gas basis themales 5 - beproeven

Beproeving van (nieuwe) gasleidinginstallaties

NPR 3378-1 & NPR 3378-2
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
InstallatietechniekMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Beproeving van (nieuwe) gasleidinginstallaties

NPR 3378-1 & NPR 3378-2

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen:

- Aan het eind van de les is duidelijk hoe een nieuwe gasinstallatie op dichtheid beproeft moet worden.

- Aan het eind van de les is duidelijk hoe een bestaande gasinstallatie op dichtheid beproeft moet worden.


En.................Waarom beproeven?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

De stof die toegevoegd wordt aan aardgas zodat het ruikbaar is heet?
A
THF (Tetrahydrofibride)
B
THT (Tetrahydrothiofeen)
C
TAT (Tetraquathiofeen
D
TTT (Tetratyciothiofeen

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een reduceer ventiel?

Slide 5 - Open vraag

%
Rendement
Vermogen
Belasting

Slide 6 - Sleepvraag

De juiste formule voor rendement is:
A
Vermogen : Rendement X 100%
B
Belasting : Vermogen X 100%
C
Vermogen : Belasting X 100%
D
Vermogen + Belasting X 100%

Slide 7 - Quizvraag

nieuwe gasleiding 
Nieuwe gasleidinginstallaties worden in twee fasen beproefd op dichtheid.

Eerste fase: beproeven van alleen de voorziening voor gas. Dit is het leidingsysteem vanaf de gasmeter tot het punt van de aansluitkraan. 
beproeving op sterkte en dichtheid.

Tweede fase: beproeven van de gehele gasleidinginstallatie, dus tot aan de eerste afsluiter in de aangesloten toestel(len).

Slide 8 - Tekstslide

nieuwe gasleiding - Sterkte
Nieuwe gasleidinginstallaties fase 1 

Sterkte: dit gebeurt d.m.v. een drukstoot met lucht of stikstof van 5 bar (5000 mbar of 500 kPa), gedurende minimaal 10 sec.

Het doel daarvan is om slechte verbindingen op te sporen.


Slide 9 - Tekstslide

nieuwe gasleiding - Dichtheid
Nieuwe gasleidinginstallaties fase 1 

Dichtheid: na de sterkteproef wordt een dichtheidsproef uitgevoerd met lucht of stikstof bij een overdruk die 100 mbar hoger ligt dan de nominale werkdruk. (100 + 25 mbar = 125 mbar) 

De gasleiding wordt gasdicht beschouwd als gedurende 3 minuten geen zichtbare drukdaling optreedt.

Slide 10 - Tekstslide

nieuwe gasleiding - fase 2
Tijdens de beproeving zijn alle aansluitkranen geopend en alle toestelkranen gesloten. 

Situatie gasmeter niet aangesloten: De gasleidinginstallatie wordt gasdicht beschouwd als bij een beproeving op 125 mbar (perslucht of stikstof)
gedurende 3 minuten de druk niet meer dan 3 mbar is gedaald.

Situatie gasmeter aangesloten: De beproeving gebeurt met gas met de normale werkdruk (meestal ca. 25 mbar, soms 100 mbar). De gasleidinginstallatie wordt als gasdicht beschouwd indien 3 minuten na het sluiten van de hoofdkraan de druk in de gasleidinginstallatie niet meer dan 1 mbar is gedaald.


Slide 11 - Tekstslide

Bestaande gasleiding 
Voor bestaande installaties geldt de eis dat het lekverlies van de gasinstallatieleiding niet groter mag zijn dan 5 dm³/h. Dit is het afkeurniveau waaropde overheid de eigenaar kan verplichten de gasinstallatie af te sluiten omdat de veiligheid in het geding is.

Bij een gemeten lekverlies groter dan 1 dm³/h moet met gebruik van lekzoekspray worden vastgesteld dat de lekkage niet is geconcentreerd op één plaats.

Slide 12 - Tekstslide

Bestaande gasleiding 
Voor het bepalen van lekdichtheid bij bestaande zijn er 3 procedures 

I – Bepaling met speciale meetapparatuur (meest eenvoudig maar dure apparatuur)
  
II – Bepaling via inhoud van de leiding en tijd waarover bepaald drukverlies plaatsvindt

III- Herleiding van het volume in de installatie door toevoeging van een bepaalde hoeveelheid lucht of stikstof. (ingewikkeld en reken- en meetfout gevoelig)

Slide 13 - Tekstslide

Bestaande gasleiding 
Voor het bepalen van lekdichtheid bij bestaande zijn er 3 procedures 

I – Bepaling met speciale meetapparatuur (meest eenvoudig maar dure apparatuur)
  
II – Bepaling via inhoud van de leiding en tijd waarover bepaald drukverlies plaatsvindt

III- Herleiding van het volume in de installatie door toevoeging van een bepaalde hoeveelheid lucht of stikstof. (ingewikkeld en reken- en meetfout gevoelig)

Slide 14 - Tekstslide

Bestaande gasleiding 
Afhankelijk van de inhoud van de installatie is een maximale drukdaling toegestaan, deze is vastgelegd in een tabel:


voorbeeld: Als er bij een installatie met een inhoud van 30dm³ (inclusief gasmeter!) een drukdaling in 3 minuten optreedt van 1,5 mbar dan is de lekkage kleiner dan 1 dm³/h.

Slide 15 - Tekstslide

Bestaande gasleiding 
Bepalen van het volume van de gasleiding incl. gasmeter en loze leidingen is niet altijd even makkelijk.

Als het niet mogelijk is om het volume te bepalen doordat de leidingloop en/of de diameters niet bekend zijn en aangenomen kan worden dat de inhoud kleiner is dan 50 liter, kan de gasdichtheid worden beoordeeld op alleen de drukdaling.

Bij een drukdaling < 1 mbar in 3 minuten wordt de leiding als dicht beschouwd.




Slide 16 - Tekstslide

Conclusie:
Nieuwe installatie:
- 1e fase: drukstoot (sterkte)
- 1e:  controle op dichtheid, aansluitkranen dicht 
- 2e fase: controle op dichtheid aansluitkranen open, toestelkranen dicht.

Bestaande installatie:
- Bij drukdaling < 1 mbar in 3 minuten wordt de leiding als dicht beschouwd.

Slide 17 - Tekstslide

Op een schaal van 1 t/m 10, hoe goed begrijp jij hoe een gasleiding beproeft moet worden?
(en reminder kleintje gas)
010

Slide 18 - Poll

Vragen?

Slide 19 - Tekstslide