11A Herhaling

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 11A

Hoofdstuk 11A 

Deze week/les: 

11A Voorkennis en 11A.1 

Leerdoelen:

1. Je kunt lineaire ongelijkheden oplossen.

2. Je kunt kwadratische vergelijkingen oplossen.

3. Je kunt de coördinaten van de snijpunten van een parabool en een lijn berekenen.

Los op:
2x-7<5x+2
(laat alle stappen zien)

Hoofdstuk 11A 

Leerdoelen:

1. Je kunt lineaire ongelijkheden oplossen.

Hoofdstuk 11A 

Leerdoelen:

2. Je kunt kwadratische vergelijkingen oplossen.

Eerst op papier uitwerken.

Hoofdstuk 11A 

Leerdoelen:

3. Je kunt de coördinaten van de snijpunten van een parabool en een lijn berekenen.

Hoofdstuk 11A 

Leerdoelen:

3. Je kunt de coördinaten van de snijpunten van een parabool en een lijn berekenen.

Aantekening 11A.1 Parabool en lijn

Opgaven voorkennis en 11A.1

Oplossen met:

-Inklemmen

-Bordjesmethode

-ABC-formule

Hoofdstuk 11A 

Deze les: 

11A.2 en 11A.3 

Leerdoelen:

1. Je kunt een ongelijkheidsnotatie schrijven in de intervalnotatie en andersom.

2. Je kunt een interval in een ongelijkheidsnotatie schrijven.

3. Je kunt een kwadratische ongelijkheid oplossen met grafieken.

Hoofdstuk 11A 

Hoofdstuk 11A 

Leerdoelen:

1. Je kunt een ongelijkheidsnotatie schrijven in de intervalnotatie en andersom.

Hoofdstuk 11A 

Leerdoelen:

2. Je kunt een interval in een ongelijkheidsnotatie schrijven.

Aantekening 11A.2 Intervallen

Opgaven 11A.2

Hoofdstuk 11A 

Leerdoelen:

3. Je kunt een kwadratische ongelijkheid oplossen met grafieken.

Aantekening 11A.3 Kwadratische ongelijkheden

Opgaven 11A.2 + 11A.3

Hoofdstuk 11A 

Deze les: 

11A.4 

Leerdoelen:

1. Je kunt een machtsvergelijking herkennen.

2. Je kunt een machtsvergelijking oplossen.

Hoofdstuk 11A 

Hoofdstuk 11A 

Leerdoelen:

1. Je kunt een machtsvergelijking herkennen.

Hoofdstuk 11A 

Hoofdstuk 11A 

Leerdoelen:

2. Je kunt een machtsvergelijking oplossen.

Aantekening 11A.4 Machtsvergelijkingen

Machtsvergelijkingen oplossen:

1. Herschrijf de vergelijking tot 

2. Geef de oplossing. n oneven = 1 oplossing

                                              n even = 2 oplossingen

Opgaven 11A.4