Paragraaf 2.2 en 2.3

WELKOM!
Zoek rustig je eigen plek op.
Laat alles nog in je tas!
Mobiel de hele les in de tas, op stil.
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

WELKOM!
Zoek rustig je eigen plek op.
Laat alles nog in je tas!
Mobiel de hele les in de tas, op stil.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Bespreken PO
  • Herhalen par. 1.6 en 2.1
  • Nakijken 2.1
  • Bespreken 2.2 en 2.3

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg PO weer en klimaat

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen theorie

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlakte afstroming
Neerslag
Infiltratie
Verdamping
Condenseren

Slide 5 - Sleepvraag

nu kun je je kennis testen. 
De klimaatgrafiek hoort bij
A
Landklimaat
B
Gematigd zeeklimaat
C
Middellands zeeklimaat
D
toendraklimaat

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De klimaatgrafiek hoort bij
A
Landklimaat
B
Gematigd zeeklimaat
C
middellands zeeklimaat
D
Toendraklimaat

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van welk klimaat is deze klimaatgrafiek?
A
Savanne klimaat
B
Steppe klimaat
C
Zeeklimaat
D
Tropisch Regenwoud klimaat

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk klimaat zie je in de afbeelding hiernaast?
A
Woestijnklimaat
B
Savanneklimaat
C
IJs/sneeuw klimaat
D
Toendraklimaat

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Spanje heeft in de winter te maken met...?
A
Lage druk
B
Hoge druk

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij Nederland is er sprake van dalende lucht
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De bewolkingsgraad is in dit land het hoogst
A
Spanje
B
Nederland

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De windkracht is in dit land het grootst.
A
Spanje
B
Nederland
C
Italie
D
IJsland

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gematigd zeeklimaat
Middellandse zeeklimaat
Land
klimaat
Hoort niet bij Spanje
Hooggebergte klimaat
Steppe
klimaat

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

1: Sevilla heeft een mediterraan klimaat met droge, hete zomers en milde winters waarin de meeste regen valt.
2: in de zomer ligt Sevilla vaker onder invloed van lagedruk dan in de winter.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Nu jullie - Nakijken Huiswerk
  • Met nakijkboekje
  • Zelfstandig
  • Klaar? Lezen 2.3 in stilte
     
     
1d, 2abcd, 3acd, 4, 5c


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 2.2

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neerslagverdeling
In spanje is de neerslagverdeling ongelijk: natte winters, droge zomers en de meeste neerslag in het noordoosten (ligt aan zee!). Dit betekent dat de beschikbaarheid van water in Spanje een probleem kan zijn. In de zomer veel toeristen, hoge temperaturen en veel verdamping. Dit kan leiden tot tekorten.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2 stellingen. Juist of onjuist?
1. Nederland en Spanje hebben beiden een gelijke neerslagverdeling.
2. Het noordelijk deel van Spanje heeft meer neerslag dan het zuiden.
3. De kans op watertekorten is in Spanje het grootst in het zuidoosten.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Piekafvoer
Piekafvoer = Tijdelijke extra hoge waterafvoer (hoogwater) van een rivier in een jaar. In de winter kan er langdurig neerslag vallen wat kan leiden tot overstromingen. In de zomer is er sprake van buien met een hoge neerslagintensiteit. Dit leidt ook tot een piekafvoer.
Neerslagintensiteit
De hoeveelheid neerslag per tijdseenheid (uur, dag). 
Een hoge intensiteit betekent veel neerslag in korte tijd. Die kunnen leiden tot een hoge(re) piekavoer en een grotere oppervlakteafstroming

In NL en Spanje is de intensiteit in de zomermaanden het hoogst
Oorzaken waterproblemen
  • Neerslag valt ongelijk verdeeld over het jaar.
  • Zomer is zeer droog → watertekorten
  • Herfst en winter: regent zoveel dat overstromingen ontstaan.
  • Neerslagverdeling over het land is ongelijk.
  • Grote verschillen in neerslagintensiteit (soms grote piekafvoer)
  • Neerslag is zeer wisselvallig: Het ene jaar valt er veel meer neerslag dan het andere jaar
  • Verdamping in de zomer en de ongelijke neerslagverdeling → watertekorten.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welk seizoen is in Nederland de neerslagintensiteit het hoogst?
A
Winter
B
Lente
C
Zomer
D
Herfst

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is neerslagintensiteit?
A
de schade van neerslag die valt
B
hoeveelheid neerslag die per uur of dag valt
C
de piekafvoer van de neerslag
D
ongelijke neerslag verdeling

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

waterbalans
positief
veel neerslag, weinig verdamping
negatief
Meer verdamping of verbruik van water en te weinig neerslag. 
Nuttige neerslag
Nuttige neerslag: het verrschil tussen neerslag en verdamping.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk land kent een grotere nuttige neerslag?
A
Nederland
B
Spanje

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Over neerslag in Spanje worden twee uitspraken gedaan.

Uitspraak 1: een hoge neerslagintensiteit zorgt voor minder afstroming in
Spanje.
Uitspraak 2: gemiddeld is de nuttige neerslag in Spanje in de winter hoger
dan in de zomer.

A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk land heeft een grotere kans op een positieve waterbalans?
A
Nederland
B
Spanje

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk klimaat kent de meest negatieve waterbalans in Spanje?
A
Gematigd zeeklimaat
B
Landklimaat
C
Steppeklimaat
D
Middellandse Zeeklimaat

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Landbouw en toerisme
Irrigatie
Het land op een kunstmatige manier van water voorzien: sproeien, bevloeiing (overstromen). 
In Spanje is dit nodig omdat het te droog is in de zomer. Ook in de drogere delen van het land.
Verzilting
Het zout worden van de bodem.
In water zitten altijd zouten. Als je gaat irrigeren, zal een groot deel van dat water verdampen. De zouten kunnen niet verdampen en blijven in de bodem. Voorkomen: doorspoelen van de bodem (drainage) of druppelirrigatie.
Verdroging
In de zomer is de vraag naar water groot. Veel toeristen, veel verdamping en weinig neerslag. Water wordt opgeslagen in stuwmeren als voorraad in droge tijden. Ook grondwater wordt opgepompt. Hierdoor droogt de bodem uit = verdroging.
Veeteelt
Door droogte nu al vooral extensief - weinig dieren op een groter oppervlak, lage opbrengst.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom heeft Spanje juist in de zomer te maken met waterproblemen? Twee oorzaken!

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is verzilting?
A
Het zoeter worden van de bodem
B
Het zouter worden van de bodem
C
Je weet wel, zilt
D
Het zouter maken van drinkwater, anders is het schadelijk

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk seizoen treedt vooral verzilting en verdroging op?
A
Zomer
B
Herfst
C
Winter
D
Lente

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stelling: in gebieden waar de hoeveelheid nuttige neerslag klein is, komt vaker extensieve veeteelt voor dan in gebieden waar de hoeveelheid nuttige neerslag groter is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 2.3
  • Je kunt uitleggen hoe het natuurlijke broeikaseffect werkt en waarom dit de aarde leefbaar maakt.
  • Je kunt uitleggen waarom we ook spreken van het versterkte broeikaseffect en hoe dit werkt.
  • Je kunt vijf gevolgen geven van het versterkte broeikaseffect, waarbij een van die vijf zorgt voor de andere vier.
  • Je kunt op hoofdlijn beschrijven hoe de gemiddelde temperatuur in Spanje en Nederland de komende tijd verandert hierbij ga je in ieder geval in op de zomer- en de winterperiode.
  • Je kunt voor Nederland en Spanje ten minste één gevolg geven van deze veranderende gemiddelde temperaturen.
  • Je kunt op hoofdlijn beschrijven hoe de gemiddelde neerslag in Spanje en Nederland de komende tijd verandert. Hierbij ga je in ieder geval in op de zomer- en de winterperiode.
  • Je kunt voor Nederland en Spanje ten minste één gevolg geven van deze verandering in neerslag.
  • Je kunt verklaren waarom de zeespiegel wereldwijd stijgt en waarom dit proces ook bij een afname van koolstofdioxide in de atmosfeer nog lang zal doorgaan.
  • Je kunt beschrijven hoe snel en hoeveel de zeespiegel wereldwijd en in Spanje en Nederland naar verwachting tot 2100 zal stijgen.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt het broeikaseffect precies?
Zet het in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6
De aarde heeft een broeikas-effect. 
Daardoor heeft de aarde een aangename temperatuur.
Mensen zorgen voor veel uitstoot.
Er komt meer CO2 in de lucht.
De aarde houdt te veel warmte vast.
Het broeikaseffect wordt versterkt.

Slide 35 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt het versterkte broeikaseffect precies?
Zet het in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6
De aarde heeft een broeikas-effect. 
Daardoor heeft de aarde een aangename temperatuur.
Mensen zorgen voor veel uitstoot.
Er komt meer CO2 in de lucht.
De aarde houdt te veel warmte vast.
Het broeikaseffect wordt versterkt.

Slide 37 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Broeikaseffect
Natuurlijk en versterkt effect. 
  • Natuurlijk is goed - zorgt voor een leefbare temperatuur op aarde. 
  • De mens versterkt dit effect door het toevoegen van CO2 en CH4 (methaan). Dit is slecht!

  • Gevolg: het wordt warmer op aarde, zeespiegel stijgt.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeespiegelstijging
  1. Gletsjers in berggebieden en landijs op Groenland en Antarctica smelten. Er komt daardoor meer water in de oceanen terecht. 
     2. Het zeewater wordt door hogere temperaturen ook iets warmer. Warmer water zet uit en neemt meer ruimte in beslag. Dit is de belangrijkste oorzaak van zeespiegelstijging.


Zeespiegelstijging

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederland en Spanje
  • Zomers en winters worden warmer.
  • Vaker (lange) droge perioden in de zomer.
  • Neerslagintensiteit neemt toe, vooral in de zomer.
  • Door langere droogte + toenemende verdamping zullen watertekorten ontstaan.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CVB-vragen
  • Op welke 2 manieren stijgt de  zeespiegel?
  • Op welke manier verandert de neerslag in NL door klimaatverandering?
  • Krijgt Spanje als gevolg van klimaatverandering meer of minder last van verdroging?




Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?
vragen?

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Tot en met 2.1 af?
Kijk dan na!

Maakwerk 2.2: 1abc, 2abcf, 3be, 4, 5bcd, 6
Maakwerk 2.3: 2, 3, 4abcd, 5abd, 6

Blijf zo veel mogelijk bij!

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies