Les 3: Herhaling complemento inderecto
1 / 26
Lesduur is: 90 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Kies het juiste betekenis van de volgende woord:
La apariencia
La apariencia
A
vaak
B
de trui
C
het uiterlijk
D
opvallend
Slide 6 - Quizvraag
Kies het juiste betekenis van de volgende woord:
La verguenza
La verguenza
A
de korting
B
de schaamte
C
het uiterlijk
D
bezitten
Slide 7 - Quizvraag
Kies het juiste betekenis van de volgende woord:
las rebajas
las rebajas
A
de uitverkoop
B
elegant
C
toepassen
D
a menudo
Slide 8 - Quizvraag
Kies het juiste betekenis van de volgende werkwoord:
ganar
ganar
A
laten zien
B
eten
C
bezitten
D
verdienen
Slide 9 - Quizvraag
Kies het juiste betekenis van de volgende woord:
los vaqueros
los vaqueros
A
de spijkerbroek
B
de trui
C
het overhemd
D
de jurk
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Wat in deze zin is C. indirecto?
El cartero ha traído una carta para ti
El cartero ha traído una carta para ti
A
para ti
B
una carta
C
el cartero
Slide 13 - Quizvraag
Wat in deze zin is C. indirecto?
Han puesto una trampa a los ratones
Han puesto una trampa a los ratones
A
a los ratones
B
una trampa
Slide 14 - Quizvraag
Wat in deze zin is C. indirecto?
Llegaron muchas quejas al presidente.
Llegaron muchas quejas al presidente.
A
muchas quejas
B
al presidente
C
llegaron
Slide 15 - Quizvraag
Wat in deze zin is C. indirecto?
Estoy preparando una cama para ti.
Estoy preparando una cama para ti.
A
una cama
B
estoy preparando
C
para ti
Slide 16 - Quizvraag
Wat in deze zin is C. indirecto?
Deja una rosa a tu madre para mañana.
Deja una rosa a tu madre para mañana.
A
a tu madre
B
para manana
C
una rosa
D
deja
Slide 17 - Quizvraag
Wat in deze zin is C. indirecto?
Deja una rosa a tu madre para mañana.
Deja una rosa a tu madre para mañana.
A
a tu madre
B
para manana
C
una rosa
D
deja
