Thema 5 thuis in je huis

Thuis in je huis

Thema 5
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VezrzorgingMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Thuis in je huis

Thema 5

Slide 1 - Tekstslide

BS 1   
Thuis met elkaar
Een huishouden
=
groep mensen die samenwonen

Slide 2 - Tekstslide

Er zijn verschillende soorten huishoudens
- lat-relatie
- alleenstaand (singel)
- gehuwd samenwonen
- ongehuwd samenwonen
- 2 vrienden of zussen/broers
- gezin
- eenoudergezin
- samengesteld gezin
- grootfamilie
- woongroep

Slide 3 - Tekstslide

SAMENLEVING
VROEGER

Waren veel gezinnen hetzelfde
* werken vader
* huishouden moeder
* meer kinderen per huishouden
* opa en oma woonden vaak bij eigen kinderen in
NU
* meer vrouwen werken
* mannen meer bezig in huishouden
* minder kinderen (kleinere gezinnen)

* meer eenoudergezinnen
* meer alleenstaanden
* oudere mensen wonen vaker alleen

Slide 4 - Tekstslide

Oudere mensen hebben wel eens hulp nodig
soms van kinderen of kleinkinderen  (mantelzorg)
soms van de thuiszorg 
Thuiszorg = hulp aan huis 
(schoonmaken, verzorgende taken)

Aanleunwoningen: huizen vlak bij verzorgingshuis, ouderen kunnen er met hulp op afstand zelfstandig blijven wonen

Slide 5 - Tekstslide

EMANCIPATIE 

Bij emancipatie krijgen verschillende groepen mensen dezelfde rechten
   Vrouwenemancipatie (gelijke rechten als de man)
- vrouwen mogen nu studeren, in militaire dienst, stemmen
gelijke rechten

Slide 6 - Tekstslide

RECHTEN:  wat je wel of niet MAG doen
VROUWEN EN MANNEN HEBBEN IN NEDERLAND DEZELFDE RECHTEN
PLICHTEN: wat je wel of niet MOET doen

Slide 7 - Tekstslide

Rolgedrag
Mannen en vrouwen doen precies wat er van ze verwacht wordt.
* zorgzame moeder * stoere kerel
Zorgtaken
Alles waarvoor gezorgd moet worden in het huishouden
* Koken
Afwassen * Stofzuigen  

Slide 8 - Tekstslide

Maak basisstof 1 
(thema 6)

vragen 1 t/m 18

vraag 8 & 9 mag je overslaan

Slide 9 - Tekstslide

BS 2 het huishouden doen
Handig huishouden:
je denkt na over de beste manier om de zorgtaken te doen

Je kunt daarbij rekening houden met:
– de planning van het werk
– de hygiëne 

Slide 10 - Tekstslide

Handig huishouden:
je denkt na over de beste manier om de zorgtaken te doen

Je kunt daarbij rekening houden met:
– de planning van het werk
– de hygiëne 
Verzorgen van je kamer
- Opruimen: alle spullen op hun plek leggen
– Schoonmaken: weghalen van stof en (onzichtbaar) vuil.

Slide 11 - Tekstslide

 Redenen om je kamer op te ruimen. 
– Je kunt alles sneller vinden
– Veel mensen vinden het gezelliger

Slide 12 - Tekstslide

Reden om je kamer schoon te houden. 
– Het is hygiënischer. Je hebt een kleinere kans op ziekten 
– Voorbeeld van een ziekte: allergisch zijn voor huisstofmijt

Slide 13 - Tekstslide

 Huisstofmijten
– houden van donker en vocht        – eten graag huidschilfers
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?

Slide 14 - Tekstslide

Tips voor het schoonmaken van je kamer. 

– Zet het raam open. 
– Werk van hoog naar laag. 
– Werk eerst met een droge doek en daarna met een natte doek.

HUISSTOFMIJT

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

BS 4 
De was doen
Kleding
=
gemaakt van stof


Slide 17 - Tekstslide

NATUURLIJKE VEZELS KOMEN VAN EEN
DIER
OF
PLANT

 
SYNTHETISCHE VEZELS
WORDEN IN DE FABRIEK GEMAAKT VAN 
AARDOLIE

Slide 18 - Tekstslide

DIERLIJKE VEZELS

Slide 19 - Tekstslide

EIGENSCHAPPEN VAN WOL
- warm
- neemt veel vocht op
- brand niet zo snel
- krimpt al je het te heet wast

Slide 20 - Tekstslide

PLANTAARDIGE VEZELS

Slide 21 - Tekstslide

EIGENSCHAPPEN VAN KATOEN
- neemt veel vocht op
- is luchtig in dragen
- kan heet gewassen worden
- zacht en soepel
- brandt snel

Slide 22 - Tekstslide

SYNTHETISCHE VEZELS

Slide 23 - Tekstslide

SYNTHETISCHE VEZELS
- Neemt geen vocht op
- houdt je bijna niet warm
- kreukt niet
- als het brandt, smelt het 
- kunnen niet tegen hete tempraturen

Slide 24 - Tekstslide

KLEDING WASSEN
Je moet regelmatig je kleding wassen.
- kleding wordt vuil
- vuile kleding stinkt

Slide 25 - Tekstslide

WAS SORTEREN
hoe doe je dat .... WAS sorteren

- let op de kleur
- kijk op welke temperatuur er gewassen mag worden
- let op WOL & ZIJDE
Als je kleding te heet wast, kan het KRIMPEN EN VERKLEUREN

Slide 26 - Tekstslide

SOORTEN WAS & WASMIDDELEN
WAS
1. WITTE WAS (alleen witte kledingstukken)
2. BONTE WAS (alleen gekleurde kledingstukken)
3. FIJNE WAS (kledingstukken die kwetsbaar zijn

WASMIDDELEN
1. WITWASMIDDELEN  (voor witte en lichtgekleurde was)
2. BONTWASMIDDELEN (voor gekleurde was)
3. TOTAALWASMIDDELEN (voor elke was)
4. FIJNWASMIDDELEN (voor wol en andere fijne stoffen en HANDWAS)

Slide 27 - Tekstslide

WASMIDDEL
LOSSEN VET OP, het meeste vuil is vettig

bleekmiddel in wasmiddel maken ziekteverwekkers dood

Slide 28 - Tekstslide

ETIKETTEN
van welke stof is het gemaakt
hoe moet je de kleding wassen (onderhouden)
of beide op 1 etiket

Slide 29 - Tekstslide

 WASMIDDELverpakking
hierop staan WASAANWIJZINGEN

- bij welke tempratuur wassen
- hoeveel wasmiddel heb je nodig
- of het in de wasmachine mag

Slide 30 - Tekstslide

WASSYMBOLEN

Slide 31 - Tekstslide

Basisstof 3 hebben we doorgenomen
Maak basisstof 3 in je digitale werkboek
vraag 35 mag je overslaan.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

BS 4 VEILIGHEID THUIS

Slide 34 - Tekstslide

BS 4 Veiligheid thuis
Ongelukken in huis komen door:
- onveilig gedrag
- onveilige omgeving
- onveilig materiaal

Slide 35 - Tekstslide

Veilig werken
Eigenschappen van een veilige trap

- staat stevig
- heeft brede treden
- heeft een beugel

Slide 36 - Tekstslide

Veiligheid apparatuur
- Veilige apparatuur herken je aan de CE-markering
- Lees de gebruiksaanwijzing
- Volg de veiligheidsvoorschriften op

Slide 37 - Tekstslide

Veilig met elektriciteit en gas
Elektriciteit kan gevaarlijke schokken geven en brand veroorzaken

Gas kan een ontploffing of brand veroorzaken

Slide 38 - Tekstslide

Gevaarlijke schoonmaakmiddelen
- Er moet een GEVAARSYMBOOL op staan

Slide 39 - Tekstslide

Schoonmaakmiddelen veilig gebruiken

Slide 40 - Tekstslide

Gevaarlijke schoonmaakmiddelen
- En moeten een KINDERVEILIGE DOP hebben
kinderveilige dop
Na inslikken van een giftige stof doe je het volgende: 
– Bel je huisarts of 112. Vertel kort wat er is gebeurd
– Volg de aanwijzingen precies op
– Bewaar de verpakking van de giftige stof

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide