Tijdzaken GR 7 Thema 1 Les 2 'De boeren'

Thema 1 Les 2 'De boeren'
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Thema 1 Les 2 'De boeren'

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we leren?
- waarom de eerste boeren in het Midden Oosten geen nomaden zijn
- waarom de overgang van jager naar boer zo langzaam gaat
- hoe we de prehistorie indelen

Slide 2 - Tekstslide

De eerste boeren doen nog veel met de hand. 

Landbouw was zwaar, maar jagen was nog veel zwaarder!
Door de uitvinding van veeteelt gebruiken ze nu tamme dieren daarvoor...
Hmm...
Welk dier zou dit werk voor me kunnen doen?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Prehistorie kan je verdelen in drie tijden: 

- Steentijd
- Bronstijd
-Ijzertijd 

Slide 5 - Tekstslide

Steentijd - Bronstijd - IJzertijd

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Wat is landbouw?
A
Jagers-verzamelaars worden boer
B
Graan en groenten verbouwen
C
Eten in de natuur verzamelen

Slide 8 - Quizvraag

Ok, landbouw...
Welke 'optelsom' is juist over landbouw?
A
akkerbouw + landbouw = veeteelt
B
landbouw + veeteelt = akkerbouw
C
veeteelt + akkerbouw = landbouw

Slide 9 - Quizvraag

Wat was het voordeel van landbouw?
A
Mensen leefden langer.
B
Het leverde meer voedsel op en ze hielden tijd over.
C
Ze verdienden zo meer geld.
D
Andere mensen vonden het cool.

Slide 10 - Quizvraag

Rondtrekken met tenten of eenvoudige hutten hoort bij.....
A
Samenleving van jagers-verzamelaars
B
Landbouwsamenleving
C
Landbouw-stedelijke samenleving
D
Samenleving van jagers en landbouwers

Slide 11 - Quizvraag

Wat is löss?
A
Het zijn korreltjes, die kleiner zijn dan zand en groter dan klei. Je kan er goed graan en groente op laten groeien.
B
Het is een volk dat leefde in de tijd van de boeren, ze woonden in het zuiden van Nederland, in Limburg.
C
Het is een prehistorisch woord en het betekent los.
D
Het is de naam van de ijsmummie die gevonden was in de Alpen.

Slide 12 - Quizvraag

Hoe leefden mensen in de steentijd?
A
Als jagers.
B
Als ridders.
C
Als boeren.
D
Als edelen.

Slide 13 - Quizvraag

Na de steentijd kwam de bronstijd. Van welke 2 metalen werd brons gemaakt.
A
koper en blik
B
koper en aluminium
C
tin en aluminium
D
koper en tin

Slide 14 - Quizvraag

Uit welke tijd komen deze gereedschappen?
A
IJzertijd
B
Steentijd
C
Bronstijd

Slide 15 - Quizvraag

Waarom wordt de Steentijd zo genoemd?
A
Omdat de prehistorische mens veel op stenen vlaktes leefden.
B
Omdat er in die tijd door de mensen veel stenen werden verzameld.
C
Omdat mensen veel gebruik maakten van stenen gereedschappen.
D
Omdat ze woonden in nederzettingen gemaakt van steen.

Slide 16 - Quizvraag

Wat was de taak van mannen in de steentijd?
A
Eten verzamelen
B
Jagen

Slide 17 - Quizvraag

Welke volgorde is juist?
A
ijzertijd - bronstijd - steentijd
B
bronstijd - ijzertijd- steentijd
C
steentijd - bronstijd - ijzertijd-

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de steentijd?
A
Een periode waarin mensen in stenen huizen wonen
B
De tijd waarin computers van steen waren.
C
De periode waarin steen werd gebruikt om voorwerpen te maken.

Slide 19 - Quizvraag

Uit welke tijd komen deze gereedschappen?
A
Ijzertijd
B
Bronstijd
C
Steentijd

Slide 20 - Quizvraag