WO - Dieren zorgen voor nakomelingen

Dieren zorgen voor nakomelingen
1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
WereldoriëntatieLager onderwijs

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les

Dieren zorgen voor nakomelingen

Slide 1 - Tekstslide

Hoe zou jij je voelen in volgende situatie?
Je staat in een overvolle bus. Rondom jou staan allemaal onbekende mensen dicht tegen je aan.
Aangenaam
Onaangenaam

Slide 2 - Poll

Hoe zou jij je voelen in volgende situatie?
Je zit met je vriend(in) gezellig naast elkaar naar een film te kijken.
Aangenaam
Onaangenaam

Slide 3 - Poll

Hoe zou jij je voelen in volgende situatie?
Het meisje of de jongen waar je een oogje op hebt, wandelt naast je.
Aangenaam
Onaangenaam

Slide 4 - Poll

Hoe zou jij je voelen in volgende situatie?
Je schoolbank is niet breed en je buur legt haar boeken op jouw deel van de bank.
Aangenaam
Onaangenaam

Slide 5 - Poll

Ieder zijn ruimte
Batterijkippen zitten in een ruimte van ongeveer 600 cm2 per kip, dit is ongeveer even groot als een A4-blad. Plaats om hun veren te poetsen en een zandbad te nemen hebben ze niet.
Scharrelkippen hebben meer geluk. Zij krijgen plaats om vrij rond te lopen.

Slide 6 - Tekstslide

Welke situatie is het meest aangenaam voor de dieren? Waarom?

Slide 7 - Open vraag

Ieder zijn ruimte
Mensen, maar ook dieren hebben nood aan ruimte voor zichzelf. Als ze willen paren en nakomelingen willen hebben, moeten ze die ruimte, toch minstens even, opgeven.
Ze gaan op vrijersvoeten.

Slide 8 - Tekstslide

Dieren op vrijersvoet
In het dierenrijk leven mannetjes en vrouwtjes zelden gans het jaar samen. Maar als ze willen voortplanten, moeten ze elkaar toch even dulden. Op allerlei manieren proberen ze elkaar te verleiden en uit te nodigen om te paren. Hiervoor gebruiken ze allerhande signalen: schitterende kleuren, een sexy geurtje, een eerbiedige dans, een uitputtend gevecht, een klaaglijk lied,...

Slide 9 - Tekstslide

Dieren op vrijersvoet
Haan zoekt hen!
De pauwhaan verleidt zijn toekomstige bruid met zijn sleepstaart. Een prachtige waaier van meer dan 1m. Eerst voert hij enkele danspasjes uit met zijn rug naar zijn liefje. Dan draait hij zich plots om en pronkt met zijn staart vol kleurrijke ogen. Onweerstaanbaar!

Slide 10 - Tekstslide

Dieren op vrijersvoet
Mag ik even ruiken?
Het dominante mannetje van de sabelantilope kijkt rond in zijn kudde. Is daar een gewillig vrouwtje?
Hij snuffelt en likt aan het achterste van de vrouwtjes op zoek naar urinesporen. Dit vrouwtje ruikt goed, zij wordt zijn volgende bruid.

Slide 11 - Tekstslide

Dieren op vrijersvoet
Een spannend gevecht
Mannetjesherten hebben een mooi gewei. Hoe ouder het mannetje, hoe imposanter het gewei. In de paartijd gebruiken ze dit ook in een gevecht om een vrouwtje. De sterkste mag de baas zijn over de vrouwtjes.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Dieren op vrijersvoet
Mag ik deze dans?
De mannelijke fuut vraagt het vrouwtje ten dans. Ze draaien om elkaar heen, walsen, volledig op maat. Alsof ze het waterballet al tientallen keren hebben geoefend. Ze dansen urenlang en plots duiken ze naar de bodem en verrassen elkaar met een lekker stukje wier.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Dieren op vrijersvoet
Nachtelijk gekrijs
Vleermuizen zijn echte nachtdieren. Hoe moeten ze elkaar vinden? Ook tijdens hun liefdesspel gebruiken ze ultrasone geluiden om elkaar te vinden. Gelukkig kunnen wij hen niet horen. Wie het hardste en meeste geluid maakt, wint de strijd. Hij heeft het meeste succes bij de vrouwtjes. Dan beginnen ze samen aan hun dans.

Slide 16 - Tekstslide

geur
urine
mooie kleuren
dansen, baltsen
gevecht
burlen
ultrasone geluiden
Verbind elk dier met zijn signaal. Opgelet! Sommige dieren gebruiken meerdere signalen.

Slide 17 - Sleepvraag

Technieken in de natuur om te misleiden
Kapers op de kust
Een vrouwtje lokken en verleiden is niet steeds zonder risico's. Andere dieren kunnen de signalen opvangen en misbruiken. Rivalen kunnen een partner afsnoepen, rovers kunnen hun prooien gemakkelijker vangen. Of oplichters kunnen de signalen nabootsen. 
De vroedmeesterpad lokt al fluitend een vrouwtje. Maar helaas, de bosuil heeft dat ook gehoord.

Slide 18 - Tekstslide

Technieken in de natuur om te misleiden
Nabootsen
Orchideeën bootsen soms de vorm, de geur en de kleur van vrouwelijke insecten na. Dat noemen we mimicry. Het mannetje wordt beetgenomen maar ondertussen bestuift hij wel de bloemen.

Slide 19 - Tekstslide

Schutkleuren

Slide 20 - Tekstslide

Heb je bij volgende voorbeelden te maken met rovers, oplichters of rivalen?

Mannetjes vechten dikwijls om een territorium met daarin vrouwtjes. De mannetjes die geen territorium kunnen bemachtigen, blijven aan de rand van een gebied van een ander mannetje en wachten geduldig af tot ook zij een vrouwtje kunnen strikken.
A
rover
B
rivaal
C
oplichter

Slide 21 - Quizvraag

Heb je bij volgende voorbeelden te maken met rovers, oplichters of rivalen?
Guppymannetjes (vissen) baltsen in vol daglicht. De vrouwtjes houden van de felgekleurde oranje vlekken. Maar daar komt de snoek al aangezwommen!
A
rover
B
rivaal
C
oplichter

Slide 22 - Quizvraag

Heb je bij volgende voorbeelden te maken met rovers, oplichters of rivalen?

Het mannetje van een tropisch visje herkent het vrouwtje aan de donkere oogvlek op haar staart. Hij verleidt haar door met zijn rug naar haar toe te dansen. Maar een jonge roofvis bezit ook zo'n oogvlek. En zodra het tropisch visje zich omdraait, is hij gezien.
A
rover
B
rivaal
C
oplichter

Slide 23 - Quizvraag

Dieren zorgen voor nakomelingen
Mensen zorgen goed voor hun baby's. Negen maanden zitten ze veilig en warm in de baarmoeder van mama. Daarna worden ze nog jaren verzorgd tot ze op hun eigen benen kunnen staan. Dat is niet zo bij alle dieren.

Slide 24 - Tekstslide

Dieren zorgen voor nakomelingen
Insecten
Veel insecten zoals vlinders, kevers, libellen,... leggen hun eieren wel op een beschermde plaats, maar laten ze daar achter. Dat is zo bij heel wat ongewervelde dieren.

Slide 25 - Tekstslide

Dieren zorgen voor nakomelingen
Reptielen
Anders is het met de reptielen. De meeste slangen leggen eieren met een lederachtige schaal. Daardoor drogen de eieren op het land niet uit. Vele bewaken hun eieren. Pythons broeden hun eieren zelfs uit.
Schildpadden leggen hun eieren en bedekken ze daarna met zand. Meer dan dat doen ze niet.

Slide 26 - Tekstslide

Dieren zorgen voor nakomelingen
Vissen
Sommige vissen leggen miljoenen eitjes. Zij trekken zich weinig aan van hun nageslacht. Maar er zijn ook vissen waarbij de jongen ontwikkelen in het moederlichaam (guppy's). Anderen bewaken het nest (stekelbaars).

Slide 27 - Tekstslide

Dieren zorgen voor nakomelingen
Vogels
Vogels leggen hun eieren (met kalkschaal) meestal in een nest. Eén of beide ouders broeden het legsel uit. Hiervoor gebruiken ze hun lichaamswarmte. Als de jonge vogels uitkomen, verlaten sommigen het nest, het zijn nestvlieders. Denk maar aan de jonge eendjes die hun moeder volgen. Anderen blijven nog wat bij hun ouders tot ze zelfstandiger zijn, het zijn nestblijvers.

Slide 28 - Tekstslide

Dieren zorgen voor nakomelingen
Zoogdieren
Zoogdieren hebben in hun lichaam een speciale plaats voor de ontwikkeling van hun jongen, de baarmoeder. De bevruchte eitjes ontwikkelen zich gedurende een tijd in deze baarmoeder totdat de jongen worden geboren. De meeste zoogdieren zijn levendbarend. De tijd dat een moeder haar jongen draagt noemen we de draagtijd. Na de geboorte geeft de moeder haar jongen nog een tijdje eten, zij zoogt haar jongen.

Slide 29 - Tekstslide

Dieren zorgen voor nakomelingen
Amfibieën
Amfibieën zoals kikkers en padden leggen hun eitjes in het water. Ze zijn dikwijls omgeven door een geleiachtige massa. Het mannetje en het vrouwtje broeden de eitjes niet uit.

Slide 30 - Tekstslide

Dieren zorgen voor hun 'broedsel', nakomelingen.
De tijd dat de embryo gedragen wordt in de draagmoeder.
Dieren die een tijd in het nest blijven.
Speciaal orgaan bij vrouwelijke zoogdieren.
Zet de woorden bij de juiste omschrijving.
nestblijvers
draagtijd
broedzorg
baarmoeder

Slide 31 - Sleepvraag

Juist of fout?
Enkel vogels broeden hun eieren uit.
A
Juist
B
Fout

Slide 32 - Quizvraag

Juist of fout?
Reptielen en vogels zorgen ervoor dat hun eieren niet kunnen uitdrogen. Ze omgeven het ei met een schaal.
A
Juist
B
Fout

Slide 33 - Quizvraag

Juist of fout?
Dieren die niet voor hun eitjes zorgen, leggen er heel veel.
A
Juist
B
Fout

Slide 34 - Quizvraag

Juist of fout?
Zowel bij vogels als bij zoogdieren zijn er jongen die hun nest meteen verlaten, nestvlieders
A
Juist
B
Fout

Slide 35 - Quizvraag

Besluit
Mensen zorgen jarenlang goed voor hun baby's. Dat is niet zo bij alle dieren. Veel insecten zoals vlinders leggen hun eieren op een beschermde plaats. Ook bij vele vissen gebeurt dit zo.
Amfibieën, zoals kikkers en padden, leggen hun eieren in het water. Ook zij dragen weinig zorg voor hun broedsel. De eieren van slangen en andere reptielen hebben een lederachtige schaal. Dit voorkomt uitdroging op het land. Sommige slangen broeden hun eieren uit, de meeste reptielen doen dat niet.
Vogels leggen eieren met een kalkschaal meestal in een nest. Eén of beide ouders zorgen voor de eieren. Hiervoor gebruiken ze hun lichaamswarmte. Vrouwelijke zoogdieren hebben een aparte kamer, de baarmoeder, waarin hun jongen kunnen ontwikkelen. Ze zijn levendbarend. Na de geboorte zogen ze hun jongen.

Slide 36 - Tekstslide

OPDRACHT WB p. 53
Opdracht 5
Gebruik hiervoor de site van Planckendael of Zoo Antwerpen om de info op te zoeken!



Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Link

Heb jij de les goed begrepen?
Inoefening toets

Slide 39 - Tekstslide

Als herten op vrijersvoet zijn burlen ze. Dit betekent dat:
A
mannetjesherten met elkaar vechten voor een vrouwtje.
B
vrouwtjesherten schreeuwen om de mannetjes aan te trekken.
C
de mannetjes met hun geschreeuw stoer willen doen om een vrouwtje te lokken.
D
de mannetjes met hun geschreeuw andere mannetjes aan het schrikken brengen.

Slide 40 - Quizvraag

Mannetjes-en vrouwtjesdieren moeten op vrijersvoet gaan om zich te kunnen voortplanten omdat ze:
A
tijdens de rest van het jaar afzonderlijk leven en elkaar niet kennen.
B
aan elkaar moeten wennen en bereid moeten zijn om te paren
C
ze moeten nagaan of ze wel bij elkaar passen.
D
ze anders niet verliefd kunnen worden.

Slide 41 - Quizvraag

Broedzorg betekent dat:
A
dieren zich met zorg voorbereiden op het broeden van hun eieren.
B
dieren zorgen voor hun nakomelingen.
C
dieren hun eieren uitbroeden.
D
dieren door broeden zorg dragen voor de eieren die ze gelegd hebben.

Slide 42 - Quizvraag

De draagtijd:
A
is de periode dat ouders hun hulpeloze jongen dragen.
B
komt zowel voor bij reptielen, vogels als zoogdieren.
C
de periode tussen de bevruchting en de geboorte.
D
is een tijdstip in het jaar dat het vrouwtje jongen kan dragen.

Slide 43 - Quizvraag

Rover, oplichter of rivaal?
Orchideeën uit Sardinië bootsen de vorm, de kleuren en de geur van een vrouwelijke mestelbijna. Telkens wordt de mannelijke metselbij beetgenomen en brengt hij stuifmeel van bloem tot bloem.
A
rover
B
oplichter
C
rivaal

Slide 44 - Quizvraag

Rover, oplichter of rivaal?
De vroedmeesterpadlokt al fluitend vrouwtjes. Als er één antwoordt, komt hij uit zijn hol en begint enthousiast nog harder te fluiten. Maar de bosuil heeft hem nu ook gezien.
A
rover
B
oplichter
C
rivaal

Slide 45 - Quizvraag

Rover, oplichter of rivaal?
Vrouwtjes van rode padden zijn gek op feloranje. Dat is pech voor de jonge padden. Zij zijn nog niet zo fel gekleurd. Toch kunnen ze geluk hebben als ze een vrouwtje kunnen onderscheppen op hun weg naar een rijper mannetje.
A
rover
B
oplichter
C
rivaal

Slide 46 - Quizvraag

Kies uit volgende dieren: (Tussen haakjes staat hoeveel dieren je moet kiezen.)

wurgslang –vroedmeesterpad –vlinder –varken –koolmees –schildpad –kip –adder –bruine kikker –goudvis –olifant –monniksgier –hamster –honingbij

Welke dieren zogen hun jongen? (3)

Slide 47 - Open vraag

Kies uit volgende dieren: (Tussen haakjes staat hoeveel dieren je moet kiezen.)

wurgslang –vroedmeesterpad –vlinder –varken –koolmees –schildpad –kip –adder –bruine kikker –goudvis –olifant –monniksgier –hamster –honingbij

Welke dieren leggen hun eieren in het water? (3)

Slide 48 - Open vraag

Kies uit volgende dieren: (Tussen haakjes staat hoeveel dieren je moet kiezen.)

wurgslang –vroedmeesterpad –vlinder –varken –koolmees –schildpad –kip –adder –bruine kikker –goudvis –olifant –monniksgier –hamster –honingbij

Welke dieren leggen hun eieren op een beschutte plaats? (4)

Slide 49 - Open vraag

Kies uit volgende dieren: (Tussen haakjes staat hoeveel dieren je moet kiezen.)

wurgslang –vroedmeesterpad –vlinder –varken –koolmees –schildpad –kip –adder –bruine kikker –goudvis –olifant –monniksgier –hamster –honingbij

Welke dieren broeden hun eieren uit? (4)

Slide 50 - Open vraag

Kies uit volgende dieren: (Tussen haakjes staat hoeveel dieren je moet kiezen.)

wurgslang –vroedmeesterpad –vlinder –varken –koolmees –schildpad –kip –adder –bruine kikker –goudvis –olifant –monniksgier –hamster –honingbij

Welke dieren leggen eieren met een kalkschaal? (3)

Slide 51 - Open vraag

Kies uit volgende dieren: (Tussen haakjes staat hoeveel dieren je moet kiezen.)

wurgslang –vroedmeesterpad –vlinder –varken –koolmees –schildpad –kip –adder –bruine kikker –goudvis –olifant –monniksgier –hamster –honingbij

Welke dieren leggen eieren met een lederachtige schaal? (3)

Slide 52 - Open vraag

Kies uit volgende dieren: (Tussen haakjes staat hoeveel dieren je moet kiezen.)

wurgslang –vroedmeesterpad –vlinder –varken –koolmees –schildpad –kip –adder –bruine kikker –goudvis –olifant –monniksgier –hamster –honingbij

Welke dieren beschikken over een baarmoeder? (3)

Slide 53 - Open vraag

Verklarende woordenlijst
baltsen
ritueel, opeenvolging van gedragingen bij dieren om de bereidheid tot paren na te gaan.
broeden
door de lichaamswarmte van de ouder(s) eieren doen uitkomen.
draagtijd
de periode dat de jongen gedragen worden (meestal in het moederlichaam).
nestblijvers
jongen die na de 'geboorte' nog even bij de ouders blijven tot ze zelfstandig zijn. 
baarmoeder
een voortplantingsorgaan bij het vrouwtje waarin de bevruchte eicel kan groeien en ontwikkelen.
levendbarend
Het jong wordt levend ter wereld gebracht.
zogen
De jongen voeden door middel van melkklieren.
nestvlieders
Jongen die na de 'geboorte' dadelijk het nest verlaten.

Slide 54 - Tekstslide