De lay-out van een tekst

 Lay-out van een tekst
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

 Lay-out van een tekst
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS

Slide 1 - Tekstslide

LAY-OUT (OPMAAK)VAN EEN TEKST
  • Ik ken de de theorie van Lezen  (H1 t/m H6 , Nieuw Nederlands, 6e editie):
              - Hoofd- en bijzaken, hoofdgedachte;

              - Tekstdoel en publiek;
              - De verschillende tekstverbanden (opsomming, tegenstelling,                          toelichting, chronologisch, oorzaak-gevolg, voorwaardelijk) en                          bijbehorende signaalwoorden;
               - Mening, argument en conclusie;
               - Lay-out van een tekst.




Slide 2 - Tekstslide

Lay-out (Opmaak) van een tekst
Elke tekst heeft een bepaalde lay-out of opmaak. 
  • titel, tussenkopjes
  • lettertype, lettergrootte
  • kolommen
  • tekstkleur

De lay-out van een tekst is dus hoe de tekst eruit ziet.


Slide 3 - Tekstslide

Lay-out (Opmaak)van een tekst
Elke tekst heeft een bepaalde lay-out of opmaak. 
  • titel, tussenkopjes
  • lettertype, lettergrootte
  • kolommen
  • tekstkleur

De lay-out van een tekst is dus hoe de tekst eruit ziet.


Slide 4 - Tekstslide

Lay-out/ Opmaak 
  • Titel
  • Tussenkop
  • Lettertype
  • Lettergrootte
  • Kolommen
  • Tekstkleur

Slide 5 - Tekstslide

Afbeeldingen(pictures)
- Vaak worden ook afbeeldingen gebruikt om de tekst te ondersteunen. 
- Een schrijver kan bijvoorbeeld gebruikmaken van foto’s, tekeningen, schema’s, (land)kaartjes, tabellen, grafieken en diagrammen.

Slide 6 - Tekstslide

Functies afbeelding (purpose of pictures)
De afbeelding is bedoeld om: 

  • de aandacht van de lezer te trekken.
  • nieuwe informatie aan de tekst toe te voegen.
  • de tekst duidelijker te maken.
  • de lezer aan te sporen om iets te doen

Slide 7 - Tekstslide

Bekijk en lees de tekst.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de functie van de afbeelding in het midden?
a. aandacht trekken
b. informatie toevoegen
c. tekst duidelijker maken
A
aandacht trekken
B
informatie toevoegen
C
tekst duidelijker maken

Slide 9 - Quizvraag

Hoe maak je de tekst van een brief zo aantrekkelijk (attractive) mogelijk?
A
Zorg dat de tekst er netjes uit ziet, dit heet de lay-out van een tekst.
B
Laat met voorbeelden zien wat je bedoelt, zo wordt de tekst duidelijker.
C
Gebruik niet steeds de zelfde woorden, maar zorg voor variatie.
D
Gebruik hoofdletters in de tekst.

Slide 10 - Quizvraag

Welke functies zijn het belangrijkste bij een poster?
A
Aandacht trekken en je tot handelen aanzetten.
B
Informatie uit de tekst duidelijker maken.
C
Nieuwe informatie aan de tekst toevoegen.
D
De lezen amuseren.

Slide 11 - Quizvraag

Behoren tekeningen, schema's, landkaartjes, tabellen, grafieken en diagrammen ook tot de afbeeldingen in een tekst?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het doel van de poster van het voedingscentrum?
A
Leerlingen bewust maken van gezonde tussendoortjes.
B
Leerlingen bewust maken van een gezonde lunch.
C
Leerlingen bewust maken van een gezond diner.
D
Leerlingen bewust maken van een gezond eten in het algemeen.

Slide 14 - Quizvraag

Lay-out/ Opmaak
Een tekst heeft een bepaalde lay-out of opmaak

De titel, de tussenkopjes, het lettertype, de lettergrootte, het gebruik van kolommen en de tekstkleur bepalen de lay-out.

Slide 15 - Tekstslide

Inhoud (content)
taalgebruik (language use)
lay-out
Adviezen voor beginnende zeilers
Beginselen van de zeilsport
eenvoudige woorden
felle kleuren
humoristisch
kort en bondig geschreven
Praktische zeilinformatie
veel plaatjes
veel variatie in lettertype en -grootte

Slide 16 - Sleepvraag

Hoe wordt de lay-out van een tekst ook wel genoemden het Nederlands?
A
Titelpagina
B
Opmaak
C
Bladwijzer
D
Uiterlijk

Slide 17 - Quizvraag

Wat is GEEN functie van de lay-out van een tekst?
A
De aandacht van de lezer trekken
B
Nieuwe informatie toevoegen
C
Informatie verduidelijken of benadrukken
D
De tekst opvrolijken met leuke elementen

Slide 18 - Quizvraag

Wat hoort bij (fits by)de lay-out van een tekst?
A
de lengte van de zinnen
B
de signaalwoorden
C
de woordkeuze van de schrijver
D
het lettertype

Slide 19 - Quizvraag

Welke uitspraak is waar?
What statement is true?
A
Als je de hoofdzaken van een tekst wilt vinden, lees je meestal alleen de inleiding.
B
De belangrijkste informatie in een tekst noem je bijzaken.
C
De lay-out van een tekst helpt altijd om de hoofdzaken te vinden.
D
In de eerste en laatste zin van elke alinea staat altijd de hoofdzaak.

Slide 20 - Quizvraag

Hoe maak je de tekst van een brief zo aantrekkelijk mogelijk?
A
Zorg dat de tekst er netjes uit ziet, dit heet de lay-out van een tekst.
B
Laat met voorbeelden zien wat je bedoelt, zo wordt de tekst duidelijker.
C
Gebruik niet steeds de zelfde woorden, maar zorg voor variatie.

Slide 21 - Quizvraag

Je wilt snel het onderwerp van de tekst te weten komen. Noem drie elementen van de tekst of de lay-out die je daarbij helpen.
A
slot
B
titel
C
inleiding
D
afbeelding

Slide 22 - Quizvraag

Wat valt niet onder de lay out van een tekst?
A
De titel
B
De kernzinnen
C
Grafieken
D
Lettergrootte

Slide 23 - Quizvraag

Wat valt niet onder de lay-out (opmaak) van een tekst?
A
De titel
B
De kernzinnen
C
Grafieken
D
Lettergrootte

Slide 24 - Quizvraag

De lay-out van een tekst heeft te maken met
A
het soort taalgebruik
B
hoe de tekst eruit ziet en of er plaatjes zijn
C
het lettertype
D
of er kleur in een tekst is gebruikt of niet

Slide 25 - Quizvraag

Het lettertype hoort niet bij de lay-out van een tekst
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met de LAY OUT van een tekst?
A
de kopie
B
de vergroting
C
de opmaak

Slide 27 - Quizvraag