W39 FA 2G1 les op school

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Bienvenue 2G1

Semaine 39

Du 27 septembre au 1er octobre

Chapitre 1

Grammaire du cinquième

Les devoirs

Af: lundi 27 septembre

Faire: 

Grammaire: ex 8 à 11

Apprendre: 

Grammaire: werkwoorden -er, avoir, être, aller & lidwoorden

Vocabulaire A (p. 50) F-N & N- F

à = tot en met

Het huiswerk is af voor de eerste les van de week. Het wordt gecontroleerd.

La semaine dernière

• Nous avons commencé avec chapitre 1.
• Nous avons appris combien de bises on donne en France.
• Nous avons écouté une conversation sur les vacances.
• Nous avons corrigé ex 5 à 7 du grammaire du cinquième.

Cette semaine

Cette semaine nous:

1. corrigeons ex 8 à 11 du grammaire du cinquième.
2. lisons une texte sur des vacances.

Cette semaine

À la fin de cette semaine......

vous pouvez (kunnen jullie):

• een fotoreportage over vakantie begrijpen.
• de ontkenning, bijvoeglijk nw. en bezittelijk nw. gebruiken.

vous savez (kennen en weten jullie):

• woorden die te maken hebben met vakantie en weer.
• hoe je de betekenis van woorden kunt proberen te raden.

Réviser

Apprendre:

Grammaire: werkwoorden -er, avoir, être, aller & lidwoorden

Vocabulaire A (p. 50) F-N & N- F

On va faire un quizz.....

Traduis:
wij gaan

Traduis:
jij hebt

Traduis:
zij zijn (mnl)

Traduis:
ik praat

Traduis:
jullie ontmoeten

Traduis:
waarom

Traduis:
met de boot

Traduis:
in Nederland

Traduis:
Ja, het was super!

Traduis:
hij gaat

Traduis:
wij hebben

Traduis:
de vriendin

Traduis:
Waar ben je naar toe geweest?

En de laatste...
Traduis:
Ik ben

En classe

Grammaire du cinquième

Grammaticaboekje

• corriger ex 8 à 11
• faire ex 12 à 16 (les devoirs)

Ex 8)

• 1. le père
• 2. la mère
• 3. la soeur
• 4. le frère
• 5. l'âge
• 6. la maison  - la famille
• 7. l'étage

Ex 8)

• 8. l'appartement
• 9. le collège
• 10. l'école

Ex 9)

• 1. un chat
• 2. un garçon
• 3. une fille
• 4. une grande famille
• 5. un copain
• 6. une grande ville
• 7. un restaurant

Ex 9)

• 8. un grand arbre
• 9. une boutique 

Ex 10)

• 1. le copain  - de vriend
• 2. l'adresse  - het adres
• 3. la faute  -  de fout
• 4. l'école  - de school
• 5. l'agent - de agent
• 6. la photo - de foto
• 7. la banane - de banaan

Ex 11)

• 1. des tables   - tafels
• 2. des copains  - vrienden
• 3. des chambres  - slaapkamers
• 4. des villes  - steden
• 5. des hôtels - hotels
• 6. des soeurs - zussen

En classe

Chapitre 1: Un bel été

Cahier d'activités A p. 26 & 27

Partie A                    écouter           ex 6, 7

Partie B                    lire                     ex 9 à 12

         

Les devoirs

Af: lundi 4 octobre

Faire: 

Grammaire: ex 12 à 16

Chapitre 1: ex 6, 7

Apprendre: 

Grammaire: p. 2 t/m 4 (t/m bezittelijk vnw.)

Vocabulaire A & B (p. 50)

à = tot en met

Het huiswerk is af voor de eerste les van de week. Het wordt gecontroleerd.

Leertips Vocabulaire

• Leer je woordjes elke dag (10 min). Herhalen, herhalen, herhalen!
• Begin met het doorlezen van de woordjes.
• Vervolgens bedek je ze met een blaadje of je hand en overhoor je jezelf (mondeling).
• Ken je alle woordjes?! Ga dan aan de slag via quizzlet, wrts of via Grandes Lignes online, etc. en overhoor jezelf.
• Elke week krijg je er een nieuw stukje bij, blijf de eerdere stukjes wel herhalen!