In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
§ 3.4 Zonder werk?
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat weet je nog van: § 3.3 Hoe is het geregeld?
Slide 4 - Woordweb
Waar staat de afkorting CAO voor?
Slide 5 - Open vraag
Wat is een cao?
Slide 6 - Open vraag
Wat is het verschil tussen bruto en nettoloon?
Slide 7 - Open vraag
Wat is het minimumloon en minimumjeugdloon?
Slide 8 - Open vraag
Welke wetten beschermen de werknemer
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Wie is er wel eens ontslagen?
Wie is er wel eens ontslagen?
Slide 12 - Tekstslide
Ontslag en opzegtermijn
Met ontslag wordt je arbeidsovereenkomst beëindigd. Je kunt ontslag krijgen. Maar je kunt ook zelf ontslag nemen.
Bij ontslag heb je meestal te maken met een opzegtermijn. Er moet tijd zitten tussen het moment dat je ontslag neemt of krijgt en de einddatum van de baan.
Slide 13 - Tekstslide
Ontslag
Karin heeft een jaarcontract bij de action. Haar contract loopt tot en met 31 maart 2024. Op 29 februari 2024 laat haar baas weten volgend jaar geen plaats meer te hebben voor Karin.
Arbeidsovereenkomst wordt beëindigd = ontslag
Opzegtermijn = tijd tussen mededeling ontslag en einddatum arbeidsovereenkomst
Hoelang is de opzegtermijn in het verhaal geweest?
Wat zullen redenen zijn voor ontslag?
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Wat kan het UWV voor je doen?
Slide 16 - Woordweb
UWV
helpt mensen een nieuwe baan vinden;
beoordeelt of werklozen een uitkering kunnen krijgen.
De afkorting UWV staat voor: Uitvoeringsinstituut voor WerknemersVerzekeringen.
Slide 17 - Tekstslide
Aantekening
Het UWV:
helpt mensen een nieuwe baan vinden;
beoordeelt of werklozen een uitkering kunnen krijgen.
Slide 18 - Tekstslide
Werkloos
Karin verliest haar baan. Zij wordt werkloos.. Je bent werkloos als:
je leeftijd tussen de 15 en de pensioenleeftijd is
je geen baan hebt
je actief op zoek bent naar werk
Slide 19 - Tekstslide
Aantekening
Je bent werkloos als:
je leeftijd tussen de 15 en de pensioenleeftijd is
je geen baan hebt
je actief op zoek bent naar werk
Slide 20 - Tekstslide
Wat is een opzegtermijn?
A
Einddatum van een contract
B
Begindatum van een contract
C
De tijd tussen ontslag nemen en einddatum
D
Het termijn dat je iets kunt opzeggen
Slide 21 - Quizvraag
Als je niet werkt, ben je nog niet werkloos. Wanneer ben je wel werkloos?
A
Je bent actief op zoek naar werk.
B
Je hebt geen baan.
C
Je bent tussen de 15 en de pensioenleeftijd.
D
Je voldoet aan alle drie voorwaarden (A+B+C)
Slide 22 - Quizvraag
Wie is werkloos?
A
Jasmijn (14) is op zoek naar haar eerste bijbaantje.
B
Tom (68) is gepensioneerd.
C
Willem (38) ontvangt iedere maand een WW-uitkering.
D
Roos werkt bij de Belastingdienst en is op zoek naar een nieuwe baan.
Slide 23 - Quizvraag
Wie is werkloos?
A
Monique (50) is huisvrouw en wil niet werken.
B
Sara (14) is op zoek naar een bijbaantje.
C
Tim (28) heeft geen werk en is op zoek naar een baan.
D
Bart (42) werkt in een supermarkt en is op zoek naar een nieuwe baan.
Slide 24 - Quizvraag
Opdracht
Wat: Opdracht 50 t/m 61 blz. 112
Hoe: In je schrift of op een blaadje. Schrijf altijd je berekening op.
Tijd: 25 minuten (stiltemoment)
Resultaat: Beoordeel jezelf zoals de docent dat zou doen.
Klaar: Mag je verder met opdracht 62 t/m 67
timer
25:00
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
AOW
Als je in Nederland woont of werkt, heb je vanaf een bepaalde leeftijd recht op een basispensioen: AOW.
De AOW-leeftijd is gekoppeld aan de levensverwachting en stijgt de komende jaren.
Slide 29 - Tekstslide
Vanaf 2022 heb je recht op AOW als je 66 jaar en 7 maanden bent. Vanaf 2023 stijgt de AOW-leeftijd met 3 maanden en 2024 met 2 maanden.
Dat is omdat Nederlanders gemiddeld ouder worden.
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Waar staat de afkorting AOW voor?
Slide 32 - Open vraag
Wat is de AOW?
Slide 33 - Open vraag
je bent werkeloos als je tussen de ... oud bent
A
13-70
B
15-65
C
14-65
D
15-pensioen
Slide 34 - Quizvraag
Tijd waar je zelf of je werkgever zomaar het contract mag opzeggen
A
probeertijd
B
flextijd
C
proeftijd
D
opzegtermijn
Slide 35 - Quizvraag
Een teveel aan arbeiders kan leiden tot ontslag.
A
juist
B
onjuist
Slide 36 - Quizvraag
Het UWV helpt bij het zoeken naar een baan en bij het aanvragen van een uitkering.
A
juist
B
onjuist
Slide 37 - Quizvraag
Slide 38 - Video
Technologische ontwikkeling
De techniek wordt steeds beter door meer kennis en uitvindingen. Daardoor ontstaan er onder andere ook steeds nieuwere en betere Iphones!
Slide 39 - Tekstslide
Technologische ontwikkeling
vroeger (FORD)
Technologische ontwikkeling
nu (SEAT)
Slide 40 - Tekstslide
Lijndiagram
Een lijndiagram laat een stijging of daling zien in de loop van tijd
Hoeveel fietsen werden er in 2014 gemaakt?
Slide 41 - Tekstslide
Technologische ontwikkeling
A
Een nieuwe technologie van een fiets.
B
Nieuwe kennis van techniek en nieuwe uitvindingen.
C
Een nieuwe technologie van apparaten.
Slide 42 - Quizvraag
Aan de slag
Wat: Alle opdrachten van 3.4
Hoe: In je schrift of op een blaadje. Schrijf altijd je berekening op.
Tijd: 25 minuten (stiltemoment)
Resultaat: Beoordeel jezelf zoals de docent dat zou doen.
Klaar: Economie in de praktijk blz. 118 en 119
timer
25:00
Slide 43 - Tekstslide
Ik weet nu wanneer je werkloos bent?
Ja
Nee
Hier wil ik meer over weten
Slide 44 - Poll
Ik weet nu dat je bij ontslag meestal met een opzegtermijn te maken hebt
Ja
Nee
Hier wil ik meer over weten
Slide 45 - Poll
Ik weet nu Wat het UWV voor je doet als je werkloos wordt
Ja
Nee
Hier wil ik meer over weten
Slide 46 - Poll
Ik weet nu wat voor gevolgen technologische ontwikkelingen kunnen hebben
Ja
Nee
Hier wil ik meer over weten
Slide 47 - Poll
Ik weet nu wanneer een lijndiagram gebruikt wordt.