Sinterklaas quiz

Wanneer vieren we Sinterklaas?
A
1 December
B
5 December
C
24 december
D
5 november
1 / 16
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsBasisschoolGroep 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Wanneer vieren we Sinterklaas?
A
1 December
B
5 December
C
24 december
D
5 november

Slide 1 - Quizvraag

krijgen
A
Wij krijgt cadeautjes.
B
Wij krijg cadeautjes.
C
Ik krijgt cadeautjes.
D
Hij krijgt cadeautjes.

Slide 2 - Quizvraag

eten
A
Ik eten pepernoten.
B
Wij eet marsepein
C
Ik eet chocola.
D
Jij eten taai taai

Slide 3 - Quizvraag

zingen
A
De kinderen zingen liedjes.
B
Opa zing een liedje.
C
wij zingt een liedje.
D
Jaap zingen de liedjes.

Slide 4 - Quizvraag

strooien
A
Piet strooien pepernoten.
B
Piet strooi pepernoten.
C
Piet strooie pepernoten.
D
Piet strooit pepernoten.

Slide 5 - Quizvraag

Ik geef het boek .....................................
Berat maakt .....................................
Vader bakt veel  .....................................
Chaima eet .......................................
aan sinterklaas
een verlanglijstje
pepernoten
een pepernoot

Slide 6 - Sleepvraag

Wie is dit?
A
De kerstman
B
Piet
C
Sint Maarten
D
Sinterklaas

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Wat is dit?
A
Pepernoot
B
Sint
C
Chocoladeletter
D
Cadeau

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het werkwoord in deze zin?
Piet draagt een zak vol pepernoten.

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Link

Hoeveel letters heeft het woord Sinterklaas?
A
10
B
11
C
12
D
9

Slide 12 - Quizvraag

Welke snoepgoed hoor je
NIET te eten met Sinterklaas?
A
Chocoladeletter
B
Pepernoten
C
Oliebollen
D
Chocolademunten

Slide 13 - Quizvraag

Met wat voor een boot komt Sinterklaas naar Nederland?
A
Roeiboot
B
Vrachtschip
C
Stoomboot
D
Zeilboot

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Welke woorden horen er op de stippeltjes? Sinterklaas kapoentje, gooi wat in mijn ..., gooi wat in mijn ..., danku Sinterklaasje!
A
vaasje/laarsje
B
handje/mandje
C
schoentje/laarsje

Slide 16 - Quizvraag