3H BAK 1718 Les 6 - lidwoorden - ser/estar/hay - los números - verbos (reflexivos)

Programa
Controlar los deberes
Repasar la clase de ayer
Lidwoorden
Ser/Estar/Hay
Los números
Verbos (reflexivos)
Quizlet
Kahoot
Evaluamos
Deberes
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Programa
Controlar los deberes
Repasar la clase de ayer
Lidwoorden
Ser/Estar/Hay
Los números
Verbos (reflexivos)
Quizlet
Kahoot
Evaluamos
Deberes

Slide 1 - Tekstslide

Controlar los deberes
Leren: Woordjes XB 1-5
Leren: Woordjes WB 4.4

Slide 2 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
Él siempre lleva unos vaqueros azules
A
unos
B
vaqueros
C
azules
D
Él

Slide 3 - Quizvraag

Bezittelijk voornaamwoord
¿Ellas son ..(vosotros).. amigas?
A
Vuestras
B
Vuestros
C
Nuestras
D
Nuestros

Slide 4 - Quizvraag

Vraagwoord
¿........ eres?
A
Dónde
B
De donde
C
Donde
D
De dónde

Slide 5 - Quizvraag

GUSTAR
.......(yo)......... los libros de Gabriel García Márquez
A
Mi gustan
B
Me gustan
C
Mi gusta
D
Me gusta

Slide 6 - Quizvraag

Vertaal deze zin:
Marta is een grappig meisje.

Slide 7 - Open vraag

Vul het bepaald lidwoord in:
  1.  ............... mesa
  2. ............... juego
  3.  ............. foto
  4. .............. sistema
  5. .............. ciudad

Slide 8 - Tekstslide

antwoorden
 ........la....... mesa
........el....... juego
 ......la....... foto
.......el....... sistema
........la...... ciudad

Slide 9 - Tekstslide

Vul het onbepaald lidwoord in
  1.  .......... hotel
  2. ........ premio
  3. ........ comedor
  4. ....... moto
  5. ......... mapa

Slide 10 - Tekstslide

antwoorden
.....un..... hotel
....un.... premio
....un.... comedor
...una.... moto
....un..... mapa

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Los números o los verbos
Wil je met de nummers oefenen? Zie dan de volgende 2 slides.
Wil je met de ww oefen (ook wederkerend) zie dan de slides na de nummers.

¿KLAAR? Woordjes leren op Quizlet

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

verbos -ar,-er,-ir
yo
él/ella/usted

nosotros/-as
vosotros/-as
ellos/ellas/ustedes
persoonlijke voornaamwoorden

ik

jij

hij/zij/u


wij

jullie

zij/u (meervoud)

Slide 17 - Tekstslide

verbos -ar,-er,-ir
yo
él/ella/usted

nosotros/-as
vosotros/-as
ellos/ellas/ustedes
-AR
hablo
hablas
habla

hablamos
habláis
hablan
-ER
-o
-es
-e

-emos
-éis
-en

-IR
-o
-es
-e

-imos
-ís
-en

Slide 18 - Tekstslide

Verbos reflexivos - wederkerende ww
LAVARSE                                               LLAMARSE
me lavo                                                  me llamo
te lavas                                                  te llamas
se lava                                                    se llama
nos lavamos                                        nos llamamos
os laváis                                                 os llamáis
se lavan                                                 se llaman

Slide 19 - Tekstslide

verbos: ser / tener
yo
él/ella/usted

nosotros/-as
vosotros/-as
ellos/ellas/ustedes
ser
soy
eres
es

somos
sois
son
tener (ie)
tengo
tienes
tiene

tenemos
tenéis
tienen

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Los verbos
Oefen de werkwoorden via VERBUGA.EU

Kies de werkwoorden: Ser, Tener, Llamarse, Estar
Zet de tijd op: PRESENTE

Slide 22 - Tekstslide

leer de woordjes blok 1 tm 5 en WB 4.4 via Quizlet (zie classroom) 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Slide 25 - Video

Evaluamos
1. ¿Qué es un 'lidwoord'?
2. ¿Qué es un 'bijvoeglijk naamwoord'?
3. ¿Qué es un 'bezittelijk voornaamwoord'?
4. ¿Cómo funciona un verbo reflexivo?

Slide 26 - Tekstslide

Deberes para el viernes
S.O. de repaso --> GOED LEREN

Slide 27 - Tekstslide