Instructie 4 - 2VWO

Natuurkunde - Week 4 - terugblik week 2
Ik heb inmiddels "inleveropdracht 2" nagekeken je kunt bekijken wat je goed en fout gedaan hebt. Dit doe je door opnieuw op de "inleveropdracht 2" te klikken.

Er waren een aantal vragen die veel van jullie niet helemaal goed maakten, hierom wil ik deze bespreken. Bekijk daarvoor de volgende dia's. Je ziet hier eerste de vraag, hierna de uitleg.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Natuurkunde - Week 4 - terugblik week 2
Ik heb inmiddels "inleveropdracht 2" nagekeken je kunt bekijken wat je goed en fout gedaan hebt. Dit doe je door opnieuw op de "inleveropdracht 2" te klikken.

Er waren een aantal vragen die veel van jullie niet helemaal goed maakten, hierom wil ik deze bespreken. Bekijk daarvoor de volgende dia's. Je ziet hier eerste de vraag, hierna de uitleg.

Slide 1 - Tekstslide

Bij een groter reservoir stijgt de vloeistof in een thermometer
A
langzamer
B
sneller
C
even snel
D
plotseling

Slide 2 - Quizvraag

Groter reservoir
Om deze vraag te beantwoorden moet je een situatie  met een klein reservoir vergelijken met een groter reservoir, we gaan er hier vanuit dat de stof +20% groter wordt wanneer het warmer wordt

Klein reservoir:
In het kleine reservoir zit 1 mL vloeistof, deze wordt 20% groter, dit betekent: 1 mL wordt 1,2 mL    -->  0,2 mL extra 

Groot reservoir:
In het kleine reservoir zit 5mL vloeistof, deze wordt 20% groter, dit betekent: 5 mL wordt 6 mL --> 1 mL extra 

Bij een groot reservoir is er dus een grotere hoeveelheid vloeistof bij gekomen. Dit betekent dat hij dus sneller stijgt.

Slide 3 - Tekstslide

Welke temperatuur geeft de thermometer aan?
(klik op de afbeelding op in te zoomen). Laat jouw berekening zien

Slide 4 - Open vraag

Thermometer
Je weet dat van 0°C tot 100°C 13 cm is. 
Dus:
13 cm = 100 °C

1 cm    = 7,7 °C

3,5 cm = 26,9 °C

Ofwel, de thermometer geeft 26,9 °C aan 
3,5 cm
13 cm
delen door 13
vermenigvuldigen met 3,5

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling: Fase overgangen

Slide 6 - Tekstslide

Natuurkunde - Week 4 - §3.4
Leerdoelen:
  1. Je kan de smeltpunten en kookpunten van stoffen opzoeken
  2. Je kan bepalen wat de fase is van een bepaalde stof bij een bepaalde temperatuur

Slide 7 - Tekstslide

Bekijk de instructie

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wanneer je een vaste stof opwarmt zal hij eerst gaan smelten, daarna gaan verdampen, uiteindelijk is het een gas.

Slide 10 - Tekstslide

Wanneer je een stof in gas-fase afkoelt zal hij eerst gaan condenseren, daarna gaan stollen, uiteindelijk is het een vaste stof.

Slide 11 - Tekstslide

Fase-overgang
Tijdens een fase-overgang zijn dus beide fases aanwezig, hier in het voorbeeld zie je dat tijdens de fase-overgang (recht gedeelte grafiek) er steeds zowel water als ijs aanwezig is. Bij het eerste schuine gedeelte is er alleen ijs, bij het laatste schuine gedeelte is er alleen water.

Slide 12 - Tekstslide

Bepalen fase van een stof
Temperatuur onder het smeltpunt:
  • Stof is vast

Temperatuur tussen smelpunt & kookpunt
  • Stof is vloeibaar

Temperatuur boven het kookpunt
  • Stof is  gasvormig

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld vraag:
a. Wat is het smeltpunt en kookpunt van lood?
b. In welke fase is stikstof bij een temperatuur van 1800°C





*maak deze vraag eerst zelf, ga daarna verder voor de uitwerking*

Slide 14 - Tekstslide

uitwerking vraag a:
a. Wat is het smeltpunt en kookpunt van lood?
bekijk bladzijde 72 van je boek, hierin zie je:
Smeltpunt: 328°C
Kookpunt: 1740°C

Slide 15 - Tekstslide

uitwerking vraag b:
b. In welke fase is stikstof bij een temperatuur van 1800°C
we weten: Smeltpunt: 328°C, Kookpunt: 1740°C
stap 1: zet het smeltpunt en kookpunt op het plaatje
stap 2: zet de 1800°C in het plaatje
stap 3: bekijk bij welke fase de temperatuur staat
Antwoord: Gasvormig


328°C
1740°C
1800°C

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Aan de slag!
  • Lees §3.4 nog eens door
  • Bekijk de "toetsinzage" van inleveropdracht 1&2, bekijk wat er goed en fout ging.
  • Ga aan de slag met het huiswerk, dit is opdracht  36,  40 uit het boek (blz. 75)
  • Ga aan de slag met het werken aan de inleveropdracht, maak deze opdracht serieus, ik bekijk de resultaten

Slide 18 - Tekstslide