Nakijken Lezen H4 (2 en 3) en maken OT H5 (1 - 5)

- Nakijken Lezen H4: opdracht 2 en 3
- Over taal H5: opdracht 1 - 5
1 / 8
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 8 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

- Nakijken Lezen H4: opdracht 2 en 3
- Over taal H5: opdracht 1 - 5

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Lezen H4:
- Je oefent wat je in eerder blokken hebt geleerd (voornamelijk de signaalwoorden en verbanden).
- Je hebt verschillende soorten teksten gelezen.
Over taal H5:
- Je begrijpt en leert de betekenis van verschillende (examen)woorden.

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken Lezen H4: opdr. 2
  • 1 a Toch, Maar
  •  b tegenstelling
  •  c Fietsers zetten hun fietsen op straat – er zijn genoeg stallingen.
  •  Stallingen worden niet gebruikt – stallingen moeten wel gebruikt worden.
  • 2 Een probleem noemen en een belangrijke vraag over het onderwerp stellen.

Slide 3 - Tekstslide

Nakijken Lezen H4: opdr. 2 (3)
1 maar – tegenstelling
 2 zoals – voorbeeld
 3 Aan de ene kant – tegenstelling
 4 anderzijds – tegenstelling
 5 Om – middel-doel
 6 toch – tegenstelling
 7 In de eerste plaats – opsomming
 8 Ook – opsomming (de signaalwoorden ook/en/verder kun je van plaats verwisselen)
 9 En – opsomming
 10 Verder – opsomming
 11 Tot slot – opsomming                                                                          12 wanneer – voorwaarde


Slide 4 - Tekstslide

Nakijken Lezen H4: opdr. 2 (3)
  • 5 A Alinea 3 geeft een voorbeeld van wat in alinea 2 gezegd is.
  • 6 D Deze alinea’s vormen een tegenstelling.
  • 7 D Deze alinea’s vormen een opsomming.
  • 8 a In veel steden is het op straat een chaos van foutgeparkeerde fietsen, ook al zijn er genoeg stallingen.
  •  b Stallingen moeten gemakkelijk bereikbaar zijn, altijd open en niet duur. Ook het bestraffen van fout gedrag en het belonen van goed gedrag kunnen helpen.


Slide 5 - Tekstslide

Nakijken Lezen H4: opdr. 3
  • 1 Karen Schreuder Jonkman is een bezoeker die voor een snelle boodschap komt, Lia Tuijt is een forens, Joshua Valbuena is een bewoner van de binnenstad.
  • 2 Karen Schreuder Jonkman zet haar fiets niet in de stalling omdat het gemakkelijker is om de fiets op straat te parkeren.
  • 3 Lia Tuijt zet haar fiets in de stalling omdat het veiliger is.


Slide 6 - Tekstslide

Nakijken Lezen H4: opdr. 3
  • 4 Joshya Valbuena zet zijn fiets niet in de stalling omdat niemand zich stoort aan al die fietsen op straat, omdat er in de stallingen vaak geen plek is en omdat de stallingen waar wel plek is te ver zijn.
  • 5 Het argument van Karen Schreuder Jonkman en het eerste en laatste argument van Joshya Valbuena (niemand stoort zich, stallingen zijn ver) zijn persoonlijk, het argument van Lia Tuijt is feitelijk, net als het tweede argument van Joshya Valbuena (in stallingen is vaak geen plek).
  • 6 Joshya Valbuena zal het lastigst te overtuigen zijn, omdat hij de meeste argumenten heeft. (Karen Schreuder Jonkman geeft zelf al toe dat ze wel snapt dat de gemeente meer fietsen in stallingen wil zien. Lia Tuijt doet vaak al wat de gemeente wil en hoeft dus niet overtuigd te worden.)



Slide 7 - Tekstslide

Over taal H5
Maak opdracht 1 t/m 5 (blz. 258 - 260)

Slide 8 - Tekstslide