1-10-21 1b week 1.3 lesson 2+3

Welcome
Friday 1 October 2021
Place your books on your desk!
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welcome
Friday 1 October 2021
Place your books on your desk!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's lesson

Learning goals
Spelling practise
Worksheets
Quiz
Plenary

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Learning goals
By the end of this lesson:
-Ken jij het werkwoord to be
- Heb jij geoefend met het schrijven van getallen in het Engels
-Kan jij de woorden this / that / those / these gebruiken in het Engels
-Kan jij voorzetsels (prepositions) gebruiken in het Engels



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelling practise 
You need:
Your notebook
A pen or pencil

Everyone has to be : SILENT!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1. Twelve
  2. Thirty-one
  3. Eight
  4. Fifteen
  5. Twenty-two
  6. Sixty-four
  7. Seventeen
  8. Thirteen
  9. Seventy-seven

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Circle time

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

To be = zijn
Jullie gaan nu 3 dingen leren:
-Het werkwoord to be
-Hoe je zinnen met to be ontkennend kan maken
-Hoe je vragen kan stellen met to be

Slide 7 - Tekstslide

2 groepen:
Leerlingen die denken to be te begrijpen gaan aan de slag.
2e groep gaat in de kring voor uitleg
To be: Zijn


I am 
You are  
He / she / it is
We are
You are
They are 
Er wordt vaak een samenvoeging gebruikt:

I'm
You're
He's / She's / It's
We're
You're
They're

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Examples using To be
  • I am fourteen years old
  • You are American
  • Messi is a great football player
  • We are going to the cinema 
  • You are first year students
  • They are British

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Practise time!
  • Tom ___ (am / is) fifteen years old.
  • Tom is fifteen years old.
  • We___ (is / are) learning English.
  • We are learning English.
  • Peter and Jenny ___ (am / are) meeting Liam after school.
  • Peter and Jenny are meeting Liam after school.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

To be: negative
  • What do we mean with a negative sentence?
  • Can you give examples in Dutch?

To form a negative sentence with To Be, we use the word "not" (=niet)

I am not...
you are not....
he / she / it is not.....
we are not.....
you are not....
they are not.....
I'm not
you're not
he's / she's / it's not
We're not
You're not
They're not


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Practise time: to be + negative
Maak de volgende zinnen ontkennend
  • Katy Perry is my favourite singer.
  • Katy Perry is not / isn't my favourite singer.
  • Patrick and Megan, you are late for class!
  • Patrick and Megan, you are not / arn't late for class!

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

To be: questions
  • Maak de volgende zin vragend: "Hij is tien jaar oud"
  • Is hij tien jaar oud?
  • Wat gebeurt er?
  • Is (het werkwoord) komt vooraan te staan. We also do this in English!
  • Now try to turn the following sentence into a question: "She is thirteen years old"
  • Is she thirteen years old?


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Practise time - to be + questions
Maak de volgende zinnen vragend:
  • He is wearing a blue t-shirt.
  • Is he wearing a blue t-shirt?
  • You are going to Helen's party this weekend.
  • Are you going to Helen's party this weekend?
  • Ronaldo is the best football player in the world!
  • Is Ronaldo the best football player in the world?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Independent work: Worksheet
Tip: grammar reference in the workbook on page 104

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prepositions of place

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Where is the cat?
.... the box
A
under
B
behind
C
opposite
D
above

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Where is the bird?
.... the boxes
A
under
B
in front of
C
between
D
on

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Where is the bird?
.... the box
A
in
B
above
C
opposite
D
on

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Where is the bird?
.... the box
A
on
B
under
C
above
D
between

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Where is the cat?
.... the box
A
under
B
over
C
between
D
next to

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

aantekening: this/these & that/those

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanwijzende voornaamwoorden
Aanwijzende voornaamwoorden

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

This is an apple here

Those are apples over there

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Practice
Enkelvoud of meervoud?
Kies de juiste vorm: this / that / these / those

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

....... an apple.
A
This is
B
These are

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

...... a phone.
A
That is
B
Those are

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

........... grapes
A
This is
B
These are

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

........ a kitchen.
A
This is
B
These are

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

..... beautiful stars.
A
That is
B
Those are

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

..... a spoon.
A
That is
B
Those are

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

....... are carrots.
A
This
B
These

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

.... is a banana.
A
That
B
Those

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Look at ... newspaper here.
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

... people over there are my parents.
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Are ... your pencils there?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Take ... book here and read it!
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

... bottles over there are empty
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ging het goed? Of vond je het juist lastig? Vertel dat hier:

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

To be finished on Thursday 7 October

Workbook page 3, exercise 6
Student's book page 5, exercise 5
Student's book page 7, exercise 2, 3, 4

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plenary
Let's look at the lesson goals:
Ken jij het werkwoord to be?
Kan jij zinnen met to be ontkennend maken?
Kan jij zinnen met to be vragend maken?
Weet jij wanneer je this / that / these / those gebruikt?
Kan jij prepositions (voorzetsels) gebruiken in het Engels?
Have you...
Written numbers in English?

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies