7.4 Franse Revolutie

7.4 De Franse Revolutie
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

7.4 De Franse Revolutie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen waarom de Franse Revolutie ontstond.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide


De Verlichting
vanaf ±1700



  • Een periode waarin mensen hun kennis (willen) vergroten, door steeds meer uit te gaan van het verstand (rede, ratio)

  • Hierdoor krijgen mensen ook meer kritiek op de koning, de Kerk en de adel.

Slide 6 - Tekstslide

Salon Madame Geoffrin

  • Verlichte denkers kwamen o.a. bij elkaar in de salons van rijke dames.

Slide 7 - Tekstslide

Amerika
  • Amerikaanse vrijheidsoorlog was een inspirerend voorbeeld.

Slide 8 - Tekstslide

Onvrede binnen de derde stand!
  • 1e/2e stand hadden veel privileges
       Vrijstelling van belastingen

  • Heerlijke rechten
  • Heerendiensten

Slide 9 - Tekstslide


Hoe bereik je het volk?




  • Niet iedereen kon lezen, zeker niet in de 3e stand. 
  • Maar spotprenten? Die begreep iedereen!

  • Deze spotprenten werden meestal gemaakt door de bourgeoisie.
Geestelijkheid
De 1e stand
Adel
De 2e stand
De 3e stand
Alle mensen die niet bij de 1e of 2e stand horen.

Slide 10 - Tekstslide


Frankrijk gaat failliet
mei 1789



  • Feesten, paleizen, bestuur en oorlogen kosten heel veel geld, maar het geld is op. 
  • Zevenjarige oorlog

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Kastelen en kloosters geplunderd.
 Eerste edelen ontvluchten het land (“émigrés”)

La grande peur
 
Ruïnes van de torens de oude abdij van Mont Saint-Eloi
Op een heuvel met uitzicht op Arras getuigen twee verminkte torens op de Mont Saint-Eloi van de grootsheid van een abdij die over de hele Artois uitstraalde.

De kerk doet tijdens de Franse Revolutie dienst als bouwmaterialenfonds. Alleen de witte torens en het portiek van de westelijke gevel blijven bewaard.
De grote angst

Slide 19 - Tekstslide

Gevolgen revolutie
  • Afschaffing van de feodale rechten
  • Verklaring van de rechten van de mens en de burger
  • Koning en Constituante (nationale vergadering) verhuizen naar Parijs

Slide 20 - Tekstslide

Nieuwe grondwet
  • Opheffing oude hertogdommen/graafschappen, Nieuwe bestuurlijke indeling 

  • Scheiding der machten
  • Afschaffing erfelijke adellijke titels
  • Opheffing kloosterordes

Slide 21 - Tekstslide

Mislukte vlucht

Slide 22 - Tekstslide


Lodewijk onthoofd
januari 1793


  • Ontdekking van de briefwisseling tussen Lodewijk en de Oostenrijkse keizer: "Hoogveraad!"

  • De koning wordt ter dood veroordeeld en terechtgesteld in Parijs.
  • In oktober volgt Marie Antoinette.

Slide 23 - Tekstslide






Marie Antoinette werd door het volk enorm gehaat. 
Dit kwam vooral door haar luxe levensstijl en de 
grote hoeveelheden geld die ze uitgaf aan
haar hofhouding, kleding en sieraden.

Slide 24 - Tekstslide

De Terreur
1793-1794

  • De macht in Frankrijk komt in handen van de radicale Jakobijnen. Dit ten koste van de gematigde Girondijnen

  • Tijdens het Schrikbewind worden tienduizenden 'tegenstanders' van de Revolutie opgepakt en terechtgesteld.

  • De leider van de Jakobijnen is Robespierre.

Slide 25 - Tekstslide

Einde aan De Terreur
zomer 1794



  • Steeds meer weerstand tegen Robespierre 
  • Juli 1794: Arrestatie en terechtslling Robespierre

  • De nacht voor zijn onthoofding, doet hij een mislukte zelfmoordpoging.

Slide 26 - Tekstslide

Directoire
1795-1799

  • Na De Terreur, en een korte burgeroorlog, willen de Fransen rust.

  • De regering, de Directoire ('Directie'), van 5 directeuren heeft echter vooral te maken met economische tegenslagen en is erg zwak.

Slide 27 - Tekstslide

Staatsgreep Napoleon
november 1799


  • Generaal Napoleon Bonaparte is klaar met de zwakke Directoire en zet hen af. 

  • Napoleon benoemt zichzelf tot consul. Net zoals de Romeinen dat ooit deden.

Slide 28 - Tekstslide

"De koning heeft alle macht"
Welk begrip hoort hierbij?
A
abolutionisme
B
nationalisme
C
feminisme
D
absolutisme

Slide 29 - Quizvraag

Welke koning is dit?
A
Lodewijk XIV
B
Lodewijk XV
C
Lodewijk XVI
D
Napoleon

Slide 30 - Quizvraag

Wie is de Franse koning in 1789?
A
Lodewijk XIV
B
Lodewijk XV
C
Lodewijk XVI
D
Lodewijk XVII

Slide 31 - Quizvraag

Wie vocht er voor je veiligheid vóór de Franse revolutie?
A
Geestelijkheid
B
Adel
C
Boeren en burgers

Slide 32 - Quizvraag

Wanneer begon de Franse Revolutie?
A
1776
B
1783
C
1789
D
1793

Slide 33 - Quizvraag

Begrippen uit deze les
  • absolutisme
  • standen(maatschappij)
  • edelen
  • geestelijkheid
  • Staten-Generaal
  • revolutie

Slide 34 - Tekstslide

Personen uit deze les

  • Lodewijk XIV
  • Lodewijk XVI

Slide 35 - Tekstslide

Jaartallen uit deze les

  • 1789: Bestorming van de Bastille

Slide 36 - Tekstslide