Oefening afweer!

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Waar liggen de haarspiertjes?

1. in de opperhuid
2. in de lederhuid
3. in het onderhuids bindweefsel

Waar liggen de talgklieren?

1. in de opperhuid
2. in de lederhuid
3. in het onderhuids bindweefsel

Waarvoor dient pigment?

1. je wordt er mooi bruin van
2. het voorkomt huidkanker
3. je kunt eraan zien waar je vandaan komt
4. je kunt daardoor beter tegen de warmte

Waardoor wordt je via je huid tegen bacteriën beschermd?

1. alleen door talg
2. alleen door zweet
3. alleen door de hoornlaag
4. zowel door talg als door zweet en de hoornlaag

Wanneer staan de haartjes overeind?

1. als je het koud hebt
2. als je het warm hebt
3. altijd
4. nooit

Wat betekent infectie?

1. er is een ziekteverwekker binnengekomen
2. je bent ziek geworden
3. je maakt antistoffen
4. je maakt antigenen

Wat zijn antigenen?

1. eiwitten op ziekteverwekkers
2. eiwitten die ziekteverwekkers onschadelijk maken
3. eiwitten op cellen

Welke cel maakt antistoffen?

1. een binnengedrongen ziekteverwekker
2. een witte bloedcel
3. een rode bloedcel
4. een bloedplaatje

Als je ziekt bent geweest en weer beter geworden, ben je...

1. passief immuun geworden
2. actief immuun geworden

Door een vaccinatie tegen corona word je...

1. actief immuun
2. passief immuun

Welke grafiek hoort bij de hoeveelheid antistoffen in je bloed na toediening van een serum?

1. 
2. 

Welke bloedgroep heeft geen antigenen op de rodebloedcel

1. a
2. b
3. ab
4. 0

Welk antistoffen heeft bloedgroep a

1. a
2. b
3. a en b
4. geen

Welk antistoffen heeft bloedgroep b

1. a
2. b
3. a en b
4. geen

Welk antistoffen heeft bloedgroep 0

1. a
2. b
3. a en b
4. geen

Welk antistoffen heeft bloedgroep ab

1. a
2. b
3. a en b
4. geen

iemand die resuspositief is

1. Heeft geen resus antigenen op de rode bloedcellen
2. Heeft resus antigenen op de rode bloedcel