2.3 Wonen in de grote stad

Bevolking en ruimte
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bevolking en ruimte

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet wat de begrippen leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit inhouden.
  • Je begrijpt waarom infrastructuur belangrijk is voor de bereikbaarheid.
  • Je kunt met de kenmerken van een wijk bepalen of de leefbaarheid goed is.

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken paragraaf 2
Opdracht 1 t/m 4, 7 en 8

Slide 3 - Tekstslide

Video: Leefstraat Hugo de Grootkade

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Leefbaarheid
Welke zaken bepalen de leefbaarheid van een wijk?
  • ruimtelijke kwaliteit: de kwaliteit van de woonomgeving
  • veiligheid
  • sociale contacten: door sociale controle houden mensen de buurt in de gaten
  • onderhoud van de huizen en de wijk

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Opdracht
Hoe leefbaar is jouw buurt?
Welke delen wijken af naar onder en welke naar boven?
Welke concrete oplossing kun je bedenken voor het verbeteren van alle 5 de onderdelen?


Slide 8 - Tekstslide

Sociale verhoudingen
Sociale verhoudingen bepalen de manier van omgaan met elkaar binnen een wijk. In deze straat hebben de bewoners ongeveer hetzelfde inkomen.
Er is dus weinig:
sociale ongelijkheid

Slide 9 - Tekstslide

Gemengd of apart?
  • Het bij elkaar wonen van mensen met dezelfde culturele achtergrond of dezelfde inkomensgroep noem je:
  • segregatie
  • Daardoor kunnen deze mensen moeite hebben om mee te doen in de maatschappij.
  • Wat zal dan niet goed zijn?
  • integratie


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Bereikbaarheid
Dankzij openbaar vervoer en snelwegen is de bereikbaarheid van de meeste steden goed.

Er is dus een goede:
  • Infrastructuur
  • Infrastructuur is wel druk bezet


Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
Van welke voorzieningen heb jij vandaag gebruik gemaakt?

Wat voor infrastructuur is er nodig om een pot appelmoes in de winkel te kunnen laten belanden? Van appel tot appelmoes?

Slide 14 - Tekstslide

Lezen paragraaf 3

Slide 15 - Tekstslide

Maken
Maak zelfstandig §2.3 in je werkboek  vraag 1 t/m 4 en 8 
Klaar?
Begin aan het invullen van de topo achterin je werkboek van Nederland

Slide 16 - Tekstslide