TH 4.2 Problemen in de kerk

TH 4.2 Problemen in de kerk

Vorige les

In de vorige les hebben we geleerd over ontdekkingsreizen en de nieuwe kijk op de wereld.

Wat veranderde er in de manier van denken tijdens de renaissance?

1. Mensen volgden alleen nog maar de paus
2. Mensen gingen zelf nadenken en deden onderzoek naar de wereld
3. Mensen geloofden alleen in magie
4. Mensen hielden zich alleen bezig met oorlog

Wat was een belangrijke reden voor de ontdekkingsreizen?

1. Om op vakantie te gaan
2. Om nieuwe wapens te testen
3. Om nieuwe handelsroutes naar Azië te vinden
4. Om kerken te bouwen in Amerika

Wat gebeurde er met veel oorspronkelijke bewoners van Amerika na de komst van de Europeanen?

1. Ze stierven door ziektes en werden onderdrukt
2. Ze leerden nieuwe sporten
3. Ze trokken vrijwillig naar Europa
4. Ze werden rijk door handel met Europa

Wat was een gevolg van de komst van Europeanen in Afrika?

1. Europese landen namen slaven mee naar Amerika
2. Afrikaanse koningen reisden naar Europa om te studeren
3. Er werd een muur gebouwd tussen Europa en Afrika
4. De Europeanen brachten vrede in Afrika

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen hoe de kerk ketters bestreed.
  
• Je kunt uitleggen welke twee punten van kritiek Luther rond 1500 op de kerk had.
  
• Je kunt uitleggen welke twee stromingen in de christelijke kerk ontstonden.

Ketters

Dit waren mensen die het officiële geloof van de kerk niet volgt.

Om deze ketterij tegen te gaan werden er maatregelen genomen....

Maatregelen tegen ketterij

Inquisitie: Een kerkelijke rechtbank die ketters opspoorde en berechtte. Mensen die schuldig werden bevonden, konden worden gestraft of geëxcommuniceerd.

Excommunicatie: Het uitsluiten van iemand uit de kerkelijke gemeenschap, waardoor diegene geen deel meer uitmaakte van de gelovige gemeenschap.

Nog een maatregel...

Brandstapels: In sommige gevallen werden ketters levend verbrand als waarschuwing voor anderen.

Maarten Luther, een Duitse monnik, had rond 1500 kritiek op de katholieke kerk. Twee belangrijke punten waren:

Aflaathandel: De kerk verkocht aflaatbrieven waarmee gelovigen hun zonden konden afkopen. Luther vond dit misbruik van het geloof en stelde dat zonden alleen door oprecht berouw konden worden vergeven.

Autoriteit van de paus: Luther vond dat de paus niet de enige was die het recht had om het geloof te interpreteren. Hij stelde dat alleen de Bijbel gezaghebbend was.

Er ontstonden twee stromingen

Katholicisme: De oorspronkelijke stroming die trouw bleef aan de paus en de tradities van de katholieke kerk.

Protestantisme: Een nieuwe stroming die zich afscheidde van de katholieke kerk. Binnen het protestantisme ontstonden verschillende richtingen, zoals het lutheranisme en het calvinisme.

Protestantse kerk

Katholieke kerk

Begrippen

Ketter: Iemand die het officiële geloof van de kerk niet volgt.

Hervormer: Iemand die veranderingen binnen de kerk bepleit.

Hervorming: De beweging die leidde tot de splitsing van de katholieke kerk en het ontstaan van het protestantisme.

Katholiek: Iemand die behoort tot de Rooms-Katholieke Kerk.

Protestant: Iemand die behoort tot een van de stromingen die ontstonden na de Reformatie.

Jullie gaan lezen en maken

paragraaf 4.2