Les 8 - V6 - practicar el debate

timer
0:20
¿Qué preguntas tienes sobre el debate?
1 / 16
volgende
Slide 1: Woordweb
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

timer
0:20
¿Qué preguntas tienes sobre el debate?

Slide 1 - Woordweb

Planificación
semana 47:
introducción (historia personal, preguntas, o hechos_
semana 48: 
- argumentos a favor
- técnicas para el debate
semana  49: 
- argumentos a favor y en contra
- practicar con todo lo que has aprendido
semana 50: 
- practicar el debate (miércoles, 2a y 3a hora) / practicar a escuchar / practicar textos
- el gran debate de español de V6 (6a y 7a hora)
Inhaaldag voor als je absent bent geweest bij Spaans:
vrijdag vanaf
15.30 tot uiterlijk 17.00

Slide 2 - Tekstslide

La clase anterior
Escribe en la pizarra blanca sobre lo que hablamos en la clase de la semana pasada

Slide 3 - Tekstslide

Los objetivos de hoy son
  1. escribir argumentos en contra y a favor con figuras retóricas, técnicas de debate y subjuntivo
  2. mejorar y terminar introducción
  3. practicar a debatir con frases útiles y eslóganes para el debate


Slide 4 - Tekstslide

Los deberes para hoy

Slide 5 - Tekstslide

Escribe 4 técnicas de debate que usa Obama
en la pizarra blanca en holandés
timer
1:00

Slide 6 - Open vraag

Escribe dos figuras retóricas en holandés que puedes usar
timer
0:30

Slide 7 - Open vraag

Escribe un ejemplo de un tricolon en español (drieslag)
timer
1:00

Slide 8 - Open vraag

Escribe 2 frases con el subjuntivo que puedas usar en el debate.
timer
1:00

Slide 9 - Open vraag

Escribe un eslogan que puedes usar en el debate.
timer
1:00

Slide 10 - Open vraag

Traducir ahora 3 argumentos a favor del turismo másivo
con la lista de control 
1. een inleidende zin of een reactie op iets wat je tegenstander heeft gezegd (doe je later)
2. Als je voor het eerst aan het woord komt dan stel je jezelf voor.
3. Als je voor het eerst aan het woord komt, dan benoem je je standpunt
4. Je formuleert je argumenten, waarbij je je zoveel mogelijk baseert op feiten.
5. Je vertelt meteen ook wat voor soort argument het is (economisch, sociaal, politiek, etc)
6. In je argumenten staan geen fouten van concordantie (un problema / el clima) of vervoegingen van werkwoorden of van zinsvolgorde (plek van bijvoeglijk naamwoord)
7. In je argumenten heb je gebruik gemaakt van de drie stijlfiguren (drieslag, retorische vraag of persoonlijk voorbeeld)
8. In je argumenten heb je gebruik gemaakt van de uitdrukkingen die gevolgd worden door een subjuntivo
timer
20:00

Slide 11 - Tekstslide

Practicar el debate (formar grupos)
Lees je inleiding (heb je citaat/onderzoeksgegevens)?
Vertel daarbij iets uit je eigen ervaring.
Geef aan of je voor of tegen bent en dan de stelling.
Geef de argumenten van je groep een naam en benoem alleen het soort argument
Gebruik in je argumenten Obama technieken, drieslag, retorische vraag. 

Geef elkaar feedback met de controlelijst uit je reader.
timer
4:00

Slide 12 - Tekstslide

Sé cómo es el debate

Slide 13 - Poll

Sé lo que tengo que hacer para el debate

Slide 14 - Poll

¿Qué queréis hacer el viernes
¿más debate
practicar textos
practicar ejercicios auditivos?

Slide 15 - Tekstslide

Los deberes para el viernes

Si tuvieras que trabajar 30 minutos para español para el viernes, ¿Qué harías, tú?

Escribe en un post-it

Slide 16 - Tekstslide