4M-> 4H Grammatica 2

4M-> 4H Grammatica 2
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

4M-> 4H Grammatica 2

Slide 1 - Tekstslide

Hoeveel bijw.bep. staan er in de zin?

Het koude water in het zwembad zorgt voor een welkome verlichting.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 2 - Quizvraag

Hoeveel bijv.bep. staan er in de zin?

Ik heb mijn uitgewerkte opdracht laten liggen op het bureau van mijn vader.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel bijv.bep. staan er in de zin?

Tijdens het gezellige schoolfeest in de aula van onze school is er iemand ernstig ziek geworden.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 4 - Quizvraag

Noteer de persoonsvormen uit de zin.

De gezagvoerder heeft het vliegtuig aan de grond gezet, omdat het zou gaan stormen.

Slide 5 - Open vraag

Noteer de persoonsvormen uit de zin.

De jongen die bij mij in de klas zat, heb ik gisteren nog gezien.

Slide 6 - Open vraag

Staat er een bijvoeglijke bepaling in deze zin? Zo ja, noteer de bijvoeglijke bepaling.

De jongen die bij mij in de klas zat, heb ik gisteren nog gezien.

Slide 7 - Open vraag

Wat valt je op aan de bijv.bep.?
De jongen die bij mij in de klas zat, heb ik gisteren nog gezien.

Slide 8 - Tekstslide

1a Jouw sportief geklede vriendin zag ik afgelopen zaterdag in de stad.
1b Jouw vriendin, ..., zag ik afgelopen zaterdag in de stad.

Slide 9 - Open vraag

2a Heb jij ooit de ruim 112 meter hoge Domtoren beklommen?
2b Heb jij ooit de Domtoren, ..., beklommen?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Video

Vul de zin aan.
Een bijvoeglijke bijzin is een .....

Slide 12 - Open vraag

Lees de onderstaande zinnen. Is er een verschil in betekenis?

Terwijl ze geniet van de zon, wandelt Lidewij over het strand.
Genietend van de zon wandelt Lidewij over het strand.
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quizvraag

Terwijl ze geniet van de zon, wandelt Lidewij over het strand.
Genietend van de zon wandelt Lidewij over het strand.

Wat is dan wel het verschil?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Video