09 - H3 - chapitre 2 - H (grammaire) werkwoorden op -ir

bonjour H3 - comment ça va?
prenez
-> vos livres
-> vos cahiers
-> vos trousses / stylos
aujourd'hui on est le vendredi 1er décembre 2023
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

bonjour H3 - comment ça va?
prenez
-> vos livres
-> vos cahiers
-> vos trousses / stylos
aujourd'hui on est le vendredi 1er décembre 2023

Slide 1 - Tekstslide

Repetitie chapitre 2
  • was op vrijdag 8 december
  • verplaatst naar vrijdag 15 december
  • vocabulaire ABEF
  • phrases-clés 'parler de son temps libre'
  • grammaire à/de + bepaald lidwoord EN het regelmatige werkwoord op -ir

Slide 2 - Tekstslide

qu'est-ce qu'on va faire?
  • terugblik       
  • bron H grammaire regelmatig werkwoord op -ir
  • vooruitblik hoe ziet de repetitie eruit?
  • faire les exercices

Slide 3 - Tekstslide

exercice 28ab
timer
6:00

Slide 4 - Tekstslide

terugblik
Qu'est-ce que tu aimes faire et pourquoi?
Qu'est-ce que tu n'aimes pas faire et pourquoi?

écouter de la musique | faire du foot | faire du sport | aller au cinéma | faire les magasins | jouer à la console | faire de la natation | faire du cheval | jouer au hockey..
faire mes devoirs | garder ma petite soeur | ranger ma chambre | faire la vaisselle | faire les courses | sortir la poubelle | sortir le chien ...
Parce que c'est....
relaxant | embêtant | passionnant | ça me plait |  top |  amusant | | cool | génial | sympa | ça me rend fou | actif | ennuyeux | énervant | nul | affreux...

Slide 5 - Tekstslide

question

Slide 6 - Tekstslide

buts bron H (grammaire)

  1. je kunt een kort verhaal schrijven
  2. je kunt de werkwoorden op -ir vervoegen

Slide 7 - Tekstslide

exercice 29a - page 82
  • choisis
  • réussis

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

fais les exercices 29cde
timer
5:00
stap 1 -> stam -> ir weghalen
stap 2 -> goede uitgang

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

ex 30 b page 84
deze oefening gaat over de passé composé. Luister goed naar de werkwoorden in de zin en dan vooral naar de laatste letter.
Is dit een -é, een -u of een -i? 
j'ai mangé -> werkwoord op -er (manger)
tu as perdu -> werkwoord op -re (perdre)
il a rougi -> werkwoord op - ir (rougir)

Slide 12 - Tekstslide

DEVOIRS (huiswerk)
Chapitre 2 - bron  - grammaire
werkwoorden op -ir

faire exercices 29 -> 32 pages 82 -> 85

apprendre regelmatige werkwoorden op -ir présent + passé composé page 89

revoir vocabulaire AB + phrases-clés C 'parler de son temps libre'

Slide 13 - Tekstslide

leerdoelen gehaald?

-> kun je de werkwoorden op -ir vervoegen?
-> kun je een kort verhaal schrijven?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide