240112 grammatica §9 + leesboek bepalen

Welkom H1e!
Deze spullen heb ik nodig:

  • pen
  • schrift
  • werkboek
  • iPad
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom H1e!
Deze spullen heb ik nodig:

  • pen
  • schrift
  • werkboek
  • iPad

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. Mededelingen (2 min)
  2. 3 vragen om mee te oefenen (10 min)
  3. Uitleg grammatica §9 > meewerkend voorwerp (5 min)
  4. Zelfstandig oefenen §9 (20 min)
  5. PAUZE
  6. Presentaties
  7. Uitleg leesniveaus + een stukje voorlezen (20 min)

Slide 2 - Tekstslide

Mededeling
Voorleeswedstrijd Read2Me
Lees een stuk voor uit jouw favoriete boek (in het Nederlands) en ga als winnaar van het ONC naar de regionale ronde!

Wanneer zijn de voorrondes? 
Donderdag 18 januari - 9e uur (leesflexuur)

Hoelang moet ik voorlezen? Ongeveer 10 minuten.



Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. Mededelingen (2 min)
  2. 3 vragen om mee te oefenen (10 min)
  3. Uitleg grammatica §9 > meewerkend voorwerp (5 min)
  4. Zelfstandig oefenen §9 (20 min)
  5. PAUZE
  6. Presentaties
  7. Uitleg leesniveaus + een stukje voorlezen (25 min)

Slide 4 - Tekstslide

3 vragen om mee te oefenen
  1. Een lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel. 
    waar / niet waar

  2. Ontleed de volgende zin en benoem pv, wg, ow, lv

    Wie heeft die tafel verplaatst?

  3. Op welke drie manieren kun je de persoonsvorm in een zin vinden?
timer
3:30

Slide 5 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. Mededelingen (2 min)
  2. 3 vragen om mee te oefenen (5 min)
  3. Uitleg grammatica §9 > meewerkend voorwerp (5 min)
  4. Zelfstandig oefenen §9 (20 min)
  5. Uitleg leesniveaus + een stukje voorlezen (25 min)

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan het meewerkend voorwerp in een zin vinden.

Deze zinsdelen ken ik al:
  • Persoonsvorm
  • Werkwoordelijk gezegde
  • Onderwerp
  • Lijdend voorwerp




Slide 7 - Tekstslide

Uitleg meewerkend voorwerp
In een zin met een lijdend voorwerp kan ook een meewerkend voorwerp (mv) staan. Het mv geeft aan voor wie/wat iets bestemd is. 
Het mv hoort vaak bij woorden die iets 'vertellen' of 'geven'.  

| Mama | heeft | mijn zusje | een groot cadeau | toegestuurd.|
       ow      pv/wg         mv                       lv                                   wg

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg meewerkend voorwerp
Let op
- Het mv kan beginnen met aan of voor, maar dit hoeft niet. Als het zinsdeel niet met aan of voor begint, kan je het er vaak voor denken. 

- Het meewerkend voorwerp is meestal een levend wezen of instantie. 

Slide 9 - Tekstslide

Uitleg meewerkend voorwerp
Voorbeelden:

- | Julia en Kim | gaven | een cadeautje | aan hun moeder.|
- | Ik | vroeg | het (aan) haar.|
- | Mijn vriend | geeft | (aan) de poes en de hond | hun eten.|
- | Zij | laat | al haar geld | na | aan goede doelen.|

Slide 10 - Tekstslide

Benoem het mv:
Bij de opening van de schouwburg hebben ze alle bezoekers een drankje aangeboden.
A
Bij de opening van de schouwburg
B
ze
C
alle bezoekers
D
een drankje

Slide 11 - Quizvraag

Benoem het mv:
Hem geef ik niets.
A
Hem
B
geef
C
ik
D
niets

Slide 12 - Quizvraag

Oefenen grammatica §9
Opdracht: 
Maak online:
Cursus 5: Grammatica §9 (blz. 220) opdracht 1, 3 t/m 6. 


Hoe: Bekijk het stoplicht: je werkt alleen of in tweetallen
Nodig: iPad
Klaar:  Oefen verder op www.taaloefenen.nl > grammatica zinsdelen > pv + wg + ow + lv + mv


timer
20:00

Slide 13 - Tekstslide

Pauze
timer
4:00

Slide 14 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. Mededelingen (2 min)
  2. 3 vragen om mee te oefenen (5 min)
  3. Uitleg grammatica §9 > meewerkend voorwerp (5 min)
  4. Zelfstandig oefenen §9 (20 min)
  5. Presentaties (10 min)
  6. Uitleg leesniveaus + een stukje voorlezen (25 min)

Slide 15 - Tekstslide

Presentaties
Joan
Elise

Slide 16 - Tekstslide

Een leesboek kiezen. Hoe doe ik dat?
Niet iedereen houdt van lezen of vindt lezen makkelijk. Daarom zijn er jeugdboeken met verschillende leesniveaus.

Er zijn voor jongeren van 12-15 jaar 5 niveaus. Ik bespreek er nu 4 met jullie.

Denk alvast na over welk niveau het beste bij jou past.

Daarna lees ik een stukje voor uit een boek op niveau 1.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Een leesboek kiezen. Hoe doe ik dat?
Volgende les vullen we met elkaar een vragenlijst in om je eigen niveau te bepalen.

18 januari opent de nieuwe bibliotheek en gaan we met elkaar op zoek naar leuke leesboeken.

NU: Ik lees een stukje voor uit een boek op niveau 1 en 2.

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk
Opdracht: 
Maak online:
Cursus 5: Grammatica §9 (blz. 220) opdracht 1, 3 t/m 6. 

Klaar?
Oefen verder via www.taaloefenen.nl







Slide 23 - Tekstslide