Nieuwsbegrip: Strip geveild (AA W13)

Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenNT2+1ISK

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoe heet het stripboek dat in Amerika voor veel geld is verkocht?

Slide 2 - Open vraag

In welk jaar is de strip gemaakt?

Slide 3 - Open vraag

Hoeveel geld is er voor de strip betaald?

Slide 4 - Open vraag

Waarom is dit exemplaar zo bijzonder?

Slide 5 - Open vraag

Welke populaire superhelden zijn bedacht door Marvel?

Slide 6 - Open vraag

Wat is jouw favoriete stripboek?

Slide 7 - Open vraag

Stripboeken

Slide 8 - Woordweb

Stripboek verkocht voor meer dan 2 miljoen euro. 

Slide 9 - Tekstslide

Lees de tekst

Slide 10 - Tekstslide

Lees de inleiding

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het nieuws over het eerste stripboek van Marvel?

Slide 12 - Open vraag

Lees: Meer dan twee miljoen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Waarom wilde de koper zoveel geld betalen voor het stripboek? Omdat ...
A
de koper 2 miljoen euro over had.
B
de maker aantekeningen had gemaakt in het stripboek.
C
het stripboek er nog heel goed uitziet.
D
het stripboek op een veiling verkocht werd.

Slide 16 - Quizvraag

Lees: Nog meer geld 

Slide 17 - Tekstslide

Voor dit stripboek is veel geld betaald. Voor welk stripboek is nóg meer geld betaald?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Waarom werd voor Spider-Man nog meer geld betaald?
A
De bladzijde kwam uit een ander boek.
B
Spider-Man had daar een rood met blauw pak aan.
C
Spider-Man had voor het eerst een zwart pak aan .

Slide 20 - Quizvraag

Lees: Zeldzaam


Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Welke stripboeken zijn meer waard?
A
Asterix en Obelix
B
Suske en Wiske
C
Allebei even veel waard

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Video

Welke superhelden heb je gezien?

Slide 29 - Woordweb

Shhht, je docent zegt...
  • Blijf rustig zitten en praat zachtjes.
  • Pak je tas in.

Als ik het zeg:
Mag je opstaan, je stoel aanschuiven en wachten bij de deur tot de bel gaat.






Slide 30 - Tekstslide