MA3 8.3 & 8.4 Ken je rechten + Als het tegenzit

MA H.8 Werk
8.3 Ken je rechten
8.4 Als het tegenzit

- Uitleg
- Aan de slag!
- Les afsluiten
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

MA H.8 Werk
8.3 Ken je rechten
8.4 Als het tegenzit

- Uitleg
- Aan de slag!
- Les afsluiten

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet/kan ik na deze les?
Uitleg 8.3 en 8.4

 - Wat is een contract? Wat staat daar in?
- Hoe beschermt de wet jou?
- Wat is het verschil tussen wit en zwart werken?
- Wat is een arbeidsconflict?
- Wat doen vakbonden?
- Wat als je ontslagen wordt?

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel invloed je hebt in de samenleving wordt bepaald door...?
A
Je inkomen
B
Je politieke macht
C
Je populariteit
D
Je maatschappelijke positie

Slide 3 - Quizvraag

Wat kan er voor zorgen dat je weinig sociale mobiliteit hebt?
A
Je muzieksmaak
B
Kansenongelijkheid
C
Hoeveel volgers je hebt
D
Dat je geen social media gebruikt

Slide 4 - Quizvraag

Arbeidsovereenkomst
= het contract tussen jou en je
    werkgever

Daar staat in:
- Wat je gaat verdienen (loon)
- Welk werk je gaat doen en welke
   uren/dagen
- Hoe lang duurt het contract?
- Hoeveel vakantiedagen krijg je?

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het minimumloon?
A
Het loon dat mensen krijgen die geen werk hebben
B
Het loon voor mensen die de minste uren werken
C
Het loon dat iedere Nederlander minimaal moet krijgen.
D
Het loon voor mensen met de simpelste banen.

Slide 6 - Quizvraag

Hoe beschermt de wet jou als arbeider?
Arbowet = wet die zegt dat je werkplek gezond en veilig moet zijn.
- Geen ongezonde gassen, helm op bij bouwprojecten enzovoorts.

Minimumloon = de overheid/wet bepaalt dat iedere werkende Nederlander minimaal een bepaald bedrag per uur moet krijgen.
Nu = 14,06 voor iedereen van 21 jaar en ouder.
Van 15 - 21 is er per leefjaar een ander minimumjeugdloon.

Als je zwart werkt  (zonder officieel contract) heb je hier geen recht op.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen bruto en nettoloon?
A
Het brutoloon is hoger dan het nettoloon
B
Het nettoloon is zonder belastingen, brutoloon na belastingen
C
Het nettoloon is hoger dan het brutoloon
D
Het brutoloon is zonder belastingen, nettoloon na belastingen

Slide 8 - Quizvraag

Arbeidsconflict
= ruzie tussen jou en je werkgever

Kan een reden worden om je te ontslaan.

Daarom belangrijk het probleem op te lossen.

Slide 9 - Tekstslide

Wat doen vakbonden?
A
Mensen opleiden
B
Lesgeven over werken op scholen
C
Arbeiders helpen met arbeidsconflicten
D
Politieke partijen beginnen

Slide 10 - Quizvraag

Vakbonden
= organisaties van en voor arbeiders

- Organiseren stakingen
- Gaan met werknemers in gesprek
- Geven financiële steun aan stakers
- Oefenen druk uit op politici om de
   omstandigheden voor arbeiders te
   verbeteren.

Slide 11 - Tekstslide

Wat betekent ontslag op staande voet?
A
Dat je geen nieuw contract krijgt
B
Dat je het bedrijf meteen moet verlaten
C
Dat je voor de rechter moet verschijnen
D
Dat je aan het eind van de week ontslagen wordt

Slide 12 - Quizvraag

Ontslagen
Doe je je werk niet goed of moet het bedrijf bezuinigen?
Dan mogen ze je ontslaan.
Wel met opzegtermijn = een paar maanden van tevoren aangeven.
Wil je zelf ontslag nemen, moet je dat dus ook een paar maanden van tevoren doen.

Heb je de wet overtreden of je baas bestolen? Ontslag op staande voet
= Meteen bedrijf verlaten en geen recht op werkloosheidsuitkering.

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? 8.3 opdrachten 3 en 4, 6 t/m 8, 11 en 12
            8.4 opdrachten 2, 4, 5, 8, 10 en 11

Met wie? Zachtjes overleggen met buurman of -vrouw.
Vragen? Hand opsteken, docent komt helpen.
Klaar? Verder werken aan opdrachten Islam, Hindoeïsme en Boeddhisme.

Huiswerk volgende les:
           8.3 opdrachten 3 en 4, 6 t/m 8, 11 en 12
Huiswerk volgende maandag:
          8.4 opdrachten 2, 4, 5, 8, 10 en 11 + opdrachten 8.5

Slide 14 - Tekstslide