijk en meestal ook pijnlijk. 






Slide 4 - Tekstslide

Obstipatie kan ontstaan door:
- Te weinig vezels in de voeding. 

- Te weinig beweging (bedlegerig cliënten of verlamming van een groot deel van het lichaam).
- Aambeien. Dit zijn een soort spataderen rondom de anus. 
- Te lang ophouden van ontlasting waardoor het hard wordt.



Slide 5 - Tekstslide

Zo voorkom je obstipatie:
- Een gezond voedingspatroon met vezelrijke voeding. Vezelrijke voeding stimuleert de darmen. 
- Voedingsproducten die helpen om de ontlasting weer minder hard te maken zijn: appels, pruimen, bruine bonen, uien en peperkoek (ontbijtkoek).

- Anderhalve tot twee liter vocht per dag drinken.
- Regelmatige lichaamsbeweging. 
Als deze natuurlijke middelen niet helpen, kan een arts laxeermiddelen voorschrijven. Er zijn ook laxeermiddelen te koop bij apotheek en drogisterij. 


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Diarree
Diarree is vloeibare ontlasting. Diarree kan zelfs waterdun zijn. 



Slide 8 - Tekstslide

Er bestaan verschillende oorzaken voor diarree:
- spanningen en emoties;
- ontstekingen aan het maag-darmkanaal;
- sterk laxerende voeding, bijvoorbeeld olijfolie of uien;
- voedselvergiftiging.

Slide 9 - Tekstslide

- Bij diarree verliest een cliënt veel vocht. 
- Veel drinken is belangrijk.
- Risico op uitdroging (vooral bij baby en ouderen).
- Let er dus op dat cliënten met diarree voldoende drinken. 
- Geef de cliënt bouillon te drinken. Het zout helpt om vocht vast te houden. 
- Geen laxerende voedingsmiddelen eten, maar juist voedsel dat stoppend werkt. Denk hierbij aan beschuit of witte rijst. 
- Vaak houdt de diarree vanzelf weer op. 
- Als de diarree langer aanhoudt en stoppende voedingsproducten werken niet, dan is het verstandig om een arts te waarschuwen. 
- Er zijn bij de apotheek en drogisterij geneesmiddelen tegen diarree te koop. Lees wel voor het gebruik goed de bijsluiter.

Slide 10 - Tekstslide

Verwerkingsopdrachten licentie

Slide 11 - Tekstslide