Ondernemingsvormen

Rechtsvorm             van bedrijven
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
bloemMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Rechtsvorm             van bedrijven

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten jullie al van de rechtsvorm van bedrijven?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Een commerciële organisatie heeft als doel
A
streven naar winst
B
zoveel mogelijk mensen te laten werken
C
hulpverlening en milieubescherming
D
milieubescherming

Slide 6 - Quizvraag

Binnen de niet-commerciële organisaties kennen we de
A
industriële ondernemingen
B
handelsondernemingen
C
allebei
D
geen van beide

Slide 7 - Quizvraag

Rechtsvorm
De wettelijk vorm van de onderneming.


  • Aansprakelijkheid
  • Eigenaarschap
  • Belasting

Slide 8 - Tekstslide

Aansprakelijkheid
Als een bedrijf failliet gaat, hangt het van de rechtsvorm af in hoeverre de eigenaars aansprakelijk zijn voor de schulden van het bedrijf.

Slide 9 - Tekstslide

Eenmanszaak
  • Natuurlijk rechtspersoon;
  • 1 eigenaar (wel werknemers);
  • Inkomstenbelasting over de winst;

Slide 10 - Tekstslide

Wat zijn voordelen van het oprichten van een eenmanszaak?
A
Continuïteit
B
Taakverdeling
C
Snelle beslissingen nemen
D
Aansprakelijkheid

Slide 11 - Quizvraag

Eenmanszaak
  • (+) eigen baas, snel beslissen;
  • (+) winst niet delen;

  • (-) Privé aansprakelijk;
  • (-) geen taakverdeling;
  • (-) Weinig continuïteit;
  • (-) eigen verzekeringen afsluiten.

Slide 12 - Tekstslide

Zzp-er


  • geen rechtsvorm!
  • geen personeel (zelfstandige zonder personeel)
  • kiest vaak voor eenmanszaak

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Beherende vennoot

  • Natuurlijk persoon
  • Hoofdelijk aansprakelijk
  • Dagelijkse leiding
Stille vennoot

  •  Eisen (geen bemoeienis) 
  • Aansprakelijk tot bedrag van inbreng
  • Geen zeggenschap

Slide 15 - Tekstslide

VOF
  • Natuurlijk rechtspersoon;
  • 2 of meer eigenaren;
  • Gezamelijke zeggenschap;
  • Inkomstenbelasting;
  • Privé (hoofdelijk) aansprakelijk;
  • Continuïteit iets beter.

Slide 16 - Tekstslide

VOF
  • (+) taakverdeling;
  • (+) geld lenen;
  • (+) delen van risco (evt verlies)

  • (-) Privé aansprakelijk;
  • (-) Ruzie;
  • (-) Eigen verzekeringen afsluiten;

Slide 17 - Tekstslide

Wat is een voordeel van het oprichten van een VOF?
A
Aansprakelijkheid
B
Taakverdeling
C
Winstdeling
D
Vertrouwen

Slide 18 - Quizvraag

Waar staan de letters BV voor?
A
Beperkte vennootschap
B
Beginnende vennootschap
C
Besloten vennootschap
D
Bever vennootschap

Slide 19 - Quizvraag

De Besloten Venootschap (BV)
  • BV is zelfstandig rechtspersoon (beperkte aansprakelijkheid)
  • Vermogen is verdeeld in aandelen
  • Oprichting door notariele akte
  • Aandelen op naam & niet verhandelbaar (besloten)
  • Publicatieplicht (deponeren jaarrekening)
  • Vernootschapsbelasting
  • Dividendbelasting 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Bij het starten van een onderneming is deze rechtsvorm het beste:
A
Eenmanszaak
B
VOF
C
BV
D
Hangt ervan af

Slide 22 - Quizvraag

Jan wil een onderneming oprichten. Welke rechtsvorm kan hij dan het beste kiezen indien hij let op zijn aansprakelijkheid.
A
Eenmanszaak
B
Vennootschap onder firma
C
Besloten vennootschap
D
Een ZZP

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video

Bij welke ondernemingsvormen zijn is de eigenaar privé-aansprakelijk?
A
Eenmanszaak
B
VOF
C
Besloten vennootschap (BV)
D
Naamloze vennootschap (NV)

Slide 25 - Quizvraag

Ben wil meedoen in de personenvennootschap, maar hij wil zich niet bemoeien met het bestuur ervan. Welke vorm is dan aan te raden?
A
commanditaire vennootschap
B
openbare vennootschap
C
stille vennootschap
D
algemene personenvenootschap

Slide 26 - Quizvraag

Overige ondernemingsvormen
  • Naamloze vennootschap
  • Stichting
  • Vereniging


Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

 Opdracht Stichting en vereniging


  • Zoek uit, wat de voor en nadelen van een stichting en     vereniging zijn
  • Wie is/zijn de eigenaar
  • Wie is aansprakelijk voor eventuele schulden
  • Moet er ook belasting betaald worden?

Slide 29 - Tekstslide