Samenvatting hoofdstuk 4 AK

Samenvatting hoofdstuk 4 AK
Paragraaf 1
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Samenvatting hoofdstuk 4 AK
Paragraaf 1

Slide 1 - Tekstslide

Migratie
Migratie= verhuizen naar andere woonplaats.
Emigranten = verhuizen naar een ander land (vaak een buurland)

Tijdens de koloniale tijd: naar koloniën vrijwillig of als slaaf 
tot ver na de onafhankelijkheid: van kolonie naar Europa
(bijvoorbeeld: Suriname)
Kolonie= gebied in bezit van een ander land (elk land had een andere kolonie)


Slide 2 - Tekstslide

Migratieachtergrond 
= als iemand in het buitenland is geboren
óf als één of beide ouders in het buitenland is geboren

Wij hebben dus allemaal een migratieachtergrond

Slide 3 - Tekstslide

Waarom migreren?
Vertrekreden:
 Een reden waarom iemand uit een plaats of gebied verhuist.

Vluchteling= iemand die vanwege oorlog, geloof, culturele achtergrond vertrekt uit zijn regio (bijvoorbeeld: Afghanistan / Syrië
Discriminatie= het achterstellen van mensen , omdat ze bijvoorbeeld een andere godsdienst, huidskleur of gewoonten hebben. (bijvoorbeeld: bij het solliciteren)
Mensenrechten= rechten die de waardigheid van ieder mens beschermen.
Asielzoeker = iemand die bescherming vraagt in een ander land om er te mogen blijven wonen.
Illegaal= Als je zonder geldige papieren in een ander land verblijft.


Slide 4 - Tekstslide

Waarom migreren?
Vestigingsreden:
 een reden waarom iemand naar een plaats toe verhuist.

 Arbeidsmigranten= verhuizen naar een andere woonplaats of land om daar te werken. (bijvoorbeeld: Italië / Oost-Europa)
Kennismigrant= Hoogopgeleide migrant die naar een ander land gaat om daar te werken (bijvoorbeeld: Azië

Slide 5 - Tekstslide

Paragraaf 2

Slide 6 - Tekstslide

Een nieuw leven 
  • Als je ergens naar verhuist, kom je in een andere cultuur. Hier moet je dan aan wennen.

  • Cultuur= gaat over wat mensen belangrijk vinden en de gewoonten en gebruiken die daarbij horen.  

Slide 7 - Tekstslide

Een nieuw leven
Integratie= actief meedoen aan en leren begrijpen van de samenleving. 
Door:
- inburgeringscursussen
- samen naar school
- werken
- sporten
- muziek maken

Slide 8 - Tekstslide

Werk vinden
Integratie is niet altijd makkelijk voor vluchtelingen:

- diploma niet geldig -> vrijwilligerswerk doen
- spreken een andere taal    -> taal leren
- hebben psychische problemen 
- geen contacten -> inburgeringscursus

Slide 9 - Tekstslide

Kennismigranten
Kennismigranten komen hier om een bepaalde periode te werken. Ze leren niet de Nederlandse taal en integreren niet. Ze weten dat ze na een paar jaar weer naar huis gaan. 

Slide 10 - Tekstslide

Gevolgen voor de samenleving 
  • Migranten nemen eigen cultuur mee
  • Samenleving wordt multiculturele samenleving=                                    Wanneer mensen uit meer culturen met elkaar samenleven. 
  • wennen voor migranten en inwoners 
    positief
    --> feestdagen, eten en muziek
     negatief
     --> spanningen, doordat je elkaars cultuur niet begrijpt

Slide 11 - Tekstslide

Gevolgen voor de samenleving
Mensen met een migratieachtergrond wonen vaak bij elkaar in de wijk:
- vaak lager inkomen
- andere voorzieningen =                                        een bedrijf/instelling waar je naartoe gaat om een product/dienst te halen, die je nodig hebt om prettig te kunnen leven (Poolse supermarkt, Turkse bakker, Moskee)
- maakt integreren lastiger 
- integreren gaat niet vanzelf

Slide 12 - Tekstslide

Migratie binnen Europa 
De migratiestromen lopen binnen de EU vooral van Oost-Europa naar Noord- en West-Europa. 

Slide 13 - Tekstslide

Paragraaf 3

Slide 14 - Tekstslide

Gesloten/harde grens 
= grens die zichtbaar en moeilijk over te steken is. 

Bijvoorbeeld: paspoortcontrole vliegveld. 

Slide 15 - Tekstslide

Open/zachte grens
= grens die makkelijk te passeren is. 

voorbeeld: gemeentegrenzen in Nederland 

Slide 16 - Tekstslide

Verdrag van Schengen
Inwoners mogen vrij reizen tussen Schengenlanden. 
Zij hebben open grenzen

Grenst een land aan een niet-Schengenland? Dan is daar een harde grens met grenscontrole

Slide 17 - Tekstslide

Hoe komen migranten de EU binnen
Geldige inreisdocumenten voor de EU: 
- visum (kort verblijf)
- verblijfsvergunning (lang verblijf)
- zitten voorwaarden aan

Asielzoekers komen meestal illegaal de grens over

Slide 18 - Tekstslide

Hoe komen migranten de EU binnen?
Aanvragen visum is makkelijk voor:
- kennismigranten
- studenten

Voor arbeidsmigranten gelden vaak extra regels

Aanvragen asiel binnen de grenzen van de EU
- vaak afgewezen voor asielzoekers 
- illegaal 

Slide 19 - Tekstslide

Asiel aanvragen in de EU 
  • Afspraak alle EU-landen: je moet asiel aanvragen in het land waar je de EU binnenkomt. 
    Geen asiel? teruggestuurd naar eigen land. 
  • IND voert gesprekken met asielzoekers om te kijken of ze recht hebben   op asiel
    Eigen regels per land: 
  • Zweden: meteen werken, in Nederland: niet
    Kansen op verblijfsvergunningen verschillen 
      Meer kans op asiel door onveilig thuisland 

Slide 20 - Tekstslide

Migratie van asielzoekers verminderen
Er zijn veel verschillende ideeën over migratie:
Europese Unie richt zich op verminderen niet-gewenste migratie. Door:

  • Opvang in de regio
  • Ontmoediging migranten buiten de EU
    - voorbeelden: Libië, Niger 
    - met grenscontroles, hekken, muren

Slide 21 - Tekstslide

Herkomst vluchtelingen

  • Een groot deel van de vluchtelingen vlucht naar een deel van het eigen land. Dit noem je ontheemden.
  • Verschil met vluchteling: Vluchteling vlucht naar een ander land

Slide 22 - Tekstslide

Paragraaf 4

Slide 23 - Tekstslide

Meeste vluchtelingen komen uit?

* Syrië
* Afghanistan
* Zuid-Sudan
* Myanmar
* Somalië

Slide 24 - Tekstslide

Top 5 landen met ontheemden
.

Slide 25 - Tekstslide

Opvang vluchtelingen
Vluchten vooral naar buurlanden       bijvoorbeeld:
In Syrië is sinds 2011 oorlog en een groot gedeelte is gevlucht naar Libanon. 

Gevolg opvang vluchtelingen:
- tekort woningen
- stijging huur
- werkloosheid
- ziekenhuis/scholen overvol

Slide 26 - Tekstslide