SD periode 4 - les 3

SD periode 4 - les 3
Thema specifieke doelgroepen


Nienke Grobbe
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
SDMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

SD periode 4 - les 3
Thema specifieke doelgroepen


Nienke Grobbe

Slide 1 - Tekstslide

Lesinhoud
Terugblik vrouwenopvang
Instructie asielzoekers- en vluchtelingen
Inburgeringsexamen
Zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

Planning periode 4

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een asielzoeker en een vluchteling?

Slide 4 - Open vraag

Omschrijving begrippen
  • Vreemdeling: iemand die (nog) niet de nationaliteit heeft van het land waar hij woont
  • Asielzoeker: iemand die in een ander land de vluchtelingenstatus aanvraagt
  • Amv: alleenstaande minderjarige vreemdeling. Minderjarige aan wie een asielvergunning is verleend. Krijgt een voogd toegewezen vanuit de Nederlandse overheid.
  • Vluchteling: Iemand die uit gegronde vrees voor vervolging uit zijn land van herkomst is gevlucht, en die een asielvergunning krijgt in een ander land, ook wel 'statushouder' of 'vergunninghouder' genoemd
  • Illegaal: iemand die zonder geldige verblijfsvergunning in een ander land verblijft.
  • Allochtoon: één ouder in het buitenland geboren (oud begrip - mensen met migratie achtergrond is nieuwe benaming).

Slide 5 - Tekstslide

Aantallen

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn de meest voorkomende kenmerken van een asielzoeker of vluchteling?

Slide 7 - Open vraag

Kenmerken
  • Demografische gegevens: leeftijd, etniciteit, burgerlijke staat, inkomen, opleiding en arbeidssituatie
  • Landen van herkomst: Syrië, Afghanistan, Turkije, Jemen en Somalië (top 5)
  • Achtergronden bij het vluchten: oorlog en geweld, geloof, politieke conflicten, seksuele geaardheid, culturele minderheid, andere redenen zoals natuurrampen of armoede.

Slide 8 - Tekstslide

Welke redenen kunnen er zijn om te vluchten uit je eigen land van herkomst?

Slide 9 - Open vraag

Leefsituatie
Een asielzoeker doet bij aankomst in Nederland een aanvraag voor een verblijfsvergunning. Hiermee heeft hij officieel toestemming om hier te wonen en te werken. Terwijl zijn asielprocedure loopt, verblijft hij in een opvangcentrum.

Eerste periode: wennen, uitrusten, op adem komen + verschillende afspraken:

  • gesprekken over de procedure;
  • medische afspraken;
  • voorlichtingsbijeenkomsten.

Slide 10 - Tekstslide

Leefsituatie
Werken: na een half jaar is beperkt werken mogelijk (maximaal 24 weken per jaar). Wanneer de verblijfsvergunning toegekend is zijn er geen beperkingen meer. Zolang hij woont in een AZC moet hij wel mee betalen aan opvang.

Lichamelijke problemen: vaak slechte gezondheidszorg gehad, hier oog voor hebben.

Psychische problemen: vaak trauma's of een PTSS. Verhoogd risico op psychosociale problemen.

Slide 11 - Tekstslide

Leefsituatie
Financiële situatie: leven op bijstandsniveau, huisvesting en ziektekostenverzekering worden betaald. Daarnaast zak- en leefgeld. 

Woonomgeving: verschillende soorten woonvoorzieningen. Woonunits het liefst voor 6-8 personen maximaal. Vaak verhuizen tussen verschillende opvangcentra.

Sociaal netwerk en communicatie: lastig, verschillen in taal, gebruiken, gewoonten. Belangrijk om hierbij te ondersteunen. 

Slide 12 - Tekstslide

Inburgering
Een asielzoeker die een verblijfsvergunning krijgt, moet zich eerst de Nederlandse taal en de cultuur eigen maken, dat proces noem je inburgering.

Wanneer men daadwerkelijk een verblijfsvergunning heeft, is een vluchteling verplicht om in te burgeren. Binnen enkele jaren moet men het programma hiervoor volgen. Dit wordt afgesloten met een inburgeringsexamen. Bij deze verplichte test kijkt men of de vreemdeling genoeg over Nederland weet en goed genoeg Nederlands spreekt.


Slide 13 - Tekstslide

Inburgeringsexamen
Bestaat uit 3 onderdelen

  1. Kennis van de Nederlandse samenleving (film bekijken + vragen voorbereiden)
  2. Leesvaardigheid
  3. Spreekvaardigheid

Wij doen een kort examen 'kennis van de Nederlandse samenleving'

Slide 14 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Boek 'Begeleider specifieke doelgroepen'
Thema 7 - Hoofdstuk 7.19 - Alle opdrachten

Daarna verder met de eindopdracht




Slide 15 - Tekstslide