2.3 Rituelen in het leven (deel 1)

2.3 Rituelen in het leven
Leg je GD spullen op tafel.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

2.3 Rituelen in het leven
Leg je GD spullen op tafel.

Slide 1 - Tekstslide

Korte Quiz
Wat heb je onthouden van de vorige les?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een sabbat?
A
Rustdag
B
Dan gaan ze naar de synagoge
C
Dan eten ze met elkaar
D
Al deze antwoorden zijn goed

Slide 3 - Quizvraag

Wat gedenken ze met de Sabbat?
A
Aartsvaders
B
Het verhaal van Abraham
C
De uittocht uit Egypte
D
Het verhaal van Jacob en Essau

Slide 4 - Quizvraag

Theorie
Er zijn bij de joden 4 momenten belangrijk in het leven: Geboorte, volwassen worden, huwelijk en sterfte.

Slide 5 - Tekstslide

Belangrijke begrippen
Geboorte:
Besnijdenis
Naam krijgen
Verbond
Volwassen worden:
Bar Mitswa
Bat Mitswa (liberale joden)


Slide 6 - Tekstslide

Theorie

Slide 7 - Tekstslide

Theorie

Slide 8 - Tekstslide

Met de besnijdenis beslissen de ouders dat hun kind bij het Jodendom gaat horen. Wat vindt jij hiervan? Leg uit.

Slide 9 - Open vraag

Filmpje
Bar Mitswa.
Wat valt je op?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Belangrijke begrippen
Geboorte:
Besnijdenis
Naam krijgen
Verbond
Volwassen worden:
Bar Mitswa
Bat Mitswa (liberale joden)


Slide 12 - Tekstslide

Maak opdracht 6 en 7
Blz. 29 en 30.
Is ook huiswerk.

Slide 13 - Tekstslide

Korte Quiz
Wat weet je nog van deze les?

Slide 14 - Tekstslide

Wanneer krijgen kinderen hun naam na hun geboorte?
A
7e dag
B
8e dag
C
9e dag
D
10e dag

Slide 15 - Quizvraag

God heeft een verbond gesloten met Abraham. Vanaf wanneer hoort een kindje bij het Jodendom?
A
Na de besnijdenis
B
Na de Bat- Barmitswa

Slide 16 - Quizvraag

Wanneer mag een joodse jongen zich volwassen noemen?
A
12 jaar - Bar Mitswa
B
13 jaar - Bat Mitswa
C
12 jaar - Bat Mitswa
D
13 jaar - Bar Mitswa

Slide 17 - Quizvraag

Bat Mitswa betekent?
A
Dochter van de wet
B
Zoon van de wet.

Slide 18 - Quizvraag

Leuk dat je er was!

Slide 19 - Tekstslide