Unité 3 leçon 1 TH2

Bonjour
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bonjour

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HUISWERK:
Leçon 1 - unité 3
Je moet voor vrijdag 5 maart afhebben:
Ex. 2-3-4-5-7-8-9 In je ONLINE WB
LEREN: (quizlet) Woordjes LEçon 1 (unité 3)
DOE DIT HEEL SERIEUS 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Le planning pour aujourd'hui
Je veux qu'on travaille SÉRIEUSEMENT pendant ce cours!
--> portables/ jeux vidéos ? NON 
> in de klas werken we samen aan de oefeningen. (t/m 5 staan de antwoorden in deze Lessonup
> thuis doe je dit zelfstandig en laat je morgen je oefeningen zien in de les.
--> zorg dat je ALLES af hebt voor het eind van de les morgen.



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

UNITÉ 3 : Connexions

Leçon 1: Préférer + ZN  of  infinitief
Vraagwoorden& vraagzinnen
Leçon 2: Tout / certain / quelque/  aucun
Leçon 3: Werkwoorden in Présent en Futur Proche
Hoe geef je je mening in het Frans

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DOEL en EIND PROJECT
* Je moet in het FRANS informatie kunnen vragen en geven
* Je moet 'n eenvoudig telefoongesprek kunnen voeren (Frans)
* Je mening kunnen geven in het FRANS

PROJET FINAL: ENQUÊTE en INTERVIEW over communicatiemiddelen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A. Adorer
B. Détester
C. Aimer
D. Préferer
Houden van
Liever hebben/voorkeur
Dol zijn op
Een hekel hebben aan

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

 na aimer,préférer,adorer, détester : 



Le-la- l'-les

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 na aimer,préférer,adorer, détester : 



INFINITIEF/ HELE WW

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

aimer-préférer-adorer, détester
Il aime la pizza
Elle préfère les frites
Tu détestes le café et moi j'adore le café

Ils aiment danser
Nous préférons lire un livre anglais
J'adore aller en France

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jij hebt liever
A
Tu préfère
B
Tu préfères
C
Tu adores
D
Tu adorez

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

je ____________ (préférer)
A
préférez
B
préférons
C
préfère
D
préfèrent

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt je op bij de vormen van PRÉFÉRER bij JE - TU- IL- ELLE- ON- ILS -ELLES?

Slide 12 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Link

Deze slide heeft geen instructies

  • 2 'nieuwe' korte woordjes :

OU  
(vergis je niet met où)

ET



exemples:
Je t'appelle sur Skype OU sur le portable?
Tu préfères écrire une carte OU un mail?
Il préfère la viande ET le poisson.
Nous aimons le soleil ET la neige.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kies het juiste woord. Tu habites ........?
A
qui
B
ou
C
D
dans

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent:
Est-ce quePierre est grand et fort ou gentil et sportif?'
A
wordt Pierre groot, sterk, aardig en sportief?
B
Is Pierre naar een grote en sterke , sportieve vriend?
C
Is Pierre groot en sterk of aardig en sportief?
D
Is Pierre groot of sterk en aardig of sportief?

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Link

Deze slide heeft geen instructies

antwoorden activité 2 
EX.2 >> vraag 1 + antwoord D (gebruik je internet?> ja natuurlijk)
vraag 2 + antwoord F (waar? > thuis)
vraag 3 + antwoord A (hoe vaak? > bijna elke dag)
vraag 4 + antwoord E (wat doe je?> spelletjes, chat,forum)
vraag 5 + antwoord C (wat doe je liever? >internet)
vraag 6 + antwoord B (waarom ? geen tijd om naar de bieb te gaan)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ex. 3
1.Tu préfères travailler à la maison ou à la bibliotteshèque?
2. Tu veux faire des recherches sur Internet ou tu préfères chercher dans des livres et des magazines?
3. J'aime les exposés avec des vidéos. Et toi?
4. Tu préfères lire le texte de l'exposé sans lire tes notes?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden ex.4a
est-ce qu'il s'appelle Patrice ou Patrick? =
est-ce que tu préfères lire les livres imprimés ou les livres numériques?
est-ce que vous faites quelque chose?
est-ce que tu préfères cette chanson?
Est-ce que tu peux m'aider, s'il te plaît?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn dus 3 manieren om een vraag te maken.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

combien de questions formelles (= questions soutenues) entendez-vous? Luister naar het volgende YouTube-filmpje

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden activité 5
Om "UNE QUESTION FORMELLE " te maken draai je de Persoonsvorm en het onderwerp om (vergeet niet om er streepje tussen te zetten!
1. Connaissez-vous ce nouveau site Internet? = kent u deze nieuwe website?
2. Lisez-vous des livres imprimés aussi?= leest u ook gedrukte boeken?
3. Vas-tu trouver la solution à ce problème? = ga jij de oplossing vinden voor dit probleem?
4. Est-elle contente de sa présentation?= is zij tevreden met haar presentatie?
5. Aimez-vous chatter sur Skype?= vindt u het leuk om te chatten op Skype?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

l' écran (m.)=
l'outil (m.)= 
...
...
Ça m'est égal =
Ça ne t'embête =
...
...
...
...
= irriteren
= heten/ elkaar bellen
...
...
= iemand
= tot zo!

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke Franse vraagwoorden ken je ?

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de Franse vraagwoorden naar de Nederlandse
pourquoi
waar
hoe
hoeveel
wanneer
wie
wat
combien
qu'est-ce que
qui
quand
comment

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

NU GA JE ZELF ZINNEN MAKEN:
voorbeeld:
Où?->   Tu habite où?    Ils vont où en vacances? .......nu jij
Combien? -> Ça coûte combien?  Vous êtes combien de personnes?.....nu jij
Pourquoi?-> Pourquoi tu parles?    Pourquoi vous n'aimez pas Facebook

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Écoute la pub et identifie les sons / bruits (luister naar de audio van een reclamefilmpje en noteer wat je hoort - zoveel mogelijk in het Frans)
Pub 1

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Merci pour votre attention! 
Questions? 
à la prochaine fois :) 
Bon travail et 

Slide 32 - Tekstslide

De docent rondt de les af; bedanken, zijn er nog vragen, gedag zeggen.