Les 55/ 56 3H schooljaar 2024/25 (kw 22)

Willkommen!
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 135 min

Onderdelen in deze les

Willkommen!

Slide 1 - Tekstslide

Lernziele für diese Woche
  1. Je kunt informatie vinden en begrijpen in alledaags materiaal.
  2. Je kunt belangrijke feitelijke informatie in artikelen begrijpen.

Slide 2 - Tekstslide

Leesvaardigheid Duits

Slide 3 - Tekstslide

Het laatste Proefwerk!
Leesvaardigheid, wat heb je nodig?
* Woordenboek D-N 
* Markeerstift om eventueel de belangrijkste dingen in de tekst te markeren
* Pen/potlood

Hoe zit de toets in elkaar?
* Je ontvangt een boekje met de meerdere teksten + vragen. In de tekst mag je markeren/strepen enzovoorts. 
* De toets bestaat uit open- en meerkeuzevragen.

Slide 4 - Tekstslide

Tips
Meerkeuzevragen:
- Meestal zijn er van de antwoorden een paar klinkklare onzin en de andere lijken erg op elkaar.
- Om je te misleiden, staat er soms ook een antwoord in, dat lijkt op iets wat in de tekst staat, maar juist het tegendeel is van de vraag.
- Meestal is “wegstrepen” en telkens heen en weer kijken tussen tekst en vraag de manier.
- Lees niet meteen de antwoordopties, maar probeer in gedachten eerst zelf het antwoord zelf te bedenken. Dat zorgt er voor dat je minder snel een antwoord kiest alleen omdat je die ene antwoordoptie zo logisch vindt klinken of goed begrijpt.
- Vaak staan er in de antwoordopties dingen die op zich best kloppen, maar die niet het antwoord op de vraag zijn.

Slide 5 - Tekstslide

Tips
Open vragen:
- Citeer. Neem het antwoord dan over uit de tekst. 
- Beantwoord een open vraag altijd in het Nederlands, tenzij anders aangegeven. 
- Schrijf leesbaar.
- Het eerst gegeven antwoord wordt altijd nagekeken. Let hier dus mee op.
- Als er gevraag wordt: wat wordt er bedoeld met ....? Vertaal dit woord dan niet alleen maar leg ook wat het betekent in samenhang met de tekst. 

Slide 6 - Tekstslide

Het woordenboek- voor en nadelen
Weet hoe je woordenboek werkt!

Een woord opzoeken kost ca. 1 minuut. 30 woorden opzoeken.....

Hoe meer woorden je kent, hoe minder je hoeft op te zoeken!

Slide 7 - Tekstslide

Aufgabe 
Geef van elke bewering over het café van Uschi Reents aan of deze wel of niet overeenkomt met de tekst.
Het café
1. had dit jaar het hoogste aantal bezoekers ooit.
2. viert dit jaar een jubileum
3. is pas heropend na een grondige verbouwing
4. wordt alleen op verzoek geopend. 

Slide 8 - Tekstslide

Geef aan welke bewering(en) over het café van Uschi Reents overeenkomt met de tekst.
Het café
A
had dit jaar het hoogste aantal bezoekers ooit
B
viert dit jaar een jubileum
C
is pas heropend na een grondige verbouwing
D
wordt alleen op verzoek geopend

Slide 9 - Quizvraag

Aufgabe 2
Geef van elk van de volgende beweringen aan of deze wel of niet overeenkomt met de tekst.
1. De Duitse regering geeft subsidie op elektrische auto's
2. Duitsland en Japan hebben afspraken gemaakt over gezamenlijk onderzoek
3. Japan is erg ver in het onderzoek naar accu's.
4. Er komt meer samenwerking tussen Duitse autofabrikanten

Slide 10 - Tekstslide

Geef aan welke van de volgende bewering(en) overeenkomt met de tekst.
A
De Duitse regering geeft subsidie op elektrische auto's
B
Duitsland en Japan hebben afspraken
C
Japan is erg ver in het onderzoek naar accu's.
D
Er komt meer samenwerking tussen Duitse autofabrikanten

Slide 11 - Quizvraag

Aufgabe 3
Was macht der 3. Absatz über die Currywurst deutlich?
Die Currywurst 
A. bekommt immer stärkere Konkurrenz, auch aus dem Ausland
B. gibt es mittlerweile auch als 'Light'-Variante
C. ist ein starkes Produkt, das bei vielen Menschen beliebt ist
D. wird immer öfter in Restaurants, immer weniger auf der Straße angeboten

Slide 12 - Tekstslide

Was macht der 3. Absatz über die Currywurst deutlich?
Die Currywurst
A
bekommt immer stärkere Konkurrenz, auch aus dem Ausland
B
gibt es mittlerweile auch als 'Light'-Vari
C
ist ein starkes Produkt, das bei vielen Menschen beliebt ist
D
wird immer öfter in Restaurants, immer weniger auf der Straße angeboten

Slide 13 - Quizvraag

Aufgabe 4

Slide 14 - Tekstslide

Was geht aus der Einleitung und dem 1. Absatz hervor?
A
Beim Goldsuchen gibt es neue Methoden
B
Das Interesse am Goldsuchen hat zugenommen
C
Es ist schwierig, jemandem die Goldwaschkunst beizubringen
D
Gold aus Deutschland ist besonders wertvoll

Slide 15 - Quizvraag

Aufgabe 5
Een vereniging van Duitse artsen wil een fietshelmplicht voor iedereen tot 18 jaar. 
Wie kunnen er, volgens deze vereniging, nog meer voor zorgen dat kinderen en jongeren een fietshelm gaan dragen?
Noem twee groepen mensen.
Beantwoord deze vraag in het Nederlands

Slide 16 - Tekstslide

Een vereniging van Duitse artsen wil een fietshelmplicht voor iedereen tot 18 jaar.
Wie kunnen er, volgens deze vereniging, nog meer voor zorgen dat kinderen en jongeren een fietshelm gaan dragen?
Noem twee groepen mensen.
Beantwoord deze vraag in het Nederlands

Slide 17 - Open vraag

Aufgabe 6
Een school maakt gebruik van het aanbod van 'IC-Gruppenreisen' voor een reis naar het Duitse eiland Ummanz.
Bij het reisgezelschap van 15 personen sluit zich uiteindelijk nog een extra leerling aan. 
Wat gebeurt er hierdoor met de totaalprijs van de schoolreis?
Beantwoord deze vraag in het Nederlands 

Slide 18 - Tekstslide

Een school maakt gebruik van het aanbod van 'IC-Gruppenreisen' voor een reis naar het Duitse eiland Ummanz.
Bij het reisgezelschap van 15 personen sluit zich uiteindelijk nog een extra leerling aan.
Wat gebeurt er hierdoor met de totaalprijs van de schoolreis?
Beantwoord deze vraag in het Nederlands

Slide 19 - Open vraag

Aufgabe 7
In welke jaargetijde is er op Ummanz iets unieks te zien?
A in de lente 
B in de zomer 
C in de herfst 
D in de winter

Slide 20 - Tekstslide

In welke jaargetijde is er op Ummanz iets unieks te zien?
A
in de lente
B
in de zomer
C
in de herfst
D
in de winter

Slide 21 - Quizvraag

Aufgabe 8
Vertaal de onderstreepte woorden en geef aan welke functie de signaal woorden hebben.
doch 
zum Beispiel
und
Weil
oder 
dann
auch
wenn

Slide 22 - Tekstslide

Welke functie heeft ''doch'' in de tekst?
A
tegenstelling
B
uitbreiding
C
voorbeeld
D
benadrukking

Slide 23 - Quizvraag

Welke functie heeft ''zum Beispiel'' in de tekst?
A
bevestiging
B
voorwaarde
C
voorbeeld
D
opsomming

Slide 24 - Quizvraag

Welke functie heeft ''und'' in de tekst?
A
uitbereiding
B
opsomming
C
voorwaarde
D
tegenstelling

Slide 25 - Quizvraag

Welke functie heeft ''Weil'' in de tekst?
A
tijd
B
tegenstelling
C
benadrukking
D
argumentatie

Slide 26 - Quizvraag

Welke functie heeft ''oder'' in de tekst?
A
benadrukking
B
bevestiging
C
tegenstelling
D
argumentatie

Slide 27 - Quizvraag

Welke functie heeft ''dann'' in de tekst?
A
tegenstelling
B
opsomming
C
uitbereiding
D
tijd

Slide 28 - Quizvraag

Welke functie heeft ''auch'' in de tekst?
A
uitbreiding
B
opsomming
C
tegenstelling
D
voorbeeld

Slide 29 - Quizvraag

Welke functie heeft ''wenn'' in de tekst?
A
voorwaarde
B
tijd
C
tegenstelling
D
bevestiging

Slide 30 - Quizvraag

ENDE
 Noch Fragen?

Slide 31 - Tekstslide

Schönes Wochenende!

Slide 32 - Tekstslide