rekenen extra ***

Extra
 rekenwerk voor ***
25 t/m 29 mei  

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Extra
 rekenwerk voor ***
25 t/m 29 mei  

Slide 1 - Tekstslide

Voor elke dag deze week een extra rekenopdracht.
Vul het antwoord in zodat wij kunnen zien hoe je het doet.
Doe de opdracht steeds per dag na je andere rekenwerk

Klaar: ga verder met de opdracht van rekentijgers en kies daarna een taak van de extra taken op de weektaak van deze week.
gebruik kladpapier om de sommen goed uit te rekenen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat was jouw antwoord ?

Slide 4 - Open vraag

Hoeveel zijn de dieren waard ? 


Klopt de onderste som ? 

Slide 5 - Tekstslide


A
goed
B
fout

Slide 6 - Quizvraag

Wat was jouw antwoord ?
Hoeveel is de leeuw waard ?
A
10
B
5
C
20
D
12

Slide 7 - Quizvraag

Wat was jouw antwoord ? Hoeveel is de olifant waard?

Slide 8 - Open vraag

wat is het juiste antwoord
op de som ?

Slide 9 - Open vraag

Voor vandaag zijn we klaar.
Morgen weer verder.

Slide 10 - Tekstslide

Woensdag  : 
Ga naar de website. Klik op het gele vlak op de volgende bladzijde.
kies oefenen,
maak daar 15 sommen van groep 4 moeilijk,

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

slepen maar:
welke sommen hebben dezelfde uitkomst ? 
903 :3
8 x 7
93-27-13-15
670-70-70-70
(10 x28) +220 
(5x60)+1
125+250+75+10
20 x 25
120-23-32-27
112 :2

Slide 13 - Sleepvraag

je bent klaar voor vandaag 

Slide 14 - Tekstslide

donderdag:   

Slide 15 - Tekstslide

Na hoeveel dagen
is de slak boven ?
A
4 dagen
B
5 dagen
C
6 dagen
D
3 dagen

Slide 16 - Quizvraag

Na hoeveel dagen
is de slak boven ?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

vul de 5 sommen
bij het antwoord 54
in van de
vorige bladzijde

Slide 19 - Woordweb

Welke keer som heb jij gemaakt bij het antwoord 55?

Slide 20 - Open vraag

Welke - som past niet bij het antwoord 42 ?
A
84-42=
B
166-124=
C
129-87=
D
129-86 =

Slide 21 - Quizvraag

Klaar voor vandaag

Slide 22 - Tekstslide

Welk cijfer heb je ingevuld bij de som :

57+ 29+ .........+13 = 120
A
14
B
31
C
21
D
41

Slide 23 - Quizvraag

Welk cijfer heb je ingevuld bij de som :

83+71+51+15 = .............
A
210
B
190
C
220
D
115

Slide 24 - Quizvraag

morgen weer verder !

Slide 25 - Tekstslide

Vrijdag : 
WE SPELEN HET SPEL RAAD HET GETAL ! 

Hiervoor moet je weten dat als de som van de cijfers 11 is , dit bijvoorbeeld de getallen 9 en 2 kunnen zijn want 9 +2 = 11 
of de getallen 8 en 3  want  8 + 3 = 11
De som is dus wanneer je getallen bij elkaar optelt.

Slide 26 - Tekstslide

Het getal ligt tussen de 80 en 90.
De som van de twee cijfers is 11.
A
85
B
87
C
83
D
82

Slide 27 - Quizvraag

Het getal ligt tussen de 150 en 200.
De som van de drie cijfers is 11
In het getal zitten twee dezelfde cijfers

A
188
B
155
C
166
D
177

Slide 28 - Quizvraag

Nu jij :
Het getal ligt tussen de 90 en 100.
De som van de twee cijfers is 12.
Welk getal is dat ?

Slide 29 - Open vraag


Het getal ligt tussen de 600 en de 700.
De som van de drie cijfers is 8.
In het getal zitten twee dezelfde cijfers.
Welk getal is dit ?

Slide 30 - Open vraag

Het getal ligt tussen de 300 en 400.
De som van de drie cijfers is 18. Het cijfer van de eenheden is één minder dan het cijfer van de tientallen.
Welk cijfer is het ?

Slide 31 - Open vraag

Het getal is kleiner dan 50.
Het cijfer van de tientallen is kleiner dan het cijfer van de eenheden. De som van de twee cijfers is 8.
Het getal zit in de tafel van 5. Wat is het getal ?

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Tekstslide