Hoofdstuk 12 les 4 (nieren)

12.5 Nieren
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

12.5 Nieren

Slide 1 - Tekstslide


Welke letter geeft de nieren aan?
A
C
B
D
C
E
D
F

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

In de nefronen van je nieren vindt filtratie, osmose en resorptie plaats.
Op welke plaats in een nefron is de filtratie?
A
kluwen van haarvaten
B
nierbekken
C
nierkanaaltje
D
verzamelbuisje

Slide 13 - Quizvraag

Indien onder bepaalde omstandigheden de osmotische waarde van het bloedplasma bij een mens daalt:
A
Blijft de hypofyse evenveel ADH afscheiden
B
Scheidt de hypofyse meer ADH af
C
Scheidt de hypofyse minder ADH af
D
Wordt er minder urine uitgescheiden

Slide 14 - Quizvraag

Een survivaltocht
Op 14 april 1994 verdwaalde de Italiaanse hardloper Mauro Prosperi tijdens een meerdaagse toch door de Sahara. Pas na negen dagen werd hij door de bedoeïenen gevonden. Medich-biologen waren er verbaasd over dat hij zonder water en voedsel zo lang had kunnen overleven. Ze ondervroegen hem over zijn gedrag. Hij bleek zeer verstandig te zijn omgegaan met zijn water- en energiehuishouding.

Slide 15 - Tekstslide

In welk gedeelte van een neuron (niereenheid) werd ervoor gezorgd dat Prosperi zo veel mogelijk water uit de voorurine terugresorbeerde, zodat hij slechts kleine hoeveelheden urine produceerde?
A
In de Lis van Henle
B
In het kapsel van Bowman
C
In het nierbuisje
D
In de glomerulus

Slide 16 - Quizvraag

Hoge bloeddruk in de nieren stimuleert ook ADH productie

Slide 17 - Tekstslide

Het linker deel van de lus is wel doorlaatbaar voor water, het rechter deel niet. 
De verzamelbuis is alleen doorlaatbaar als ADH aanwezig is.

Slide 18 - Tekstslide

De osmotische waarde is hoger onderin de lus. Dus daar stroomt water uit de voorurine (door osmose). Als de voorurine verder stroomt (stijgende deel), gaat door diffusie Na en Cl uit de voorurine. Water komt er niet in(wat je wel zou verwachten), want dit deel van de buis is waterdicht. 

Slide 19 - Tekstslide

 in het laatste gedeelte nauwelijks nog overdracht
tegenstroomprincipe: continu overdracht, hogere opbrengst

Slide 20 - Tekstslide

Tegenstroomprincipe in de nieren
Bloed met lage osmotische waarde stroomt langs weefselvocht met hogere osmotische waarde (omlaag, bij stijgende deel van de lus). Resultaat is: waterafgifte en opname NaCl.
En bloed met een hoge osmotische waarde stroomt langs weefselvocht met een lagere osmotische waarde (omhoog, bij dalende deel van de lus. 
Resultaat is: wateropname en zoutafgifte maximaal.

Slide 21 - Tekstslide

Dus... wat stroomt er dus langs elkaar heen bij de lus van Henle in het niermerg?

Slide 22 - Open vraag

Het linker deel van de lus is wel doorlaatbaar voor water, het rechter deel niet. 
De verzamelbuis is alleen doorlaatbaar als ADH aanwezig is.

Slide 23 - Tekstslide

De verzamelbuis
Deze loopt ook door het niermerg heen, en heeft dus de neiging om water uit de voorurine af te staan via osmose. Dit kan alleen als de waterkanaaltjes open staan (onder invloed van ADH). 
Ook wordt bij veel ADH extra ureum aan het niermerg afgegeven, wat de osmotische waarde van het niermerg nog meer verhoogt. En dus de teruggave van water aan het weefselvloeistof (en daarna aan het bloed).

Slide 24 - Tekstslide

Creatinine is 70x meer aanwezig in urine dan in voorurine. 
Ureum slechts 67x, door uitscheiding in verzamelbuis aan niermerg.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Angiotensine II stimuleert de Na+ opname in de nieren. Wanneer is het nuttig voor het lichaam om angiotensine II te produceren?


Antwoord
?

Slide 27 - Tekstslide

Renine, angiotensinogeen, angiotensine I,  aldosteron en ADH spelen ook een rol in dit geheel. Lees p. 58 van je boek 'hormonale invloed op de nieren' en vergelijk met BINAS 85D

Slide 28 - Tekstslide