Afk les 5

Jouw sociale omgeving....?
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
WBSMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Jouw sociale omgeving....?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale omgeving


Je sociale omgeving wordt gevormd door de omgeving waarin je leeft.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale identiteit
Je maakt deel uit van allerlei verschillende groepen, zoals je familie, je collega's, de buurt waar je woont en/of de sportvereniging. 
Je hebt in elk van deze groepen een andere rol. Deze rol laat zien wat je relatie tot anderen in de groep is. 
Binnen een groep kun je meerdere rollen hebben. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Sociale omgeving
De mensen waarmee je een persoonlijke band hebt opgebouwd; gezinsleden, familie, vrienden, klasgenoten, buren.

De mensen waarmee je een gedeelde interesse hebt; religie, muziekvoorkeur, voetbalclub-fan, politieke partij, auto/motorclubs, game-community, anime-fans, Rotterdammers, Marokkaanse Nederlanders etc

Je sociale omgeving wordt gevormd door de omgeving waarin je leeft.
Ga op zoek naar je eigen identiteit. De persoonlijke identiteit bestaat uit gegevens, eigenschappen en kenmerken die jou samen maken tot wie je bent, die je onderscheiden van anderen.

Stel dat je zwartharig bent, geboren op 12 oktober 2008 in R'dam , 
1.59 m lang, 60 kilo, relaxed, gameverslaafd, dol op school, aardig voor je moeder, verlegen en ook nog eens muzikaal. Dan geeft dat samen een aardig beeld van je, daarmee ben je goed te onderscheiden van anderen.

Afzonderlijk zegt het niet zoveel. Er zijn wel meer zwartharigen of gameverslaafden. En er zijn er ook nog wel een paar die aardig voor hun moeder zijn of dol op school.

Probeer je beeld zo compleet mogelijk te maken.
Gebruik eventueel eigenschappen die anderen aan je toeschrijven.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke identiteit
Op je identiteitskaart staan onder andere je naam, je geboortedatum, je geboorteplaats en je geslacht. 
je afkomst (Nederlands, Surinaams, Marokkaans, Turks, Frans)
je uiterlijk (rood haar, donkere huidskleur)
je beroep (docent, kapper, chauffeur, verzorgende-IG, verpleegkundige)
je interesses en hobby's (lezen, shoppen, gamen, sporten)
je karakter (opvliegend, rustig, verlegen, vrolijk)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mijn persoonlijke identiteit

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Sociale omgeving
De mensen waarmee je een persoonlijke band hebt opgebouwd; gezinsleden, familie, vrienden, klasgenoten, buren.

De mensen waarmee je een gedeelde interesse hebt; religie, muziekvoorkeur, voetbalclub-fan, politieke partij, auto/motorclubs, game-community, anime-fans, Rotterdammers, Marokkaanse Nederlanders etc

Je sociale omgeving wordt gevormd door de omgeving waarin je leeft.
Stap 2: Groepsidentiteit
Wie zijn wij, of waar hoor ik bij?

Dan nu de vraag waar je bij hoort. Met welke groep(en) voel je de grootste verbondenheid? Welke kenmerken, eigenschappen en gegevens spelen daarbij een rol?
Het kan gaan om kenmerken die horen bij een volk of gemeenschap, om voorkeuren op allerlei gebied, om culturele kenmerken, om levenshouding of levensstijl, noem maar op.
Zijn er binnen jouw persoonlijke identiteit belangrijke kenmerken of eigenschappen die je deelt met anderen?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Sociale omgeving
De mensen waarmee je een persoonlijke band hebt opgebouwd; gezinsleden, familie, vrienden, klasgenoten, buren.

De mensen waarmee je een gedeelde interesse hebt; religie, muziekvoorkeur, voetbalclub-fan, politieke partij, auto/motorclubs, game-community, anime-fans, Rotterdammers, Marokkaanse Nederlanders etc

Je sociale omgeving wordt gevormd door de omgeving waarin je leeft.
Groepsidentiteit:
nationaliteit (bij welk volk of land hoor je?)
etniciteit (bevolkingsgroep met gezamenlijke afkomst en cultuur)
religie (welk geloof hang je aan?)
taal/dialect (welke taal of talen spreek je?)
woonplaats/wijk (waar ben je thuis?)
politieke voorkeur (stem op ... / ben het eens met ...)
sportieve voorkeur (supporter van ... )
muzikale voorkeur (fan van ... )
mentaliteit, dat is het denk- en gedragspatroon van personen en groepen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groepsidentiteit
Dit doe je door als groep bepaalde gedragsregels te ontwikkelen. Als groep hoor je bij elkaar, maar je verschilt van andere groepen door de regels die gelden in jouw groep. Door je aan die regels te houden, laat je zien wie je bent, en waar je bij hoort.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

..
Bij welke groepen behoor jij allemaal?

Slide 16 - Woordweb

Wat betekent identiteit? 

Er zijn verschillende vormen van identiteit:
  • Persoonlijke identiteit: het geheel aan kenmerken dat een persoon uniek en herkenbaar maakt (karakter, gender, seksuele voorkeur, genetische kenmerken, levensovertuiging, waarden en normen, etc.) 
  • Sociale identiteit: de groepen waar je toe behoort (woonplaats, etnische groep, religieuze groep, cultuur, sportclub, hobby, werk, politieke groepering, etc.) 
Opdracht: Vul in wat jij het meest belangrijke onderdeel vindt van jouw identiteit!

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is inclusie?
Inclusie is het wanneer we elkaar, hoe verschillend we ook zijn, accepteren en niet veroordelen, waarderen en niet negeren én als gelijkwaardig behandelen.
Een school voor iedereen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hebben we geleerd?
Een korte quiz:

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Om welk aspect van identiteit gaat het?
'De leden van sportvereniging X vinden het belangrijk dat ze motivatie hebben, hun best doen en proberen te winnen.'
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Groepsidentiteit

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Om welk aspect van identiteit gaat het?
'Mensen die bij een vereniging horen, kijken vaak meer naar elkaar om, steunen elkaar soms financieel als het nodig is en hebben eigen regels en wetten.'
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Groepsidentiteit

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Om welk aspect van identiteit gaat het?
'Ik denk dat ik sociaal, vriendelijk en behulpzaam ben. Ik vind mezelf over het algemeen wel een aardig mens.'
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Groepsidentiteit

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"Radicale moslims in de media beïnvloeden het beeld van alle moslims."
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Collectieve identiteit

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"Onze klas is de leukste."
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Collectieve identiteit

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"Ik ben een creatief persoon."
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Collectieve identiteit

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik plak mn laptop vol met Ajax-stickers. Dit past bij?
A
Persoonlijke identiteit
B
Collectieve identiteit
C
Sociale identiteit

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Om welk aspect van identiteit gaat het?
'Mijn vriend en ik hebben dezelfde muzieksmaak, daarom passen we goed bij elkaar.'
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Collectieve identiteit

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent inclusie?
A
Verantwoordelijk zijn
B
Erbij horen
C
Eigen regie hebben
D
Psychische stoornis

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke drie factoren zorgen voor groepsidentiteit?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bedankt voor jullie aandacht
Als er tijd over is, hier nog een kort filmpje over inclusie

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies