Das Quiz - bovenbouw Runde 2 (versie 2)

(Jugend)sprache
In ronde 2 zitten 10 vragen over (jongeren)taal. 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

(Jugend)sprache
In ronde 2 zitten 10 vragen over (jongeren)taal. 

Slide 1 - Tekstslide

Was bedeutet das Wort "Rudelpisser"
timer
0:20
A
Iemand die net zoveel moet plassen als een roedel olifanten
B
Dat je moet plassen tijdens het rodelen
C
meisjes die in een groep naar de wc gaan
D
Plassen vanuit een roeiboot

Slide 2 - Quizvraag

Was bedeutet das Wort "Kummerspeck"?
timer
0:20
A
Gewicht dat je bent aangekomen door emotie eten
B
Dat je je zorgen maakt
C
zo heten de spekjes in de boerenkool
D
Dat je bent afgevallen

Slide 3 - Quizvraag

Wat betekenen de Duitse woorden: klarkommen, bellen en Hochschule
timer
0:30
A
Eraan komen, telefoneren, middelbare school
B
Klaarkomen, aanbellen, hogeschool
C
iets af hebben, telefoneren, kookschool
D
Overweg kunnen, blaffen, hogeronderwijsinstelling

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent de uitdrukking "Ich glaube ich spinne!"?
timer
0:20
A
Ik geloof dat ik een spin zie
B
Ik geloof dat ik gek word
C
Ik geloof dat ik dolgelukkig word
D
Ik geloof dat ik boos word

Slide 5 - Quizvraag

Was bedeutet das Wort "rückwärts essen"
timer
0:20
A
in de omgekeerde volgorde eten (dus met toetje beginnen)
B
op z'n kop eten
C
eten terwijl je achteruit loopt
D
overgeven

Slide 6 - Quizvraag

Hoe zeg je dat iemand slim is?
timer
0:20
A
du bist klug
B
du bist schlimm
C
du bist schlim
D
du bist geil

Slide 7 - Quizvraag

Was bedeutet das Wort"Tafel" (2 betekenissen)?
timer
0:20
A
tafel en rekensom
B
schoolbord en reep chocolade
C
bord en tafel
D
berg en takel

Slide 8 - Quizvraag

Was bedeutet das Wort "Lümmeltüte"?
timer
0:20
A
heel klein mutsje
B
condoom
C
staartmus (vogelsoort)
D
iemand die spijbelt

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Wie heißt dieses Tier?
timer
0:20
A
das Mierchen
B
das Meersweinchen
C
die Ameise
D
der Elefant

Slide 11 - Quizvraag

Wie heißt dieses Tier?
A
das Kikkerchen
B
der Frosch
C
die Ente
D
der Kwack

Slide 12 - Quizvraag